Inhoudstabel
...page... Wiki page pagination has not been enabled.
Psalm 107: Gods liefde kent geen grenzen
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Dank God, want Hij is goed,
zijn liefde kent geen grenzen.
Dat zeggen de mensen die Hij heeft bevrijd.
Sommigen varen met hun schepen op de zee,
op weg naar verre landen.
Ze zagen met eigen ogen
de wonderen van God op zee.
Op zijn bevel stak een stormwind op,
die zwiepte de golven omhoog.
Zij vlogen op naar de hemel,
ploften neer in de diepten,
en vergingen van angst.
Zij rolden en tuimelden, als dronkaards,
Aan hun stuurmanskunst hadden ze niets.
In hun nood riepen zij God aan,
en Hij redde hen uit hun angst:
Hij wist de storm tot zwijgen te brengen.
Het geweld van de golven viel stil.
Wat waren de zeelui blij toen die gingen liggen:
God bracht hen naar de gewenste haven.
Laat iedereen God danken om zijn liefde,
om de wonderen die Hij voor mensen doet.
Laat iedereen God eren,
en voor Hem zingen in de tempel.
Bij de tekst
Dankpsalm
Omdat psalm 107 begint met een uitroep van dankbaarheid ‘Loof de Heer, want Hij is goed!’ wordt die psalm een dankpsalm genoemd. Dit is een lied waarin één gelovige of een hele groep God dankt voor wat Hij heeft gedaan. Zo’n psalm vermeldt niet noodzakelijk alleen rozengeur en maneschijn. Ook in heel moeilijke situaties van het leven kunnen mensen ervaren dat God aanwezig is, hen niet in de steek laat.
Betekenis
Het bedaren van de storm als antwoord op het gebed van mensen in nood, is een teken van de barmhartigheid en de kracht van God.
Relatie met het Nieuwe Testament
Wanneer de evangelisten schrijven dat Jezus een storm stilt, dan zeggen ze tegelijk: God deelt zijn barmhartigheid en kracht met Jezus.
Klik hier voor info en suggesties bij deze tekst.
Suggestie
Jongeren
VERDIEPEN
De inspiratie van Lucas
(C. LETERME in Samuel plus, uitgeverij Averbode, 2012 nr 4)
Lees de volgende tekst voor:
Er zijn er die op zee varen.
Zij zien de werken van God,
ze zien zijn wonderen in het water.
God spreekt: en er steekt een storm op.
Die zwiept de golven omhoog.
Ze vliegen naar de hemel,
ploffen neer in de diepte.
Hun maag keert om van ellende.
Ze rollen en tuimelen,
alsof ze dronken zijn.
Al hun kennis over het varen
kunnen ze niet gebruiken.
In hun nood roepen ze tot God
en Hij verlost hen uit het gevaar:
Hij doet de storm zwijgen
en de golven leggen zich neer.
Ze zijn blij dat de zee weer kalm is
en God hen naar de haven leidt!
Ze danken God voor zijn trouw,
en voor wat Hij doet voor de mensen.
Ze loven en prijzen Hem!
(Naar psalm 107, 23-32)
Vertel dat dit een stukje is van een gebed dat de joden bidden. Het is al een heel oud gebed.
Bezorg de kinderen dit werkblad. Daarop vind je beide teksten naast elkaar.
- Wat is hetzelfde in beide teksten?
- Wat is anders in beide teksten?
- Waarom zou Lucas dit verhaal in zijn evangelie geschreven hebben over Jezus?
(In Jezus kun je God aan het werk zien; Jezus handelt zoals God)
- Waarom lezen we nog steeds dit verhaal?
We varen toch niet op zee en zeker niet als we zouden weten dat het kan stormen.