Loading...
 

SIMULATIESPEL

Inhoudstabel


...page... Wiki page pagination has not been enabled.

Wat?

Spelender- en belevenderwijs inoefenen van een welbepaald gedrag.
Het verschil met een rollenspel is dat men zichzelf speelt en niet in de huid van iemand anders kruipt.
Het verschil met toneel is dat de kinderen zelf de dialogen invullen.
Het verschil met een dramatisatie is dat het onderwerp een bepaald gedrag betreft uit het dagelijks leven.





Doelen

. Op een speelse manier allerlei sociale gedragspatronen inoefenen en anticiperen.


. Sociale vaardigheden trainen / inoefenen
B.v. Bepaalde conflicten oplossen; tactvol met anderen omgaan; meeleven met het verdriet van anderen; tot compromis kunnen komen; delen in de vreugde van anderen; op ziekenbezoek gaan; iemand vergeven, zich met iemand verzoenen, zich vredevol opstellen...


. Kinderen groeien en ontwikkelen door rollen op te nemen of af te wijzen die ze rondom zich waarnemen. Ze kunnen die rollen verkennen, uitzuiveren... door ze te spelen. Ze spelen vader en moeder, dokter en patiƫnt, politie en boef... waardoor ze vaardiger worden in het hanteren (of afwijzen) van deze rollen of aspecten ervan in het dagelijks leven. Zo worden ze man of vrouw, verkennen ze huishoudelijke taken, nemen ze verantwoordelijkheden in het gezin op, verkennen ze hun lichaam, leren ze wat mag en niet mag, maken ze kennis met macht, leren ze zeggen wat hoort...





Verloop

. Confronteer de kinderen met een concrete situatie
(Bv.: ruzie)


. De kinderen spelen die situatie na, en spelen ook het vervolg erop.
In dat vervolg tonen ze dat ze vertrouwd zijn met een bepaald gedrag dat eerder in de groep werd besproken.
(Bv.: verzoenende reactie)


. Andere groepen kunnen mogelijke andere reacties uitbeelden.


Belangrijk
De concrete situatie staat heel dicht bij het leven van de deelnemers.