Inhoudstabel
…page…
Matteüs 4, 12-17.23-25: Jezus treedt op in Galilea
Matteüs 4, 12-17.23-25 // Marcus 1,14-15.39 // Lucas 4, 14-15.44
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1525-1526)
Johannes de Doper werd gevangengenomen. Toen Jezus dat hoorde, ging hij terug naar Galilea. Hij ging niet terug naar Nazaret, maar hij ging wonen in Kafarnaüm. Die stad lag bij het Meer van Galilea, in het gebied van Zebulon en Naftali.
Dat moest zo gebeuren, want de profeet Jesaja had gezegd: «Luister, gebied van Zebulon en Naftali, tussen de Jordaan en de zee! Luister, Galilea, land van de ongelovigen! Het volk leeft nu nog in het donker, maar het zal een stralend licht zien. De mensen leven nu nog in het land van schaduw en dood, maar ze zullen leven in het licht.»
Vanaf dat moment begon Jezus het goede nieuws te vertellen aan de mensen. Hij zei: ‘Dit is het moment om je leven te veranderen, want Gods nieuwe wereld is dichtbij.’
Jezus reisde rond in heel Galilea. In de synagogen gaf hij het volk uitleg over God. Hij vertelde het goede nieuws over Gods nieuwe wereld. En hij maakte alle mensen beter die ziek waren of pijn hadden
Het nieuws over Jezus werd bekend in heel Syrië. De mensen brachten alle zieken naar hem toe, en Jezus maakte iedereen beter. Mensen met ziektes en pijn, mensen die een kwade geest in zich hadden, en mensen die niet konden lopen.
Een grote groep mensen ging met Jezus mee. Ze kwamen uit Galilea en Dekapolis. En ook uit Jeruzalem, uit Judea en van de overkant van de Jordaan.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Toen Jezus hoorde dat Johannes gevangen genomen was,
ging Hij naar Galilea.
Hij liet Nazaret achter zich en ging wonen in Kafarnaüm,
aan de oever van het Meer van Galilea,
in het gebied van Zebulon en Naftali.
Zo ging het woord van de profeet Jesaja in vervulling:
‘Land van Zebulon en Naftali,
dat ligt aan de zee en de overkant van de Jordaan,
Galilea van de heidenen.
Het volk dat in duisternis zat, zag een groot licht,
en zij die zaten in de schaduw van de dood
werden door het licht beschenen.’
Van toen af aan begon Jezus tot de mensen te spreken.
Hij zei: ‘Bekeer jullie, want het Rijk van God is nabij!’
Jezus trok rond in heel Galilea.
Hij gaf er les in de synagogen,
verkondigde het goede nieuws van het Rijk van God
en genas alle ziekten en elke kwalen onder de mensen.
Het nieuws over Hem verspreidde zich in heel Syrië.
Allen die er slecht aan toe waren
en die gekweld werden door allerlei ziektes of pijn,
en ook bezetenen en maanzieken en verlamden bracht men bij Hem,
en Hij genas hen.
Grote groepen mensen volgden Hem.
Ze kwamen uit Galilea en Dekapolis, uit Jeruzalem en Judea
en uit het gebied aan de overkant van de Jordaan.
Stilstaan bij …
Galilea
(Hebreeuws = gewest van de heidenen)
Landstreek in het noorden van Palestina. Een streek met een multiculturele en multireligieuze bevolking, waar naast joden ook vele niet-joden leefden. De reden waarom Matteüs dit - naar Jesaja - een volk noemt dat in de duisternis zat.
Kafarnaüm
(= dorp van Nahum, of dorp van de troost)
Een drukke vissersplaats aan de noordwestkust van het meer van Galilea. Het was een grensplaats waar kooplui tol moesten betalen aan de Romeinse bezetter, en waar ook een Romeins garnizoen gelegerd was. Het was ook de woonplaats van Jezus en verschillende van zijn leerlingen.
Zebulon
Het gebied ten zuiden van het gebergte van Galilea, dat genoemd werd naar Zebulon, één van de twaalf zonen van Jacob (moeder: Lea).
Naftali
Het gebied ten oosten van het gebergte van Galilea, dat genoemd werd naar Naftali, één van de twaalf zonen van Jacob (moeder: Bilha, slavin van Rachel).
Land van de ongelovigen
Tijdens de Babylonische ballingschap waren in de gebieden van de stammen van Zebulon en Naftali mensen uit andere gebieden komen wonen, die zich mengden met de weinig bevolking die achtergebleven was. Na de ballingschap keken de teruggekeerde joden op hen neer.
Jesaja
Belangrijk profeet uit het O.T.
In zijn voorspellingen over de Messias zagen christenen later de voorspelling van Jezus Christus.
Het meer van Galilea
Dit meer is nu bekend onder de naam ‘Meer van Kinneret’. ‘Kinneret is afgeleid van het Hebreeuwse ‘kinnor’, wat ‘harp’ betekent. Een verwijzing naar de vorm van het meer’ en ook naar de stad Kinneret, die zich vroeger in het Noorden van het meer bevond.
In het Nieuwe Testament wordt over dit meer met verschillende namen gesproken:
Matteüs en Marcus hebben het over het 'Meer van Galilea', waarmee ze verwijzen naar de landstreek waarin het meer ligt.
Lucas heeft het over het 'Meer van Gennesaret'.
Johannes noemt dit meer het 'Meer van Tiberias', genaamd naar de stad die Herodes Antipas, zoon van de beroemde koning Herodes de Grote, in na Christus op de oever van het meer bouwde ter ere van zijn Romeinse beschermheer.
Het is een heel groot meer in het Noorden van Israël: ongeveer 150 km2, 12 km breed en 21 km lang. Het is het laagst gelegen zoetwatermeer ter wereld (210m onder de zeespiegel). Het water ervan wordt gebruikt als drinkwater voor een groot gedeelte van Israël.
Dit meer is bekend om de sterke wisselingen in het weer. Dit komt omdat er een groot temperatuurverschil is tussen de oevers en de veel hogere bergen rondom het meer. Plotseling kan de wind opsteken en vanaf de omringende bergen op het meer vallen, waardoor het stormt. Als de wind gaat liggen, wordt het meer weer rustig en kalm.
Kolkend, woelig water was voor de joden een beeld voor situaties waarin mensen bedreigd werden; crisis, dood, zonde, vervolging, allerlei moeilijkheden, gevaren…
Synagoge
(Grieks = bijeenkomst, vergadering)
In een synagoge komen joden bijeen om te bidden (God loven en danken) en de bijbel, het woord van God, te bestuderen.