Inhoudstabel
...page... Wiki page pagination has not been enabled.
Wie was hij?
Zijn leven
In de Bijbel wordt over Jakob geschreven als over de zoon van Isaak en Rebekka, de kleinzoon van Abraham. Jakob had een tweelingbroer Esau, van wie hij het eerstgeboorterecht stal.
Volgens de Bijbel had Jakob willen huwen met Rachel, maar zijn schoonvader vond dat de oudste dochter, Lea, eerst moest uitgehuwelijkt worden. Met Lea kreeg Jakob zes zonen en één dochter: Ruben, Simeon, Levi, Juda, Issachar, Zebulon en Dina. Bij Zilpa, de slavin van Lea, kreeg hij de zonen: Gad en Asser.
Na een zevental jaren kon Jakob dan toch met Rachel trouwen. Hij kreeg bij haar twee zonen: Jozef en Benjamin. Kort na de geboorte van Benjamin stierf Rachel.
Bij Bilha, de slavin van Rachel, kreeg hij de zonen: Dan en Naftali.
Zijn voorlaatste zoon Jozef was zijn lievelingszoon, want zijn moeder, Rachel, was zijn eerste liefde .
De twaalf zonen liggen aan de basis van de twaalf stammen in Israël.
Wat namen te zeggen hebben
De verhalen in Genesis over Jakob, veronderstellen een verband met een woord dat ‘hiel’ en ‘bedriegen’ betekent.
Jakob
= pootjeszetter / hielhouder / bedrieger
Israël
= Hij strijdt met God.
Deze nieuwe naam wordt het symbool voor de nieuwe identiteit van Jakob.
Jakob in de Bijbel
De Jakobcyclus
(Bron: E. CHARPENTIER, Wegwijs in het Oude Testament, Ten Have Baarn, 1987, p. 37)
In het boek Genesis zijn een aantal verhalen rond Jakob verzameld.
Aan de oorsprong van die teksten liggen waarschijnlijk verhalen van twee verschillende stammen: die van Jakob en die van Israël. Die verhalenreeksen werden samengesmolten en men gaf beide namen aan de ene figuur die men de kleinzoon van Abraham noemt.
Relatie met het Nieuwe Testament
De twaalf zonen van Jakob werden de stamvaders van de twaalf stammen in Israël.
Naar analogie daarvan heeft Jezus wellicht twaalf apostelen gekozen onder zijn leerlingen.
Jakob in 'bijbelin1000seconden'
. Genesis 25, 19-28; 27, 1-40: Esau en Jakob
. Genesis 28, 10-22: De droom van Jakob
. Genesis 32, 4-22; 33, 1-20: Jakob verzoent zich met Esau
. Genesis 32, 23-33: Jakob vecht met een man