Inhoudstabel
…page…
Jeremia 26, 11-16.24: Jeremia spreekt in naam van God
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
De priesters en de profeten zeiden
tegen de edelen en de andere aanwezigen:
`Deze man moet gedood worden,
want hij heeft profetieën uitgesproken tegen deze stad.
Julie hebben het zelf gehoord.'
Maar Jeremia zei tegen hen:
`Al wat jullie gehoord hebben
aan bedreigingen tegen deze tempel en tegen deze stad,
sprak ik uit in opdracht van God.
Verbeter dus jullie leven, luister naar God.
Misschien krijgt Hij dan spijt over het ongeluk
waarmee Hij jullie heeft bedreigd.
Met mij kunnen jullie natuurlijk doen wat jullie willen:
ik ben in jullie macht.
Maar als jullie me doden, moet je wel weten
dat jullie onschuldig bloed brengen over jezelf,
over deze stad en over haar inwoners,
want ik verkondig dit allemaal in opdracht van God.
Toen zeiden de edelen en alle aanwezigen
tegen de priesters en de profeten:
`Deze man verdient niet gedood te worden.
Hij sprak tot ons in naam van God.'
Het was vooral aan Achikam, zoon van Safan, te danken,
dat Jeremia niet in handen viel
van het volk dat hem wilde doden.
Stilstaan bij …
Achikam
Een hoge ambtenaar aan het hof.
Zijn zoon, Gedalja, werd na de verwoesting van Jeruzalem aangesteld tot landvoogd van Juda. Zowel Achikam als zijn zoon Gedalja waren Jeremia gunstig gezind.
Safan
Vader van Achikam. Hij was hofschrijver tijdens de hervorming van koning Josia.
Bij de tekst
’Valse profeet’
‘Als er een profeet is die zegt dat hij in mijn naam spreekt zonder dat Ik hem een opdracht heb gegeven, of die spreekt in de naam van andere goden, dan moet die profeet gedood worden.’
Volgens deze tekst (Deuteronomium 18, 20) moet elke valse profeet ter dood gebracht worden. Maar de priesters en de profeten erkennen Jeremia als een ware profeet van God.