Loading...
 

Jozef - Genesis 37-47

2 Foto

(Morguefile free stock photo license)


...page... Wiki page pagination has not been enabled.

Genesis 37 - 47: Jozef

De tekst

Dichter bij de tijd

(C. LETERME, Map Bijbel in 1000 seconden, fiche die hoort bij Genesis 37-47)

Jozef, een van de zonen van Jacob (naar Genesis 37, 1-36)
Dit is het verhaal van Jozef.
Jozef heeft elf broers. Tien zijn ouder als hij. Benjamin is zijn jongste broer.

De tien grote broers van Jozef houden niet van hem: hij is een verklikker.
Als ze maar iets verkeerd doen loopt Jozef naar hun vader Jacob om het te zeggen.
Ze zijn ook jaloers op Jozef want vader Jacob ziet hem het liefste.
Niet lang geleden heeft vader voor Jozef een heel mooi kleed laten maken.
Zijn broers vinden dat erg, ze willen voor zich ook wel zo'n kleed.
En er is nog iets wat ze niet graag hebben bij Jozef:
hij droomt vreemde dromen, waar ze niet van houden.
Zo droomt Jozef dat de zon, de maan en elf sterren zich voor hem buigen.
En Jozef zegt dan: 'die elf sterren, dat zijn jullie'
'Dat is het toppunt' zeggen zijn broers en ze willen niets meer met Jozef te maken hebben.

Op een dag zijn de grote broers al van 's morgens vroeg vertrokken met de schapen
om in de bergen eten voor ze te zoeken.
Rond de middag zegt vader Jacob tot Jozef: 'Ga naar je broers,
kijk hoe het met hen gaat en kom het mij dan vertellen'.
Jozef gaat er heen. Zijn broers zien hem al van in de verte komen.
'Zie eens wie daar aankomt, onze grote dromer' zeggen ze.
En als Jozef dicht bij hen is nemen ze hem vast, trekken hem het mooie kleed uit
en werpen hem in een uitgedroogde waterput. 'Nu zijn we van hem verlost' zeggen ze.
En ze kijken verder om naar hun kudden terwijl Jozef diep in de droge put zit.

Een tijdje later hoort Jozef heel wat stappen en mensen die druk praten.
Dan merkt hij dat ze hem uit de put helpen.
Maar wat gebeurt er nu? Zijn broers verkopen hem aan de vreemde mannen,
waarmee ze even tevoren aan het praten waren.
Die nemen Jozef geboeid mee met hun karavaan naar Egypte.

'Nu hebben we ons gemakkelijk van Jozef kunnen afmaken' zeggen de broers
'Maar wat zal vader hiervan zeggen. Jozef is zijn liefste zoon.'
Een van hem neemt het mooie kleed en sopt het in het bloed van een schaapje dat ze gedood hadden.
'We zullen vader het kleed tonen en vragen: is dit misschien het kleed van uw zoon?
En dan zal vader denken dat Jozef door wilde dieren is aangevallen
en door hen is opgegeten.

Als ze 's avonds thuis komen en het kleed aan vader Jacob tonen
is vader Jacob heel diep verdrietig: 'Ik zal mijn lieve zoon nooit meer weerzien! Hij is dood!'


Jozef, een dienaar van Potifar (naar Genesis 39,1 - 41,45)
Terwijl vader Jacob weent en kijkt naar het kleed van Jozef,
wordt hij door de vreemde mannen op de markt verkocht als een slaaf.
Zo komt hij in het huis van Potifar, een belangrijk man die werkt bij Farao, de koning van Egypte.
Hij doet er heel veel werk en hij doet het goed. Potifar is er erg blij om.
Daarom zegt hij op zekere dag tegen Jozef:
'Vanaf vandaag ben jij de belangrijkste dienaar in mijn huis, alle anderen moeten naar jou luisteren.'
Jozef doet zijn werk verder.
Op een dag roept de vrouw van Potifar hem. Ze is verliefd geworden op Jozef en ze wil hem dat zeggen.
Jozef weet niet wat hij hoort. Hij zegt: 'Ik wil helemaal niet verliefd worden op de vrouw van mijn baas.'
De vrouw wordt erg kwaad. En Jozef loopt weg.
's Avonds zegt de vrouw aan Potifar: 'Nu moet je toch eens horen Jozef is verliefd op mij.
Dat kan toch niet, wat denkt hij wel!'
Dat was gelogen, maar dat weet Potifar niet en hij stuurt Jozef naar de gevangenis.

Al vlug mag Jozef voor de andere gevangenen mee helpen zorgen.
Op een dag zegt een van de gevangenen tegen hem:
'Ik had een vreemde droom. Ik droomde dat ik een wijnstok had.
Daar kwamen drie ranken aan en aan die ranken kwamen druiven.
Toen nam ik die druiven, perste ze en gaf ze aan Farao te drinken.'
Jozef denkt diep na. Dan zegt hij: dat betekent dat je binnen drie dagen uit de gevangenis mag.'
En zo gebeurt: drie dagen later komt de man vrij
en mag hij terug werken bij Farao, de koning van Egypte.

Twee jaar later...
Het is nacht. Farao schiet verschrikt wakker uit zijn slaap.
Hij roept een aantal mannen bij zich en zegt: 'Nu heb ik toch een vreemde droom gehad.
Ik droomde van zeven mooie vette koeien en toen kwamen er zeven lelijke magere
en toen ... toen aten de zeven magere koeien de zeven vette op.'
Niemand kan deze vreemde droom verklaren. Tot de wijnschenker terugdenkt aan Jozef.

Jozef mag uit de gevangenis om de droom van Farao te verklaren.
Hij zegt: 'Zeven jaar zal er heel veel graan zijn en dan zal er zeven jaar hongersnood zijn
maar de mensen zullen niet van honger doodgaan,
omdat ze zullen eten van de voorraden van de voorbije jaren.'
Dan zegt Farao tot Jozef: 'Jozef, ik denk dat wat jij zegt juist is.
Wil jij ervoor zorgen dat we de eerste zeven jaar al dat graan in schuren kunnen doen
en dat het daarna goed verdeeld wordt?'
Jozef zegt: 'Dat wil ik doen, Farao.'


Jozef, de onderkoning van de farao (naar Genesis 41, 46 - 45, 28)
Jozef is nu onderkoning van Egypte.
Hij zorgt dat al het graan dat er teveel is opgeslagen wordt in grote schuren.
Na zeven vruchtbare jaren houdt het op met regenen. Niets groeit er nog.
De mensen lijden honger, maar niet in Egypte. Daar zorgt Jozef voor.

Op zekere dag komen tien mannen bij hem. Het zijn zijn tien grote broers.
Jozef herkent ze, maar zij herkennen hem niet.
Hij spreekt hen heel nors aan: 'Wie zijn jullie? Ik denk dat jullie bedriegers zijn.'
'Dat zijn we niet', zeggen ze, 'wij zijn tien broers die naar hier gekomen zijn om graan te kopen.
Maar Jozef gelooft hen niet en zegt dat ze hun jongste broer moeten meenemen
om te tonen dat ze niet liegen.
Intussen moet één van de broers, Simeon, in de gevangenis blijven tot ze terugkomen.

Verdrietig gaan negen broers naar huis.
Onderweg zeggen ze: 'Wat zal vader hiervan zeggen? Hij is zijn liefste zoon Jozef kwijt.
Simeon is gevangen in Egypte en nu moet Benjamin naar Egypte...'
Thuis gekomen vertellen ze hun droevig verhaal en besluiten ze niet direct terug naar Egypte te gaan.

Maar de grond blijft droog en de voorraad raakt op. Dan zegt vader Jacob:
'Jongens, ga naar Egypte, want als we er geen graan kopen dan gaan we hier allen dood van de honger.

Zo gaan ze terug naar Egypte samen met Benjamin.
Daar worden ze heel hartelijk ontvangen door de onderkoning die nu helemaal niet zo nors is.
Omdat Benjamin met hen mee is mag Simeon uit de gevangenis.
Wanneer ze al hun zakken vol met graan hebben gaan ze goedgezind naar huis.

Maar hé... wie komt daar achterna gelopen? Een dienaar van de onderkoning.
Hij zegt: 'Jullie zijn dieven, jullie hebben de zilveren beker van mijn koning geroofd!'
'Dat kan niet', zeggen de broers, 'kijk maar onze bagage na.'
De dienaar doet dat. Wanneer hij de zak graan van Benjamin opent roept hij:
'Ik heb jullie dieven genoemd en dit is het bewijs!'
en hij zwaait met de zilveren beker boven zijn hoofd.
Juda, een van de broers zegt: 'Als dat zo is, dan zijn we uw gevangenen.'
'Neen, zegt de dienaar 'alleen de dief moet gevangen worden.'
Maar Juda denkt aan zijn vader en aan het verdriet dat hij zal hebben
als hij verneemt dat Benjamin in de gevangenis zit.
En hij zegt: 'Nee, wij gaan allemaal samen mee.'

Jozef ziet dat al zijn broers terugkomen. Hij verneemt ook dat ze hun vader geen verdriet willen doen.
Dat doet hem wenen.
'Ik ben Jozef', zegt hij. De broers kijken op.
'Ik ben Jozef die jullie aan vreemde mannen verkocht hebben.
Zo ben ik in Egypte gekomen en ben ik uiteindelijk onderkoning geworden.
Ik ben niet langer kwaad op jullie. Ik denk dat God wou dat dit gebeurde zodat ik jullie nu kan helpen.'
En Jozef omhelst elk van zijn broers.
Enkele dagen later willen ze naar huis gaan.
Jozef zegt: 'Zeg tegen vader Jacob dat hij naar Egypte moet komen. Hier hoef je geen honger te hebben.'

Toen vader Jacob al dit goede nieuws hoorde, maakte hij plannen om naar Egypte te gaan.
Dan zou hij zijn lieve Jozef terugzien.
Wat ook gebeurt.



Stilstaan bij ...

Jozef
is de oudste zoon van Rachel, de liefste vrouw van Jacob.

Droom
Dromen werden in de oudheid gezien als een soort voorspelling van wat later zal gebeuren. In Egypte beschouwde men dromen als belangrijke voortekenen.
In de Bijbel dragen ze vaak een boodschap van God.
Tegenwoordig worden dromen gezien als een manifestatie van de diepste persoonlijkheid van een mens.
In elk van die gevallen openbaart een droom iets waar de mens zich voordien niet bewust van was.

Put
In deze context: beeld voor een uitzichtloze situatie.

Twintig zilverlingen
Een zilveren sjekel was in de tijd van Jozef geen munt, maar 8, 33 gram zilver. Dit betekende dat Jozef verkocht werd voor 166 gram zilver, dezelfde prijs als voor een slavin. (Maar Jozef was nog jong!)

Beker
Vanuit een negatieve ervaring met zijn broers wil Jozef weten hoe ze voor Benjamin zullen zijn wanneer die in gevaar verkeert: zullen ze alleen maar aan zichzelf denken of zullen ze voor hem opkomen en hem niet in de steek laten.
Als Juda zegt 'Ik wil je slaaf worden' weet Jozef genoeg.

Onderkoning
Jozef ontvangt zijn titel op een typisch Egyptische manier. Hij wordt met koninklijke eer behandeld en krijgt een zegelring, linnen kleren en een gouden keten.

Farao
'Farao' is de naam voor de koning van Egypte. Het woord zelf betekent: groot huis of paleis. Meestal waren mannen farao, een zeldzame keer waren ook vrouwen farao.

Bij de droom van de farao
Interpretatie van de farao: er is een tijd van geluk en dan een tijd van ongeluk.
Interpretatie van Jozef: dat hoeft niet zo te zijn - mijn God geeft de mensen de kans om er zelf iets op te vinden.

Handelaars
Handelaars reisden tussen Egypte, Mesopotamië (het gebied waar nu Irak ligt) en Klein-Azië (daar ligt nu Turkije). Ze reisden in groep, een ‘karavaan’. Ze verkochten kostbare kruiden, geurige olie en ook mensen, die nadien als slaaf tewerk gesteld werden.

Manasse
Naam van de oudste zoon van Jozef. Die naam betekent: die doet vergeten. Jozef gaf hem deze naam omdat God ervoor zorgde dat hij in Egypte zijn verdriet vergat en zijn familie niet meer miste (Genesis 41, 51).

Efraïm
Naam van de tweede zoon van Jozef. Die naam betekent: dubbel vruchtbaar. Jozef gaf hem deze naam omdat hij blij was dat hij in Egypte, waar hij eerst zo ongelukkig was, twee zonen kreeg. (Genesis 41, 52).





Bij de tekst

Echt gebeurd?

De verhalen vanaf Genesis 12 zijn geen 'geschiedenis' in de hedendaagse betekenis van het woord. Het zijn teksten met verschillende 'historische' wortels. Zo is het verhaal van Jozef een typisch relaas van een groep Hebreeën die naar Egypte migreerde. Het was gewoon dat nomaden naar Egypte trokken, zeker als er hongersnood was. Onder de regering van de Hyksos waren ze er welkom. Tegelijk geeft de tekst een verklaring voor de vestiging van de Hebreeën in Egypte.

Van ± 1720 tot 1550 voor Christus was het Noorden van Egypte in handen van de Hyksos, Semitische heersers (herder-koningen). De Egyptische heersers zelf hadden zich in het Zuiden van het land teruggetrokken. Zo kwam het dat Jozef (lid van een Semitische herders-clan) het ver kon brengen in de Egyptische ambtenarij en dat zijn clan mocht wonen aan de Noord-Oostelijke grens van Egypte, wat ondenkbaar was onder het bestuur van een rasechte Egyptische farao.
Onder de regering van Ramses II vestigt de 19e dynastie zich terug aan de Nijldelta. Van dan af ziet Egypte de Semitische bevolking aan de Noord-oostelijke grens als een gevaar omdat men vreest dat die in oorlogsjaren de kant van de tegenstanders kiest. Daarom neemt Egypte maatregelen voor 'geboortebeperking'.



Wijsheidsliteratuur

In de Oudheid (o.a. in Egypte) wilde men met wijsheidsliteratuur jongeren het wijze gedrag bijbrengen om te slagen in hun leven of in hun loopbaan. Dit konden spreuken maar ook verhalen zijn. Wijs leven betekent: zich gedragen naar de wetten van de natuur van de dingen, een orde die de scheppende God in de wereld heeft gelegd. De verhalen van Jozef behoren tot deze wijsheidsliteratuur.



Religieuze waarde van dit verhaal

Een beeld van God?
Dit verhaal vertelt hoe God werkt in de mensenwereld.
- niet op een spectaculaire manier:
er zijn geen speciale openbaringen of wonderen

- maar doorheen het verloop van de gebeurtenissen.
Door het 'dal' van put en slavernij wordt Jozef een zegen voor zijn volk.

Van alle tijden zagen mensen in de natuur verwijzingen naar het bestaan van God. Zo dragen scheppingsverhalen en psalmen sporen van God die door de mens in de natuur ervaren wordt.

Typisch voor de bijbel is dat ze gebeurtenissen vertelt waarin de mens God aan het werk kan zien.
. Soms werden die gebeurtenissen zo sterk in de verf gezet dat de lezer zeker zou zien dat God aan het leven van mensen en volken een wending kan geven. (B.v. Doortocht door de Rietzee)
. Soms werden deze gebeurtenissen sober weergegeven en moet de lezer er zelf de zin in vinden. (B.v. Jozef-cyclus).


- op een ondoorzichtige wijze:
God gebruikt zelfs de boze wil van de mensen om de redding van zijn volk te realiseren.

- in mensen die zich langs hun beste kant laten zien

Voorbeeld: Jozef:
hij ziet als onderkoning voor het eerst zijn broers terug:
eerste reactie
Ik zet het hen betaald/ ik stel hen op de proef: ik laat Simon als gevangene achter.

Tweede reactie
Ik heb het goed met hen voor, ik geef hun het geld terug.


Hij ziet zijn broers voor de tweede keer terug:
Eerste reactie
Ik zet het hen betaald/ ik stel hen op de proef,
hij laat zijn zilveren beker steken in de tas van Benjamin

Tweede reactie
Hij heeft het goed voor met hen: hij nodigt ze uit in Egypte te komen wonen zodat ze geen honger meer hoeven te lijden.


Wanneer de dieptepunten in het verhaal meestal op rekening van mensen kunnen gebracht worden, dan zeggen de hoogtepunten ervan dat Jozef geluk heeft gehad. Dit geluk (alle goeds, volmaaktheid, heil...) komt - naar de overtuiging van Israël - enkel en alleen van God.




Een model voor de gelovige?
Door zijn broers verworpen en verlaten, ondervindt Jozef in alle omstandigheden hoe God hem trouw blijft. De trouw van God die Jozef ervaren heeft, inspireert hem tot een liefdevolle houding t.o.v. zijn broers



Relatie met het Nieuwe Testament

In een aantal opzichten lijken Jozef en Jezus op elkaar:
. Jozef wordt niet aanvaard door zijn broers - Jezus wordt niet aanvaard door Schriftgeleerden en farizeeërs
. Jozef wordt verkocht als een slaaf - Jezus wordt verkocht voor de prijs van een slaaf: 20 tot 30 zilverlingen
. Juda - Judas



Merk op

Kleding

In het verhaal van Jozef speelt kleding een belangrijke rol:

. Hij krijgt van zijn vader een prachtig kleed dat de ogen van zijn broers uitsteekt. Jozef was namelijk de zoon van Jacob en Rachel, zijn lievelingsvrouw, die stierf bij de geboorte van hun tweede zoon Benjamin. (Genesis 37, 3-4)

. De broers kunnen het niet zo goed vinden met Jozef en trekken hem zijn kleed uit voor ze hem in een put wierpen. (Genesis 37, 23-24)

Jozef Verkocht Als Slaaf

. Als slaaf zal Jozef zeker kleding gekregen hebben van Potifar, zijn baas, die werkte aan het hof van de farao. Wanneer de vrouw van Potifar verliefd wordt op Jozef, loopt Jozef weg en laat zijn kleed in haar handen achter. (Genesis 39,7-12)

. Jozef wordt uit de gevangenis gehaald om de dromen van de farao uit te leggen. Het vertrouwen van de farao in zijn organisatietalent is zo groot dat hij Jozef tot onderkoning maakt. Daarvoor geeft hij hem linnen kleren, een ring en een gouden ketting. (Genesis 41, 42)



Ester

Jozef komt terecht bij een buitenlands hof (bij de farao in Egypte) terecht waar hij onderkoning wordt en zo zijn volk kan redden.
Zoiets gebeurt ook in het Bijbelboek Ester. Ester komt als Joods meisje bij een buitenlands hof terecht (bij koning Ahasveros van Perzië) waar ze koningin wordt en zo haar volk kan redden als Haman het wil laten doden.





Bijbel en kunst

ANONIEM

Jozef wordt door zijn broers verkocht

Hortus Deliciarum, Josef Wird Von Seinen Brüdern Nach Ägypten Verkauft

uit: Hortus Deliciarum






B. DI FREDI

De dromen van Jozef (1367)

5 Bartolo

Collegiata Santa Maria Assunta, kapittelkerk in San Gimignano, Italië


Dit werk van de Italiaanse kunstschilder Bartolo di Fredi (1330-1410), maakt deel uit van een reeks fresco's die scènes uit het Oude Testament voorstellen in de linkerzijbeuk van de collegiata in San Gimignano.





CHAGALL

Jozef en zijn broers
Chagall Josephbrueder





Suggesties

Kleine kinderen

KENNISMAKEN MET DE TEKST UIT DE BIJBEL

Kleurvertelboek

Kopieer dit kleurvertelboek.
Vertel het verhaal met behulp van de tekst die bij de illustraties staat.
Nadien kleuren de kinderen het ‘boek’.





EVEN TESTEN

Zet in de juiste volgorde

O Zijn broers komen graan kopen bij Jozef.
O Jozef wordt verkocht als slaaf
O Zijn broers vinden geld in de graanzakken
O Er breekt hongersnood uit.
O Jozef is onderkoning in Egypte.
O Jozef krijgt een prachtig kleed.



Kies het juiste antwoord

(naar: Naomi, 2014 nr 4, p. 12)

Jozef is
O de oudste zoon van Jacob
O de lievelingszoon van Jacob
O de man van een zus van Jacob


Jozef krijgt
O een mooi kleed met vele kleuren
O twintig geldstukken
O zeven vette koeien


De broers van Jozef zijn
O blij voor hem
O erg jaloers
O bang


De broers besluiten om
O te klagen bij hun vader
O Jozef te eten te geven aan wilde dieren
O Jozef in een diepe put te gooien


Als er grote honger in het land komt,
O verwelkomt Jozef zijn broers en hij vergeeft hen
O stuurt Jozef hen tien zakken graan
O weigert Jozef om zijn broers nog terug te zien





Grote kinderen

EVEN TESTEN

Waar of niet waar?

O Jacob had zeven zonen
O De oudste was Jozef
O Hij was de lieveling van zijn vader
O Hij was jaloers op zijn broers
O De broers namen Jozef gevangen
O Ze verkochten hem aan de koningin van Egypte
O Ze vertelden aan hun vader dat een beest hem had opgegeten
O Jozef werd een belangrijk man
O Hij zorgde ervoor dat er in het land een hongersnood kwam.
O De broers van Jozef zochten eten in Egypte
O Jozef ontving hen met open armen
O Zijn broers herkenden hem niet
O Hij vroeg dat de jongste zoon Benjamin ook zou komen
O maar Benjamin bleef thuis bij zijn vader
O Om zijn broers te straffen, gaf Jozef hun slecht graan mee.
O Jozef bleef kwaad op zijn broers. Hij nam ze voor altijd gevangen.
O Op een dag vertelde Jozef aan zijn broers wie hij was.
O Jozef dankte God omdat hij aan zijn broers eten kon geven
O De broers werden heel kwaad op Jozef





INLEVEN

Rollenspel: het mooie kleed van Jozef

(C. LETERME in Simon plus, uitgeverij Averbode 2007, nr 7)

Een van de kinderen is Jozef.
Hij laat zijn mooie mantel zien.
- Van wie heeft hij die gekregen?

Enkele kinderen rukken het mooie kleed af.
- Hoe reageert het kind?
- Hoe is het als zo'n mooi geschenk van je wordt afgepakt?
- Ben jij ook al eens onheus behandeld?



'Lege stoel'

De kinderen leven zich in in de situatie van Jozef in de put.

Neem daarvoor een hoge doos (b.v. de verpakking van een koelkast) die je aan een van de zijden open maakt. De kinderen zitten rond die halfopen, Iege doos. Ze kunnen vragen stellen aan Jozef. Het kind dat een antwoord kan geven op de gestelde vraag, gaat in de doos zitten. Op dat moment is dàt kind Jozef, die antwoord geeft aan de kinderen. Als een kind een ander antwoord op de vraag heeft neemt dat kind plaats in de doos en geeft zijn/haar antwoord. Elk antwoord dat gegeven wordt, is goed.

Nadien:
- bespreking van het aanvoelen van deze werkvorm
- voorlezen van de Bijbeltekst die aan bod kwam.





DOEN

Tekenen

De kinderen krijgen de opdracht om de figuur van Jozef in de put te tekenen. Welk moment zij daarvoor uitkiezen (het vallen of het zitten onder in de put) staat daarbij vrij. Dat is een aanzet voor de kinderen om zich in de persoon van Jozef in te leven.

Hou een gesprek, wanneer de kinderen daarmee klaar zijn.
Leg daarbij het accent op Jozef, die op de bodem van de put zit:
- Wat zou hij doen in de put? Hoe zou hij zich voelen onder in de put?
- Wat zeggen zijn ogen daarover? Zou hij het warm hebben of juist koud?
- Als je met hem zou kunnen praten, wat zou je hem dan zeggen?
- Wat zou hij tegen jou zeggen? Wat zou hij jou vragen?
Terwijl de kinderen tekenen, kunnen ze in een individueel contact hierover vertellen: wat ze willen uitdrukken, wat hen aanspreekt, hoe ze dat moment willen tekenen ...