Loading...
 

Hosea 6, 1-6

2 Dauw

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Hosea 6, 1-6: God geeft leven

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1637)

De Israëlieten zeggen tegen elkaar: ‘Kom, laten we terugkeren naar de Heer. Hij heeft ons geslagen, hij heeft ons pijn gedaan. Maar hij zal onze wonden verzorgen en ons weer beter maken. 2Binnenkort geeft hij ons een nieuw leven. Dan zullen we veilig zijn bij hem.
Laten we onderzoeken wat de Heer van ons wil, zo snel mogelijk. Want hij komt naar ons toe! Dat is zeker, net zo zeker als het ’s ochtends licht wordt. Als de Heer komt, is hij weer goed voor ons, zoals regen goed is voor droog land.’

Maar de Heer zegt tegen de mensen van Israël en Juda: ‘Wat moet ik met jullie doen? Jullie liefde voor mij verdwijnt net zo snel als dauw in de ochtend. Daarom heb ik steeds mijn profeten naar jullie toe gestuurd. Zij waarschuwden jullie dat jullie zouden sterven.
Het is duidelijk wat ik van jullie wil. Ik wil geen offers, maar liefde. Ik wil dat jullie weten wie ik ben en wat ik van jullie vraag. Dat vind ik belangrijker dan offers.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

'Kom, laten we teruggaan naar God
Hij heeft ons verscheurd, Hij zal ons ook genezen
Hij heeft wonden geslagen, Hij zal ze ook verbinden.
Na twee dagen maakt Hij ons weer levend,
op de derde dag doet Hij ons opstaan
om weer te leven in zijn nabijheid.
Wij willen God liefhebben,
moeite doen om Hem te kennen.
Hij komt zo zeker als het licht in de morgen,
Hij komt over ons als de regen,
als de lenteregen die de aarde drenkt.'

Wat moet Ik met jou beginnen, Efraim?
Wat moet Ik met jou beginnen, Juda?
Jullie vroomheid is als de morgennevel,
als de dauw die verdwijnt met de eerste zon.
Daarom stuurde Ik profeten met mijn woorden,
bracht Ik dood door de woorden van mijn mond.
Mijn oordeel brak door als het licht.
Want liefde wil Ik, geen offers,
Ik wil dat jullie weten wie Ik ben
en wat Ik van jullie verlang.
eerder dan brandoffers.




Stilstaan bij …

Verscheurd
Eerder werd God voorgesteld als een dier (leeuw / luipaard / berin) dat Israël verscheurde. Hiermee verwijst Hosea naar Israël dat voor de ondergang bestemd is.

De derde dag
De derde dag verwijst naar de beslissende dag, de dag van God. God treedt dan bevrijdend op en opent een nieuwe toekomst.

Kennen
In de Bijbel betekent 'kennen' een persoonlijke relatie hebben. Daarom kan 'kennen' ook vertaald worden en met 'liefhebben'. God kennen veronderstelt dat men God aan het werk heeft gezien in de geschiedenis van Israël en zich met Hem verbonden weet.

Lenteregen
Vreemd genoeg gebruikt Hosea beelden uit de godsdienst van de Kanaänieten (Baälcultus) om over God te spreken.

Efraïm
Efraïm was een stam uit het Noordrijk, die terugging op Efraïm, een zoon van Jozef en zijn Egyptische vrouw, een kleinzoon van Jakob en Rachel.

Juda
Juda een stam uit het Zuidrijk, die terugging op Juda, de vierde zoon van Jakob en Lea. De stam Juda was het meest belangrijk in de geschiedenis van Israël: David behoorde tot die stam en Jeruzalem behoorde tot het gebied van Juda.

Ochtendnevel
Hosea gebruikt dit beeld om te zeggen dat de liefde van Efraïm en Juda verdampt als dauw in de zon.

Liefde / Barmhartigheid
Uiteindelijk gaat dit over goede menselijke relaties. Wie zich uiterlijk aan de geboden van God houdt, maar er in zijn hart niet toe komt goede relaties te beleven, is schijnheilig.





Bij de tekst

Hosea

Klik hier voor meer informatie over deze profeet.



Opbouw

Hosea 6, 1-3Lied van hen die zich willen bekeren
Hosea 6, 4-6Het antwoord van God




Betekenis

De Israëlieten bekennen schuld, en hopen dat het hierdoor weer goed kan komen met God. Maar God vindt hun houding schijnheilig: het is allemaal uiterlijk vertoon. Wat God wil is:
. doorleefde liefde, geen liefde van voorbijgaande aard
. eerbied, zorg voor de medemens, geen offers



Hosea en het Nieuwe Testament

In de parabel van de barmhartige Samaritaan komen drie mensen voorbij:
. een priester en een leviet die betrokken zijn bij de offerrituelen in de tempel van Jeruzalem
. een Samaritaan die barmhartigheid betoont en zorgt voor zijn medemens.

Een illustratie bij: 'Want barmhartigheid wil Ik, en geen offer' (Hosea 6, 6)