Loading...
 

Lucas 23, 26 – 23, 34

2 Lijden


…page...

Lucas 23, 26 – 23, 34: Het lijden van Jezus 

Lucas 23, 26 – 23, 34 // Matteüs 27, 27-61 // Marcus 15, 16-41



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1669)

De soldaten brachten Jezus weg om hem te doden. Onderweg kwamen ze een man tegen. Die heette Simon van Cyrene, en hij kwam net de stad in. Simon moest van de soldaten het kruis van Jezus dragen en achter hem aan lopen.
Een grote groep mensen liep achter Jezus aan. Er waren ook vrouwen bij die verdrietig waren en om Jezus huilden. Maar Jezus draaide zich naar hen om en zei: ‘Vrouwen van Jeruzalem, huil niet om mij. Jullie kunnen beter huilen om jezelf en om jullie kinderen. Want er zal een verschrikkelijke tijd komen. Het wordt zo erg, dat de mensen zeggen: ‘Het is nu beter om helemaal geen kinderen te hebben. Vrouwen zonder kinderen hebben geluk. Als je nooit een kind kon krijgen, heb je nu geluk.’ In die tijd zullen mensen tegen de bergen roepen: ‘Val toch op ons neer!’ En tegen de heuvels: ‘Bedek ons toch!’ Nu is het nog vrede. En kijk wat er met mij gebeurt! Wat voor verschrikkelijke dingen zullen er dan met jullie gebeuren als het straks oorlog is?’



Dichter bij de tijd

(C. LETERME, Map Bijbel in 1000 seconden, fiche die hoort bij Lucas 22,14 - 23,56)

Ze voeren Hem weg om Hem te kruisigen.
Onderweg houden ze Simon uit Cyrene tegen, die van zijn akker komt.
Ze laten hem het kruis achter Jezus dragen.
Heel veel mensen volgen Hem.
Er zijn vrouwen bij, die rouwen en treuren om Hem.
Jezus draait zich om en zegt: ‘Vrouwen van Jeruzalem, huil niet om Mij,
huil liever om uzelf en uw kinderen.’
Er worden ook nog twee misdadigers weggevoerd
om samen met Hem terecht gesteld te worden.
Wanneer ze op de Calvarieberg komen, slaan ze Hem aan het kruis.
En ook de twee misdadigers, de een rechts en de ander links van Hem.
Jezus zegt: ‘Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.’
De mensen staan toe te kijken.
De leiders lachen Hem uit en zeggen: ‘Hij heeft anderen gered.
Als Hij de Messias van God is, dan moet Hij zichzelf nu maar redden!’
Ook de soldaten spotten met Hem. Ze brengen Hem wijn en zeggen:
‘Ben jij de koning van de Joden? Red dan jezelf!’
Boven zijn hoofd hangt het opschrift: ‘Dit is de koning van de Joden.’
Eén van de misdadigers die daar hangen zegt smalend:
‘Ben jij de Messias? Red dan jezelf en ook ons!’
Maar de ander zegt afkeurend:
‘Heb jij dan geen ontzag voor God? Jij ondergaat dezelfde straf als Hij.
In ons geval is dat terecht, want wij krijgen ons verdiende loon.
Maar die man heeft niets verkeerds gedaan.’
Daarop zegt hij: ‘Jezus, vergeet mij niet wanneer U in uw koninkrijk komt.’
Jezus zegt: ‘Ik beloof je, vandaag nog zul je bij Mij zijn in het paradijs.’
Rond de middag wordt het donker in heel het land, tot drie uur.
Er is een zonsverduistering.
Het voorhangsel in de tempel scheurt middendoor.
Jezus roept luid: ‘Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest.’
Na deze woorden sterft Hij.
De honderdman, die ziet wat er gebeurt, verheerlijkt God en zegt:
‘Waarachtig, die man was een rechtvaardige.’
Alle mensen die kwamen kijken, gaan naar huis.
Ze slaan zich op de borst als teken van rouw.
Alle vrienden van Jezus blijven toekijken vanuit de verte.
Ook de vrouwen die Hem volgden vanuit Galilea.



Stilstaan bij…

Barabbas
(= ‘zoon van de vader/leraar’)


Tuchtiging
Met die tuchtiging wordt een geseling bedoeld, waarbij men iemand slaat met een gesel, een stok met lederen riemen, waar metalen bolletjes de uiteinden van verzwaarden. De joden gaven maximum 39 (net niet 40!) slagen. De Romeinen schreven geen maximum aantal slagen voor.


Kruisiging
Het kruisigen, en de geseling die eraan voorafging, was een straf uit het Oosten, die de Romeinen toepasten op slaven en niet-burgers voor moord, roof, verraad en rebellie. Deze doodstraf was bedoeld voor staatsgevaarlijke misdadigers. Cicero schreef erover als 'de wreedste en walgelijkste van alle straffen'. Wie gekruisigd werd, stierf een pijnlijke langzame dood door verstikking.
Keizer Constantijn schafte in 313 na Christus de kruisdood af.


Simon uit Cyrene
Simon was vermoedelijk een jood die afkomstig was van Cyrene, een Romeinse kolonie op de kust van Noord-Afrika (in het huidige Libië).
Daar woonden toen vele joden.
Enkele buiten-bijbelse bronnen zeggen dat hij niet alleen het kruis van Jezus droeg, maar ook in zijn plaats werd gekruisigd.


Schedel
(Aramees = Golgotha; Latijn = Calvaria)
De naam schedel kan ontleend zijn aan de vorm van de heuvel, maar kan ook herinneren aan een legende die vertelt dat de schedel van Adam daar begraven ligt.





Bijbel en kunst

J. BOSCH (?)

De kruisdraging (1510-1516)

Hiëronymus (Jeroen) van Aken (1450-1516) was de oorspronkelijke naam van deze kunstschilder, die zijn hele leven woonde in ’s- Hertogenbosch (den Bosch). Dit bezorgde hem de naam Bosch.
Hij leefde in de overgangstijd tussen Middeleeuwen en Renaissance en legde persoonlijke opvattingen in de bestaande traditionele Bijbeltaferelen.

Kruisdraging

Olieverf op eiken paneel, 76,7 x 83,5 cm
Museum voor Schone Kunsten, Gent



Bijna in het midden van dit schilderij is Jezus te zien. Zijn gelaat dat rust en sereniteit uitstraalt steekt af tegen de vele verwrongen gezichten die het omringen. In zijn tijd geloofde men dat lelijkheid een teken was van de duivel.

In de diagonaal die van links onder naar rechts boven het schilderij gaat zijn nog twee gezichten te zien die niet verwrongen zijn:
. dat van Veronica (links onder), die in haar handen het doek draagt waarmee ze gezicht van Jezus heeft afgedroogd. De afdruk van Jezus' gezicht is op het doek te zien. De naam Veronica betekent: 'het ware gelaat'.
. en dat van een man die erg bang is (rechts boven). Hij is wellicht een vriend van Jezus die door de man rechts bedreigd wordt. Het gezicht van de man links van hem spreekt boekdelen.

In de diagonaal die van links boven naar rechts onder gaat is de kruisbalk te zien. Links bovenaan zijn twee handen te zien van iemand die het kruis mee helpt dragen.



Op dit ogenblik wordt in twijfel getrokken of dit werk echt van Jeroen Bosch is: op het werk ontbreekt de aanwezigheid van de meest onwaarschijnlijke en fantasierijke wezens, en de tekening onder de verflaag blijkt veel schetsmatiger dan bij de overige werken van Jeroen Bosch.