Loading...
 

Pasen A B C - tweede lezing

2 Hemel


...page... Wiki page pagination has not been enabled.

Kolossenzen 3, 1-4: Nieuw leven

De tekst

Dichter bij de tijd

Nu jullie met Christus tot leven zijn gewekt,
moeten jullie het hemelse zoeken,
want daar zit Christus aan de rechterhand van God.
Houd jullie bezig met het hemelse, niet met het aardse.
Jullie oude leven is immers gestorven.
Jullie nieuwe leven is met Christus verborgen in God.
Christus is jullie leven.
Wanneer Hij verschijnt
zullen ook jullie met Hem verschijnen in heerlijkheid.



Stilstaan bij…

Tot leven wekken
Kan ook vertaald worden met: verrijzen.
Concreet verwijst Paulus hier naar het doopsel van de christenen van Kolosse.

Zoeken
Merk op dat Paulus zich niet opstelt als iemand die alles weet. Door het woord ‘zoeken’ te gebruiken, heeft hij aandacht voor de eigen weg die elke christen in zijn persoonlijk leven aflegt.

Het aardse
= het materiële.

Gestorven
Dit ‘gestorven’ zijn is ook letterlijk terug te vinden in de onderdompeling in het doopwater, dat heel kort de verdrinkingsdood oproept.

Verborgen
Het nieuwe leven als christen heeft geen uiterlijkheden nodig, zoals: specifieke aanwijzingen bij wat men wel of niet mag eten. Het gaat om een innerlijk leven dat verborgen is in God.





Bij de tekst

Een nieuw leven

Wat het betekent dat het ‘oude leven’ gestorven is en wat het nieuwe leven inhoudt, werkt Paulus uit in het vervolg van zijn brief.
Wie als christen wil leven moet breken met de vroegere manier van leven waarbij het materiële een heel belangrijke plaats inneemt.
(= de oude mens loslaten - Kolossenzen 3, 5-9).
Doorheen het doopwater wordt een nieuwe persoon geboren die op Jezus gelijkt.
(= de nieuwe mens aannemen - Kolossenzen 3, 10-17).



Dwaalleren

.
In Kolosse en omgeving werd een soort gnostische dwaalleer aangehangen, die erin bestond dat men dacht:
de onmetelijke afstand tussen de onzichtbare God en de stoffelijke wereld van de mens kan alleen overbrugd worden door allerlei geestelijke en half-geestelijke middelaars of tussenwezens. Daarom moet de mens zich via ascese en het naleven van allerlei voorschriften bevrijden van het stoffelijke om zich met God te kunnen verbinden.

Paulus schrijft daarover: ‘Ofschoon zo’n zelfgemaakte religie, met haar zelfkastijding en minachting voor het lichaam, voor wijsheid moet doorgaan, is zij van geen waarde’ (Kolossenzen 2, 23). Met een speciale engelenverering keert men terug naar de oude slavernij van de machten van de kosmos;


.
Er waren ook invloeden die de joodse wetten ook voor christenen wilden verplichten, en aan de besnijdenis heel veel (te veel) waarde toekenden.