Inhoudstabel
...page... Wiki page pagination has not been enabled.
Een stille dag
Stille zaterdag / paaszaterdag is de naam voor de zaterdag voor Pasen. De gehele dag ziet de kerk er kaal uit: geen bloemen, geen kaarsen, geen doek op het altaar ...
Op die dag wordt in de Kerk getreurd om de dood van Jezus net zoals zijn leerlingen toen deden.
Na zonsondergang (niet voor 20.00 uur) wordt de verrijzenis van Jezus Christus gevierd in een lange viering vol oude gebaren en rituelen:
. vuur en water worden gezegend;
. de nieuwe paaskaars wordt aangestoken;
. er wordt uitgebreid voorgelezen uit het Oude Testament
. tijdens het gloria worden de klokken opnieuw geluid.
Met de avond van paaszaterdag begint de paastijd of de vijftigdagentijd. In de kerk wordt dan zeven weken lang Pasen gevierd, met Hemelvaart en Pinksteren als hoogtepunten.
Een eigen liturgie
Uitgebreide dienst van het woord
Die dienst begint bij het scheppingsverhaal en wordt gevolgd door vele teksten uit de Bijbel die laten zien hoe God in de geschiedenis de mensen heeft voorbereid op de komst van Jezus Christus:
. Eerste lezing:
Het scheppingsverhaal
. Tweede lezing:
Abraham en Isaak
. Derde lezing:
De uittocht uit Egypte
. Vierde lezing:
Een eerste profetie van de profeet Jesaja
. Vijfde lezing:
Een tweede profetie van de profeet Jesaja
. Zesde lezing:
een profetie van de profeet Baruch
. Zevende lezing:
een profetie van Ezechiël
. Achtste lezing:
Paulus in een brief aan de Romeinen
Twee belangrijke symbolen
LICHT (paaskaars)
De paaskaars (soms meer dan 1,5m hoog en 15 cm doorsnee) wordt bij de openingsplechtigheid van de paaswake buiten de kerk voor het eerst aangestoken. Hiervoor sloeg men vroeger dit nieuwe vuur uit steen (gemakshalve gebeurt dit tegenwoordig met een aansteker). Dit beeld geeft te denken. Blijkbaar is het mogelijk dode stenen geduldig zo tegen elkaar te slaan dat er vuur uit opspringt: niets kan zo dood zijn, dat het niet meer tot leven te brengen is.
Het licht van die kaars symboliseert de verrezen Christus, die voor ieder mens een nieuwe toekomst opent. Daarna wordt ze brandend door de donkere kerk naar het altaar gebracht. Intussen geven alle gelovigen het licht van die paaskaars met kaarsen aan elkaar door.
Op de paaskaars staat een kruis. Dit herinnert eraan dat Jezus door zijn dood licht en leven heeft geschonken aan de mensen.
Ook de letters alfa en omega staan erop. Het zijn de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Men wil ermee zeggen: Jezus is het begin en het einde in het leven van christenen.
Meestal is ook het jaartal op de kaars te zien, waarin de kaars voor het eerst geband heeft.
Na Pinksteren wordt de kaars in de doopkapel geplaatst of vlak bij de doopvont.
Bij het doopsel steekt de vader de doopkaars aan aan het licht van de paaskaars.
Duisternis en licht verwijzen naar het sterven en verrijzen van Christus. Dit wordt nog duidelijker wanneer iemand gedoopt wordt met paaszaterdag: ondergedompeld worden in het water symboliseert sterven. Opduiken uit het water betekent opstaan tot nieuw leven.
Diezelfde spanning is ook te horen in de hernieuwing van de doopbeloften, waar er telkens sprake is van afkeren n aannemen, van verzaken en beloven.
WATER (doopwater)
Water roept leven én dood op: men kan verdrinken in water, maar elke mens wordt geboren uit het vruchtwater van zijn moeder. Dit wordt nog duidelijker wanneer iemand gedoopt op paaszaterdag wordt: ondergedompeld worden in het water symboliseert sterven, opstijgen uit het water betekent opstaan / herboren worden tot nieuw leven. Aan dit doopsel worden de gelovigen in de kerk herinnerd, wanneer de priester hen met water besprenkelt. Diezelfde spanning is ook te horen in de hernieuwing van de doopbeloften, waar er telkens sprake is van afkeren en aannemen, van verzaken en beloven.
Het komt regelmatig voor dat kinderen – soms ook volwassenen gedoopt worden tijdens de paaswake. Dit sluit aan bij de oude traditie waarbij in de paasnacht de geloofsleerlingen toetraden tot de kerk. Zo worden de aanwezigen heel nadrukkelijk herinnerd aan hun eigen doopsel.
Paaszaterdag en kunst
H. HOLBEIN
Het lichaam van Christus in het graf (1521)
Dit naturalistische werk van Hans Holbein de Jonge (1497/8 – 1543) toont het lichaam van de gestorven Christus in zijn graf. Dat het om zijn lichaam gaat, is te zien aan de wonden in zijn zij, op zijn hand en op zijn voet. Verder zijn er geen symbolen of aanwijzingen die dit gebeuren een betekenis geven.
De overledene staart naar de hemel. Nam niemand de moeite om zijn mond te sluiten of zijn ogen te sluiten? Of wilde Holbein duidelijk maken dat Christus, zelfs in de dood, nog steeds kijkt en spreekt? (Onfray)
In het midden van dit schilderij valt de middelvinger op van de overledene. Die vinger is uitgestrekt, de andere vingers zijn gebogen. Een vulgair gebaar?
Vroeger zei men dat handen en vingers een betekenis hadden.
. De hand vertegenwoordigde de ziel, het levensprincipe.
De vingers verwezen naar spirituele oefeningen:
. De duim, om te danken.
. De wijsvinger, om te streven naar het bereiken van het licht.
. De ringvinger, verwees naar leed en spijt.
. De pink deed denken aan: aanbieden, voorstellen, tonen, presenteren
. De middelvinger verwees naar: onderzoeken.
Zo zou de middelvinger in het midden van dit schilderij kunnen wijzen naar de lijkwade en zeggen: "Kijk en besluit, onderzoek."