Inhoudstabel
...page... Wiki page pagination has not been enabled.
Psalm 69: Red me, God
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Voor de koorleider.
Op de wijze van 'Lelien'.
Van David.
Red me, God,
want het water staat aan mijn lippen.
Ik zink weg in bodemloos slijk
en vind geen vaste grond om op te staan.
Ik ben in diep water geraakt
en straks sleurt de stroom me mee.
Ik ben moe geschreeuwd, mijn keel is hees
Mijn ogen zijn blindgestaard van het uitzien naar mijn God.
Talrijker dan de haren op mijn hoofd
zijn zij die me haten zonder reden
en sterk genoeg zijn om mij voorgoed te kraken.
Ze heten me dief zonder dat ik ooit iets wegnam.
Ik ben een dwaas, Je weet het God,
mijn schuld is niet verborgen voor Jou.
God van de hemelse machten,
stel wie op Jou wachten niet teleur omwille van mij,
God van Israël, laat wie Je zoeken,
niet vernederd worden omwille van mij.
Omwille van Jou verdraag ik de smaad
en wordt mijn gezicht rood van schaamte.
Omwille van Jou werd ik een vreemde voor mijn broers,
een onbekende voor de kinderen van mijn moeder.
De ijver voor jouw huis heeft mij verteerd,
de smaad van wie Jou smaadt, trof me.
Hoe ik ook vastte, ze bleven spotten met me,
Deed ik een zak aan als boetekleed, ze verachtten me.
Zij die in de stadspoort zitten, praten over mij,
zelfs dronkaards zingen een lied over mij.
Maar God, zelf blijf ik tot Jou bidden,
Laat me opnieuw je goedheid zien.
Verhoor mij in jouw grote liefde,
met je trouw die verlossing geeft.
Trek mij uit het slijk voor ik er in wegzink.
Laat mij ontkomen aan mijn vervolgers
en aan dit bodemloos water.
Laat de stroom me niet meesleuren,
het slijk me niet naar beneden zuigen,
laat de mond van het graf niet boven mij dichtgaan!
God, verhoor mij, Jij bent mild in goedheid en zorg,
zie mij aan in jouw mateloze bezorgdheid.
Keer Je niet af van je dienaar.
Ik word bedreigd - antwoord me snel.
Wees mij nabij, wees mijn redder,
bevrijd me van mijn vijanden!
Jij kent de smaad die ik draag,
mijn schaamte en mijn vernedering.
Jij doorziet mijn verdrukkers.
Hun spot heeft mijn hart gebroken,
doodziek bleef ik achter.
Ik hoopte op meeleven – Niemand!
Op troost - die ik niet vond.
Ze mengden gif in mijn eten,
gaven me azijn toen ik dorst had.
Laat hun eigen tafel hun valstrik worden
en een valkuil voor hun vrienden.
Laat het licht in hun ogen doven,
verlam hun lendenen voor altijd.
Stort jouw razernij over hen uit,
laat de vlam van jouw woede hen treffen!
Maak van hun kamp een woestijn,
verdrijf elke bewoner uit zijn tent:
want zij vervolgen al wie Jij sloeg,
zij folteren nog harder wie Je trof.
Voeg dit bij hun schuld,
laat hen nooit uw vrijspraak krijgen,
Schrap hen uit het boek van het leven,
vermeld ze niet bij de rechtvaardigen.
Ik leef in verdrukking en pijn,
maar jouw hulp, God, zal me rechtop helpen:
Dan zal ik de naam van God loven met een lied,
een lofzang op zijn grootheid.
Dat maakt God meer blij dan de offerstier met hoeven en horens.
Wie verdrukt is, ziet dit aan met vreugde,
Het hart van wie God zoekt, zal herleven:
want God zal de armen verhoren,
en zijn gevangen volk niet verwerpen.
Laat hemel en aarde God loven,
samen met de zeeën, vol wemelend leven.
Want God zal Sion bevrijden,
de steden van Juda herbouwen,
zodat zijn dienaren het bewonen.
Hun nakomelingen zullen het erven.
Wie zijn naam liefheeft, zal er wonen.
Stilstaan bij …
De ijver voor uw huis heeft mij verteerd
In Johannes 2, 17 neemt Jezus deze woorden in zijn mond wanneer hij de kooplui uit de tempel drijft.
Azijn
Matteüs schreef (Matteüs 27, 48) dat iemand een spons doopte in azijn en die op een rietstok stak, om Jezus te drinken te geven.
Boek van het leven
In dit boek staan de namen die bij God horen en het leven kennen. Wie er niet in staat komt ten onder.
Misschien wel te vergelijken met het boek van Sinterklaas, waarin de namen staan van de goede kinderen.
Bij de tekst
Spreken met beelden
De noodlijdende die in deze psalm het woord neemt, symboliseert het joodse volk dat door zijn vijanden in verbannen werd.
Nieuwe testament
Het feit dat deze psalm wordt toegeschreven aan koning David en dat Jezus wordt bespot als ‘koning der joden’, maakt het aannemelijk dat de evangelisten zich aan deze psalm inspireerden om over het lijden van Jezus te schrijven.