Inhoudstabel
...page... Wiki page pagination has not been enabled.
Ruth 1 - 4: Ruth
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Noömi woont met Elimelik in Betlehem. Samen hebben ze twee zonen.
Er is geen eten meer in Betlehem. Daarom trekt Elimelek samen met zijn vrouw Noömi en zijn twee zonen naar het land Moab.
Terwijl zij daar wonen sterft Elimelek. Zijn vrouw blijft achter met haar zonen.
Ze trouwen beide met een vrouw uit de streek. De ene heet Orpa, de andere Ruth.
Ongeveer tien jaar later sterven de zonen. Noömi blijft alleen achter.
Samen met haar schoondochters wil ze terug naar Betlehem, want zij heeft gehoord dat de hongersnood voorbij is. Onderweg zegt ze tegen haar schoondochters:
- Ga maar terug naar het huis van je moeder.
Dan kust zij hen. Maar zij beginnen luid te wenen en te protesteren:
- Nee, wij willen met u teruggaan.
- Waarom zouden jullie dat doen? Ga toch terug!
Zij blijven luid wenen. Ten slotte kust Orpa haar schoonmoeder vaarwel. Maar Ruth klemt zich aan haar vast.
- Je schoonzus gaat terug naar haar volk. Ga toch met haar mee! zegt Noömi.
- Waar u gaat, zal ik gaan. Waar u blijft, zal ik blijven. Want uw volk is mijn volk, en uw God is mijn God.
Als Noömi ziet dat Ruth zo vastbesloten is om met haar mee te gaan, dringt zij niet langer aan. Samen gaan ze naar Betlehem.
- Kijk, daar is Noömi! roepen de vrouwen uit Betlehem.
- Noem mij maar liever Mara, zegt Noömi, want God heeft mij een heel bitter leven gegeven.
Het is het begin van de gersteoogst. Ruth zegt tegen Noömi:
- Noömi, ik wil naar het land gaan om aren te verzamelen.
- Doe dat, Ruth,
Ruth gaat. Toevallig komt ze op de akker van Boaz.
- Weten jullie wie die jonge vrouw is? vraagt hij aan de maaiers.
- Ze is uit Moab met Noömi meegekomen. Zij vroeg of zij aren mocht verzamelen op het land.
Sinds vanmorgen is zij aan een stuk door bezig. Ze heeft amper gerust.
- Luister, zegt Boaz tegen Ruth, je moet niet nog elders gaan. Blijf gerust op deze akker
en sluit je aan bij de vrouwen die hier werken.
Als je dorst krijgt, drink dan van het water dat de knechten geput hebben.
- Waarom bent u zo goed voor mij? Ik ben maar een vreemdelinge.
- Ik heb gehoord wat je na de dood van je man allemaal voor je schoonmoeder hebt gedaan.
Je hebt je geboorteland verlaten om naar een volk te gaan dat onbekend voor je was.
Ik hoop dat God je daar rijkelijk voor beloont.
- U bent heel goed voor mij, mijnheer.
Wanneer het tijd is om te eten, zegt Boaz:
- Ruth, kom maar samen met ons eten en je brood dopen in de azijn.
Ruth gaat bij de maaiers zitten. Boaz geeft haar gepoft graan.
Zij eet tot ze geen honger meer heeft en houdt nog over.
Wanneer zij opstaat om verder aren te verzamelen, zegt Boaz aan zijn knechten:
- Laat opzettelijk wat aren uit de schoven vallen.
Ruth blijft op het land tot het avond is. Wanneer zij alle gerstekorrels bijeen doet, heeft ze een zak van bijna 10kg Daar gaat ze mee naar Noömi, haar schoonmoeder, en toont hoeveel ze verzameld heeft. Daarna geeft ze haar ook het overschot van de maaltijd.
- Ruth, waar heb jij vandaag aren verzameld? Wie was zo vriendelijk voor jou?
- Ik heb gewerkt bij Boaz.
- Die man is nog familie van ons.
Ruth blijft bij de vrouwen die bij Boaz werken tot het einde van de gerste- en tarweoogst.
Op een dag zegt Noömi tegen Ruth:
- Je weet dat Boaz, bij wie je gewerkt hebt, familie van ons is. Ga er vanavond naartoe.
Ruth gaat naar hem toe. Midden in de nacht schrikt Boaz wakker. Hij gaat overeind zitten en ziet een vrouw.
- Wie ben je?
- Ik ben Ruth, u hebt familieverplichtingen tegenover mij.
- Ruth, iedereen in de stad weet dat je een bekwame vrouw bent. Ik heb inderdaad familieverplichtingen tegenover jou, maar er is nog iemand die zo’n verplichtingen heeft en die meer familie van jou is dan ik. Als die man morgen zijn verplichtingen tegenover jou wil nakomen, goed, dan doet hij dat maar. Is dat niet zo, dan zal ik mijn verplichtingen tegenover jou nakomen. Kom hier met je omslagdoek en houd hem open.
Zij houdt hem open en hij doet er zes maten gerst in.
Daarna gaat zij naar haar schoonmoeder.
- Hoe was het, Ruth?’
- Boaz heeft me zes maten gerst meegegeven.
- Blijf nu maar hier, Ruth, tot de zaak geregeld wordt.
Intussen gaat Boaz naar de stadspoort. Als hij de man ziet voorbijkomen die familieverplichtingen heeft tegenover Ruth, roept hij:
- Hé, kom eens hier en ga zitten!
De man komt en gaat zitten. Daarop haalt Boaz er tien van de oudsten van de stad bij.
Wanneer zij neerzitten zegt hij tegen de man die verplichtingen heeft tegenover Ruth:
- Noömi wil het stuk land verkopen dat eigendom was van Elimelek. Ik vond dat je dit moest weten. Als je van je recht gebruik wilt maken, doe het dan. Wil je het niet, zeg het dan, want na jou heeft niemand nog rechten, behalve ik.
- Ik laat mijn recht gelden.
- Als je de akker koopt, dan koop je ook Ruth, de weduwe van haar zoon. Zo kan de naam van de overledene voortbestaan op zijn land.
- Dan zal ik mijn recht niet laten gelden. Boaz, koop jij die grond maar!
Dan zegt Boaz tegen de oudsten en al de anderen:
- Hiermee zijn jullie er getuige van dat ik het bezit van Elimelek koop. Bij deze koop is Ruth ingesloten, de weduwe van een van de zonen. Ik zal met haar trouwen, zodat de naam van de overledene kan voortbestaan.
- Wij zijn getuige! roepen het volk in de poort en de oudsten.
Zo wordt Ruth de vrouw van Boaz. Wat later krijgt ze een zoontje.
- God zij dank, dat je nu een erfgenaam hebt gekregen, zeggen de vrouwen tegen Noömi, hij zal je doen herleven en voor jou zorgen als je oud bent.
Noömi neemt het kind op haar schoot en verzorgt het. De buurvrouwen geven het kind een naam. Zij noemen het: Obed. Hij wordt de vader van Isaï en de grootvader van David.
Stilstaan bij ...
HOOFDSTUK 1
Rechters
Dit waren leiders in Israël voor de tijd van de koningen. Ze waren aanvoerders in oorlogstijd of spraken recht. Ze beschermden het nationale en religieuze leven in Israël, meestal in conflict met de Filistijnen en de Kanaänieten.
Betlehem
(= broodhuis)
Stad 7 km ten zuiden van Jeruzalem. Plaats waar Rachel, de lievelingsvrouw van Jacob werd begraven.
Lees meer over deze stad.
Juda
Zuidelijke landstreek van Palestina. De streek waarin Jeruzalem zich bevindt, de belangrijkste stad voor de joden.
Moab
In de tijd van het Oude Testament was Moab een vruchtbare hoogvlakte ten oosten van de Dode Zee. De Moabieten, de bewoners van Moab, waren verwant aan de Israëlieten. Hun stamvader was Moab, een zoon van Lot, de neef van Abraham. Hun relaties waren niet erg vriendschappelijk. Voor de Israëlieten waren ze vreemdelingen en afgodendienaars. Hun cultuur stond op een redelijk hoog peil.
Elimelek
(= God is koning)
Noömi
(= de lieflijke)
Een vrouw uit Israël. Zij is met haar gezin naar Moab gevlucht omdat er in Israël hongersnood was.
Machlon
(= de zieke) en Kiljon (= de zwakke)
Naam van de beide zonen van Noömi. Beide zijn gehuwd met een meisje uit Moab (Ruth en Orpa). Kort na hun huwelijk sterven ze.
Orpa
(= zij die de rug toekeert, afvallige, weerspannige)
Ruth
(= vriendin, gezellin)
Een vrouw uit het land Moab, een buurland van Israël. Zij trouwt met een zoon van Noömi, die met haar gezin uit Betlehem was gevlucht omwille van de hongersnood. Wanneer haar man en haar schoonvader overleden zijn, gaat Ruth samen met haar schoonmoeder terug naar Betlehem. Daar wordt ze opgenomen in het volk van Noömi. Zij huwt met Boaz en wordt de overgrootmoeder van koning David.
Haar geschiedenis situeert zich in de tijd van de Rechters.
Alleen achter
Alleen achterblijven betekent voor een vrouw een uitzichtloze situatie. Want zonder man is er geen eten, en zonder zonen die moesten voorzien in het levensonderhoud van een weduwe, is er geen toekomst. Noömi's levensweg loopt dus dood.
Mara
(= de bitter bedroefde)
Noömi laat zich Mara noemen na alles wat haar overkomen is. Een naam blijkt dus de weergave van iets van het leven of het karakter van de mens in kwestie.
Gersteoogst
Deze oogst valt in de periode waarin het joodse paasfeest gevierd werd.
HOOFDSTUK 2
Boaz
(= 'Op wie je kunt bouwen’, 'in hem is kracht')
Man uit Betlehem, die familie is van Noömi en haar man.
Aren lezen
(= aren verzamelen)
De tora bepaalt dat de tarwe-aren die de maaiers laten liggen, bestemd is voor vreemdelingen, weduwen en wezen. In die tijd was dit is een vorm van sociale voorziening.
'Wanneer ge uw oogst van het land haalt,
moogt ge uw akker niet tot de rand afmaaien
en wat is blijven liggen moogt ge niet bijeenrapen.
Dat is bestemd voor de armen en de vreemdelingen.
Ik ben JHWH uw God.'
(Leviticus 23, 22)
Van wie is die jonge vrouw?
Deze vraag moet men lezen tegen de achtergrond van een patriarchale maatschappij. De identiteit van een vrouw werd bepaald door de man bij wie ze hoort (B.v. vader, echtgenoot, meester...)
Ruth is een buitenbeentje: ze hoort bij Noömi, een vrouw, op grond van een vrijwillige keuze.
Merk op
Doordat de maaiers in positieve zin spreken over Ruth, ziet Boaz haar niet als een vreemdelinge, maar als iemand die voor Noömi zorgt en zich tot het volk van Israël rekent.
Azijn
Goedkope bittere wijn voor dagelijks gebruik.
Schoof
Samengebonden gemaaide graanhalmen.
Efa
Dit was een grote bak waar ongeveer 22 liter in ging, of ongeveer 10 kg gerst.
Iemand met familieverplichtingen
Hiermee wordt het naaste familielid bedoeld uit de eigen clan, dat verplicht werd om de eer en het bezit van de clan veilig te stellen. Bijvoorbeeld: als een bloedverwant noodgedwongen een stuk grond moet verkopen, dan moet zo iemand dat stuk kopen of als iemand zoveel schulden heeft dat hij zich als slaaf moet verkopen, is hij verplicht zijn verwant vrij te kopen.
Aansluiten bij de knechten
Ruth krijgt voorrang bij het lezen van de aren.
Tarweoogst
Deze oogst valt in de periode waarin het joodse pinksterfeest gevierd wordt.
HOOFDSTUK 3
Dorsvloer
Plaats waar gedorst werd, waar de graankorrels uit de aren geklopt werden.
Wannen
Bij het wannen worden graankorrels in een grote platte mand opgegooid in de wind. De korrels vallen terug in de mand, het kaf (het omhulsel van de graankorrels) waait weg. Daarvoor mag de wind wel niet te sterk zijn.
Maat
Hoe groot die maat precies was, valt niet te zeggen. Uit de reactie van Noömi valt onrechtstreeks af te leiden dat dit een behoorlijke hoeveelheid was.
HOOFDSTUK 4
Stadspoort
In de stadspoort werden belangrijke vergaderingen gehouden. Daar werd ook recht gesproken.
Vroeger
Hiermee maakt de schrijver duidelijk dat het gebruik om een sandaal te geven als materieel bewijs bij het sluiten van een akkoord, niet meer bestond toen hij erover schreef.
Sandaal
Wie sandalen droeg, was een vrij man en had bezit en eigendom.
Wanneer de verloren zoon, in de parabel die Jezus vertelde, terugkomt, zorgt zijn vader ervoor dat hij terug sandalen krijgt.
Oorspronkelijk was dit het materiële bewijs bij het sluiten van een handelsakkoord.
Als vrouw aannemen
Zonder kinderen had men geen verzorging in de oude dag en verdween de naam van de familie.
Daarom werd een man verplicht om de vrouw van zijn overleden broer te huwen om zo te zorgen voor de toekomst van de familie.
Het eerste kind uit een dergelijk huwelijk (zwagerhuwelijk) werd beschouwd als het kind van de overledene, zodat de naam van de overledene voortgezet kon worden.
Peres
(= bres)
Zoon van Juda, één van de twaalf zonen van Jacob, en Tamar. Hij wordt de stamvader van de Parzieten genoemd.
Kind op de schoot nemen
Met dit gebaar adopteert Noömi Obed als haar eigen kind, zodat het kind een echte Judeese moeder krijgt en Noömi een erfgenaam. Daarmee krijgt de doodlopende levensweg van Noömi een nieuw perspectief.
Obed
(= vereerder van God, dienaar / Hij die veel voor een ander doet)
Zoon van Ruth en Boaz.
Volgens de buurvrouwen van zijn oma Noömi is Obed de goede naam voor hem: hij zal voor Noömi zorgen en weer geluk in haar leven brengen. Later wordt Obed de grootvader van koning David.
Obed staat ook in de lijst van voorouders van Jezus. Zijn naam past bij wat Jezus later over zichzelf zegt: ‘Ik ben niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen.’ (Matteüs 20, 28).
Isaï
Zoon van Obed, vader van koning David.
Met deze mededeling wordt Ruth verbonden met het huis van David.
Nakomelingen
Een stamboom is in bepaalde culturen heel belangrijk: hij beklemtoont verwantschappen en kan een rol spelen bij huwelijken of erfenissen. Bij priesters en koningen toont zo’n stamboom aan dat ze recht hebben op de functie die ze bekleden.
De stamboom in het boek Ruth, komt ook terug in de geslachtslijst van Jezus, zoals Matteüs die optekende. Hij wilde ermee zeggen dat Jezus de echte Messias (gezalfde / koning) is in de lijn van koning David.
Afstamming van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham.
Abraham was de vader van Isaak, Isaak van Jakob, Jakob van Juda en zijn broers.
Juda was de vader van Peres en Zerach en Tamar was hun moeder.
Peres was de vader van Chesron, Chesron van Aram,
Aram van Amminadab, Amminadab van Nachson, Nachson van Salmon.
Salmon was de vader van Boaz en Rachab was zijn moeder.
Boaz was de vader van Obed en Ruth was zijn moeder.
Obed was de vader van Isaï, Isaï van koning David.
David was de vader van Salomo en de vrouw van Uria was zijn moeder.
(Matteüs 1, 1-6)
Bij de tekst
Landbouw
De onderste strook toont mannen die grond bewerken en klaarmaken om te zaaien.
In de middelste strook oogsten mannen het graan oogsten met sikkels. Achter hen halen vrouwen de gevallen graankorrels op.
In de bovenste strook dragen mannen manden vol graan naar de dorsvloer.
Spreken met beelden
. De verbitterde weduwe Noömi symboliseert Jeruzalem, zoals het aan bod komt in het boek Klaagliederen (Klaagliederen 1, 14)
. Ruth stelt het nieuwe Jeruzalem voor. Zij is het die het leven herstelt.
. Boaz weerspiegelt de houding van God. Hij doet wat men van God verwacht.
Zo heeft het verhaal een boodschap van hoop voor een volk met ellende:
. God laat zijn verbond met de mensen nooit los.
. Sta op, steek de handen uit de mouwen!
Betekenis
De trouw van God is meer dan het nakomen van een plicht, het naleven van een wet. Trouw heeft vooral te maken met eerbied voor de andere, van liefde en zorg voor elkaar.
Het geluk dat God geeft, is er voor alle volkeren. Geboorte noch afstamming spelen hierbij een rol. Wel de persoonlijke inzet.
Merk op
Beide zonen van Noömi huwen een Moabitische vrouw. In de tekst worden geen bezwaren geuit, hoewel de joodse wetgeving gemengde huwelijken uitsluit. Een pleidooi voor verdraagzaamheid?
Noömi laat Orpa naar haar eigen goden terugkeren. Een getuigenis van verdraagzaamheid en zin voor pluralisme?
Soorten geloof
Noömi
Haar geloof is gebaseerd op gewoonte en traditie: God beloont of straft. Zij ontmoet God in het geluk en ongeluk dat ze meemaakt.
Daarom is ze gelaten en gaat ze gebukt onder Gods wil, aan wie ze zich slaafs onderwerpt ('De mens wikt, maar God beschikt').
Geloven blijkt voor haar een handelen vanuit plichtsbewustzijn.
Boaz
Ontmoet God in zijn dagelijkse inzet en zorg voor de medemens.
Centraal staat: rechtvaardigheid en zorg om de andere. Door zijn verplichtingen op zich te nemen, maakt hij de bescherming van God zichtbaar voor Ruth.
Ruth
Ontmoet God wanneer ze zelfstandig haar lot in handen neemt.
Zij is trouw aan JHWH zoals ze trouw is aan Noömi, haar overleden echtgenoot en haar schoonvader.
De manier waarop zij gelooft, toont zowel haar onderworpenheid aan de wet, gehoorzaamheid, afhankelijkheid, als haar vrijheid, initiatief, zelfstandigheid. Die twee manieren van geloven laat ze naast elkaar bestaan, waardoor heil / redding ontstaat.
Het boek Ruth
Een novelle
Het boek, dat kan doorgaan als een novelle, is ontstaan in kringen van wijzen, waarschijnlijk in de tijd van Esra en Nehemia (500-450 voor Christus).
De novelle gaat over goddelijke en menselijke trouw:
. de trouw van Ruth aan haar schoonmoeder en aan de familie van haar man.
. De trouw van JHWH die ook vreemdelingen insluit.
De novelle maakt ook duidelijk dat er ook buiten Israël rechtvaardige mensen zijn. Een belangrijk gegeven omdat sommige Israëlieten denken dat zij alleen rechtvaardig zijn en door God worden bemind.
Sommigen menen dat de auteur van deze novelle een vrouw is, omdat vrouwen de hoofdfiguren in dit boek zijn en omdat de gebeurtenissen vanuit hun netelige positie verteld werden.
Echt gebeurd?
Deze novelle, waarin personen met symbolische namen optreden, heeft geen historische waarde. Daarom werd het boek 'Ruth' in de joodse traditie wellicht niet opgenomen bij de historische boeken. De novelle bevat wel herinneringen aan het feit dat koning David, de belangrijke figuur achter dit verhaal, Moabitische voorouders had.
God in de coulissen
In het boek Ruth valt op hoe discreet en onopvallend God aanwezig is in het leven van gewone mensen: er zijn geen bijzondere openbaringen van God en er is ook geen uitgesproken geloofsleven.
Alle hulp in het verhaal komt van mensen en van hun sociale afspraken onder elkaar. Een heel andere manier om over God te spreken dan in de verhalen over de aartsvaders en Mozes, waarbij God zelf aan het woord komt en alle initiatief neemt.
In het jodendom van na de ballingschap (post-exilisch jodendom) zien de joden hun uitverkiezing door God als een dienst aan de mensheid: ze moeten een licht zijn voor de heidenen en het geluk aan alle volkeren brengen. Dat wordt duidelijk gemaakt in het verhaal over de lotgevallen van Ruth.
Het boek Ruth in het jodendom
Feestrol
Het boek Ruth is een feestrol voor de joden. Dit boek wordt voorgelezen met Pinksteren (Wekenfeest).
Daar zijn verschillende redenen voor:
. Het Wekenfeest, dat zeven weken na Pesach gevierd wordt, valt in de oogsttijd.
In het verhaal van Ruth is er sprake van de gerst- en tarweoogst.
. Tijdens het Wekenfeest hebben de joden extra veel aandacht voor de armen.
Boaz had aandacht voor Noömi en Ruth.
. Het Wekenfeest viert dat Israël op de Sinaï de Tora heeft gekregen. Ruth aanvaardt het joodse leven en de Tora.
Bijbel en kunst
J. A. KOCH
Landschap met Ruth en Boaz (1823-1825)
De Oostenrijkse kunstschilder Joseph Anton KOCH (Obergilben, 27 juli 1768 – Rome, 12 januari 1839) behoort tot de romantiek en is vooral bekend om zijn landschappen.
In dit werk is het verhaal van Ruth een geschikte aanleiding om een landschap te schilderen zonder de bedoeling het landschap weer te geven dat de echte Ruth gekend heeft. Ook Betlehem in de achtergrond lijkt eerder een Italiaanse stad.
E. BURNE-JONES
Ruth ontmoet Boaz (1879)
De Engelse kunstenaar Edward Burne-Jones (Birminghan, 28 augustus 1833 – Fulham, 17 juni 1898) was nauw verbonden met de prerafaëlieten.
Suggesties
Grote kinderen
EVEN TESTEN
Rarara, wie is het?
(naar H. BERGHMANS in Simon, uitgeverij Averbode, 2010 nr 1, p 6)
De zoon van Ruth, Obed, werd de vader van ...
O Saül
O Isaï
O Noach
TIP
De profeet Samuël ging bij hem op bezoek om één van zijn zonen te zalven tot koning.
Obed werd de grootvader van
O David
O Goliat
O Jonatan
TIP
Zo heette de jongen die door Samuël tot koning werd gezalfd.
Correctiesleutel
Obed is de vader van Isaï.
Obed is de grootvader van David.
Waar of niet waar
(Naar: ‘debijbel.nl/Bijbel Basics, Ruth en Noömi, 27 januari 2020, p. 9)
. Noömi ging in een ander land wonen vanwege het werk van haar man.
(Niet waar: vanwege hongersnood)
. Noömi is in Moab gaan wonen.
(Waar)
. De man van Noömi heet Elimelech.
(Waar)
. Ruth is de dochter van Noömi.
(niet waar: de schoondochter)
. Noömi wil terug naar haar eigen land omdat haar twee zonen gestorven zijn.
(Niet waar: omdat de hongersnood voorbij is)
. Orpa en Ruth gaan eerst allebei met Noömi mee.
(Waar)
. Orpa gaat terug naar haar eigen land, Ruth blijft bij Noömi.
(Waar)
. Noömi en Ruth gaan wonen in Betlehem.
(Waar)
. Noömi is heel gelukkig nu ze weer terug is in haar eigen land.
(Niet waar: ze zegt dat de mensen haar beter ‘de ongelukkige’ kunnen noemen)
. Ruth en Noömi komen in Betlehem aan als de landbouwers net beginnen met de oogst.
(Waar)
Kies het juiste antwoord
(Bron: ‘debijbel.nl/Bijbel Basics, Ruth en Boaz, 3 februari 2020, werkblad (8-12 jaar))
Wat betekent de naam Ruth?
a. vriendin (x)
b. schoondochter
Hoe heet de man van Noömi?
a. Elimelech (X)
b. Abraham
Uit welk land komt Ruth?
a. Egypte
b. Moab (X)
Hoe heet de andere schoondochter van Noömi?
a. Hadassa
b. Orpa (X)
Waar gaat Boaz heen om te vragen of hij met Ruth mag trouwen?
a. naar de stadspoort (X)
b. naar het gemeentehuis
Hoe heet de zoon van Ruth en Boaz?
a. David
b. Obed (X)
Wie stamt er ook van Ruth af?
a. Jezus (X)
b. Paulus
Zet de tekst in de juiste volgorde
(naar H. BERGHMANS in Simon, uitgeverij Averbode, 2010 nr 1, p 6)
A. Ruth ontmoet Boaz. Ze krijgen samen een kindje, Obed.
B. Als haar zonen gestorven zijn, keert Noömi terug naar haar geboorteland. Orpa blijft in Moab. Ruth gaat met Noömi mee.
C. Elimelek trekt met zijn vrouw Noömi naar het land Moab.
D. De zonen van Noömi trouwen met vrouwen uit Moab.
Correctiesleutel
C. Elimelek trekt met zijn vrouw Noömi naar het land Moab.
D. De zonen van Noömi trouwen met vrouwen uit Moab.
B. Als haar zonen gestorven zijn, keert Noömi terug naar haar geboorteland. Orpa blijft in Moab. Ruth gaat met Noömi mee.
A. Ruth ontmoet Boaz. Ze krijgen samen een kindje, Obed.
Zet de tekeningen in de juiste volgorde
Klik hier voor een aantal prenten bij dit verhaal. Als je die groot genoeg uitprint, kun je ze gebruiken bij het vertellen.
Leg daarna de prenten door elkaar. Vraag aan de kinderen om ze in de juiste volgorde van het verhaal te plaatsen.
TIPS
. Verminder het aantal tekeningen bij jongere kinderen.
. Breng een aantal tekeningen bijeen op een blad dat je voor elk groepje kinderen kopieert. De kinderen knippen de tekeningen uit en kleven ze op een ander blad in de juiste volgorde. Eventueel schrijven ze bij de tekeningen een paar zinnen die het verhaal weergeven.
INLEVEN
Wat maakt blij? Wat maakt droevig?
Na het verhaal krijgen de kinderen de kans om te zeggen
. welk stuk uit het verhaal ze mooi vinden
. welk stuk uit het verhaal ze droevig vinden.
ZINGEN / BELUISTEREN
Lied van Ruth
Stef BOS
Ek is n vreemde hier
Ek het my land gelos
Ek het jou pad gekruis
Ek het jou spoor gevolg
Jy het gese gaan terug
Moe nie op my vertrou
Maar jy s n deel van my
Wat doen ek sonder jou
En ek weet die toekoms is onseker
En die donker is digby
En ek weet ons wag n lang reis
Reg deur die woestyn
Maar jou land is my land
Jou volk is my volk
Jou taal is my taal
Jouw God is my God
Jou droom is my droom
Jou pad is my pad
Jou toekoms my toekoms
Jou hart in my hart
Ek weet jou volk is bang
Voor ons wat anders is
Maar ek sal brugge bou
Daar waar die afgrond is
En ek sal terugverlang
Wanneer die wind sal waai
Wat uit die suide kom
Van my geboorte grond
Maar ek sal sterk wees
En ek sal oorleef
Want ek wil naas jou staan
Al sal dit moeilyk wees
Maar jou land is my land
Jou volk is my volk
Jou taal is my taal
Jouw God is my God
Jou droom is my droom
Jou pad is my pad
Jou toekoms my toekoms
Jou hart is my hart
My deel is jou deel
My brood is jou brood
Jou lewe is my lewe
Jou dood is my dood
En wanneer die donker kom
En jou mense my ontwyk
Sal ek my liefde gee
Totdat die haat verdwyn
Want jou huis is my huis
Jou angs is my angs
Jou stilte my stilte
Jou land is my land
Klik hier om dit lied te beluisteren en / of mee te zingen.
“Het idee om Ruth als uitgangspunt voor een lied te nemen ontstond in Zuid Afrika. Ik raakte met een vriendin aan de praat over dit project en vroeg haar naar haar favoriete bijbelpersonage. 'Ruth' was haar antwoord en ze citeerde direct daarna het Bijbelboek: 'My land is jou land. My volk is jou volk.'
Die zinnen bleven een half jaar ronddwalen in mijn hoofd.
Ruth is het lied van de vreemdeling die wil assimileren met alle moeilijkheden vandien want je blijft altijd een relatieve buitenstaander en dat gevoel ken ik al vanaf de tijd dat ik in België ging wonen.
Vond haar absolute overgave in het verhaal zo mooi en van deze tijd dat het wel een lied moest worden. En misschien omdat ik de kernzin het eerst in het Afrikaans hoorde vond ik ook dat dat de taal moest worden om in te zingen, ook omdat het voor mij mijn derde thuisland is.”
Stef Bos, Juni 2009
Vluchtelingenlied
Lied dat het Bijbelverhaal van Ruth brandend actueel maakt.
(Tekst en Muziek: Johan Govaerts en Pol Hendrix)
Klik hier om dit lied te beluisteren en / of mee te zingen.
Overweging
Anne Dupont
Trouw
(A. DUPONT in Suara 54 (Missio), december 2013-februari 2014, p. 2)
Het verhaal van Ruth geeft ons een blik op de trouw van een vreemdelinge tegenover haar adoptiegezin. Het huwelijk verbindt deze Moabitische met een familie uit Betlehem, die door hongersnood in Juda haar toevlucht zocht in de velden van Moab. Wanneer Ruth, net als haar schoonmoeder Naomi, weduwe wordt, staat ze op een kruispunt in haar leven. Er is niets meer dat Naomi met Moab verbindt en de welvaart is teruggekeerd in Juda. Ze besluit dan ook om naar daar terug te keren.
Ze raadt haar Moabitische schoondochters aan om ook naar hun families terug te keren en hun leven weer op te bouwen. Naomi staat immers één van de grootste vernederingen voor een migrante te wachten: terugkeren naar het thuisland en dit niet met een waaier aan verwezenlijkingen, maar wel helemaal alleen. Zonder have en goed, zonder nageslacht, compleet aan de grond. In deze omstandigheden komt het als een verrassing dat Ruth ervoor kiest om bij haar schoonmoeder te blijven, dat zij kiest voor het statuut van vreemdelingen. Haar wacht een moeilijk lot, wan Naomi is haar sociale positie in de clan kwijt. Om te kunnen voorzien in hun levensonderhoud, sprokkelt Ruth korenaren op de geoogste velden. Ze belichaamt zo voor mij het ideaal van vriendschap, geloof en liefde. Ze had ervoor kunnen kiezen om gewoon haar eigen weg te gaan en een gemakkelijk leven te leiden, maar in plaats daarvan kiest ze ervoor om Naomi niet in de steek te laten. Ruth is vastbesloten haar lot te verbinden met dat van Naomi.
Haar vastberadenheid en vertrouwen openen de deur naar een toekomst, namelijk in de ontmoeting met Boaz, eigenaar, rijp man, gerespecteerd. Hij schenkt haar zijn volledige bescherming. Waarom? Hij meent in deze jonge, dappere, vindingrijke vrouw een waardige erfgename van Abraham te zien. Net als hij verlaat Ruth alles wat ze kent om zich erop te wagen het ongekende te ontdekken, gewapend met een flinke dosis geloof. Het gaat niet om redelijke of rustige overtuigingen, maar over het avontuur om in te zetten op de toekomst, net wanneer de situatie uitzichtloos lijkt. Boaz integreert deze vrouw en trouwt met haar. Hun zoon Obed - wat 'dienaar' betekent - zal de vader zijn van Isaï en dus de grootvader van David. Ruth wordt zo door God uitgekozen om het geslacht te starten waaruit later de Messias geboren zal worden.