Inhoudstabel
…page…
Tobit 6, 10-11a; 7, 1.9-17; 8, 4-10: Tobias en Sara trouwen
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Toen ze Rages naderden zei de engel tegen Tobias:
'Broeder, vandaag gaan we naar Raguël. Hij is familie van jou.
Hij heeft maar een kind, een dochter, die Sara heet.
Ze kwamen aan in Ekbatana en gingen naar de woning van Raguël.
Sara kwam hun tegemoet.
Nadat ze elkaar hadden begroet, nodigde ze hen uit binnen te komen.
Toen zei Tobias tegen Rafaël: 'Broeder Azarias,
spreek waarover je het onderweg had.
De zaak moet geregeld worden.'
Rafaël zei tegen Raguël wat ze besproken hadden.
Daarop zei Raguël: 'Eet en drink en laat het je smaken.
Want het komt je toe om mijn dochter tot vrouw te krijgen.
Maar ik moet je wel de waarheid vertellen.
Ik heb mijn kind al aan zeven mannen gegeven.
Maar in de nacht dat ze naar haar wilden gaan, stierven ze.
Maar kom, doe je nu te goed.'
Tobias antwoordde: 'Ik zal hier niets meer van gebruiken
voordat je deze zaak met mij geregeld hebt.'
Toen zei Raguël: 'Neem haar dan nu tot vrouw, volgens de wet.
Jij bent aan haar verwant, zij behoort aan jou.
Moge de barmhartige God jullie een mooie toekomst geven.'
Toen riep hij zijn dochter Sara, nam haar bij de hand
en gaf haar aan Tobias tot vrouw met de woorden:
'Hier is mijn dochter, neem haar tot vrouw volgens de wet van Mozes
en ga met haar naar je vader.' En hij zegende hen.
En toen hij ook zijn vrouw Edna erbij geroepen had,
nam hij een blad papier en maakte de huwelijksovereenkomst op,
die ze met hun zegel bekrachtigden. Toen begonnen ze te eten.
Daarna riep Raguël zijn vrouw Edna en zei:
'Zuster, maak de andere kamer gereed en breng Sara daar binnen.'
Ze deed wat hij gevraagd had.
Toen ze Sara in de kamer bracht begon het meisje te wenen.
Edna droogde de tranen van haar dochter en zei: 'Wees flink, mijn kind.
De Heer van hemel en aarde
zal je na al je verdriet zijn goedheid tonen.
Wees flink, mijn dochter.'
Toen het paar in de kamer alleen was, zei Tobias:
'Sta op, zuster, laten we bidden dat God voor ons zorgt.'
En Tobias bad: 'Geprezen ben Je, God van onze voorouders
en gezegend is je heilige en heerlijke naam door de eeuwen heen.
Mogen de hemelen en alle schepselen U prijzen.
Jij hebt Adam gemaakt
en hebt hem Eva, zijn vrouw, tot hulp en steun gegeven.
Uit hen kwam het menselijk geslacht voort.
Jij hebt gezegd: Het is niet goed dat de mens alleen is,
laten we een hulp voor hem maken die bij hem past.
Wel, God, als ik mijn zuster hier tot me neem,
ga ik geen ongeoorloofde verbinding aan,
maar ben ik trouw aan jouw wet.
Betoon mij je goedheid en laat me aan haar zijde oud worden.'
Sara zei: 'Amen.'
Daarop brachten zij samen de nacht door.
Maar 's nachts stond Raguël op om een graf te delven,
want hij dacht dat Tobias ook zou sterven.
Stilstaan bij een aantal woorden
Engel
Contactfiguur tussen God en mens.
- Hij brengt de gebeden van Tobit en Sara aan God over
- Hij is het beeld van een genezende God voor de mensen.
Alleen de blinde Tobit herkent in de reisgezel een engel.
De engel blijkt niet alleen de boodschapper van een nieuwe aarde, hij blijkt ook de gids, de reisgenoot daarheen te zijn.
Het geloof in engelen kwam er vooral onder Perzische invloed: men kende er verschillende engelen, die allen een naam hadden en verbonden waren aan een specifieke taak.
Prijzen
Nogal wat gebeden in het Oude Testament geven te kennen dat het gebruikelijk is om God aan het begin van een gebed te prijzen.
Bij de tekst
Betekenis van de namen
In het boek Tobit geven de namen de boodschap van het boek weer.
Centraal staat de goedheid, het tof-zijn van God: op Hem kun je vertrouwen. Hij laat de mensen - en zeker zij die in nood zijn - niet in de steek. Hij helpt (zie: 'Azarias') en geneest (zie: 'Rafaël')
Sara
= vorstin of prinses
Raguel
= vriend van God