...page... Wiki page pagination has not been enabled.
Handelingen 4, 32-37: Eerste christenen delen alles
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1724)
De groep van gelovigen was een eenheid. Ze waren het over alles met elkaar eens. Niemand wilde zijn bezit alleen voor zichzelf houden. In plaats daarvan deelden ze alles wat ze hadden. En de apostelen bleven met grote kracht spreken over de opstanding van de Heer Jezus.
God liet op veel manieren zien hoe goed hij voor de gelovigen was. Ze hadden allemaal genoeg te eten. Als iemand een huis had of een stuk land, verkocht hij dat. En het geld dat hij ervoor kreeg, bracht hij naar de apostelen. Die deelden het uit aan alle mensen die iets nodig hadden.
Ook een man die Josef heette, verkocht een stuk land. Hij was een Leviet, en hij kwam van het eiland Cyprus. De apostelen noemden hem ook wel Barnabas. Dat betekent: iemand die mensen troost. Josef verkocht zijn stuk land, en bracht het geld naar de apostelen.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
De grote groep gelovigen was één van hart en ziel.
Van niets van wat zij bezaten zeiden ze:
‘Dat is van mij alleen.’
Integendeel, alles was van en voor iedereen.
Heel krachtig getuigden de apostelen
van de verrijzenis van de Heer Jezus.
Zij werden allemaal rijkelijk begunstigd.
Er was immers niemand onder hen die iets tekort had,
want iedereen die een stuk grond of een huis bezat verkocht het.
Met de opbrengst ging men dan naar de apostelen.
Die deelden het uit aan al wie het nodig had.
Zo was er Jozef, een leviet uit Cyprus.
Hij kreeg van de apostelen de bijnaam Barnabas
- dit betekent: zoon van vertroosting -.
Hij verkocht een akker en bracht het geld mee
om het aan de voeten van de apostelen neer te leggen.
Stilstaan bij …
Bezittingen
De eerste christenen waren ervan overtuigd dat bezit de plicht in zich hield om te delen, zodat niemand in armoede hoefde te leven. Sommige christenen gingen hierin zo ver dat ze hun bezit verkochten.
Barnabas
Barnabas was een neef van Marcus en woonde op het eiland Cyprus. Hij werd in Jeruzalem al vroeg christen en gaf zijn bezit aan de christenen van Jeruzalem. Hij was ouder dan Paulus en was ook langer christen dan Paulus. Hij volgde hem op zijn eerste zendingsreis. Later kreeg hij een meningsverschil met Paulus en ging zijn eigen weg.
Bij de tekst
Barnabas
In Handelingen 4, 37 vermeldt Lucas dat Barnabas een stuk land verkocht en de opbrengst ervan aan de apostelen gaf. Dit gebeuren staat in contrast met het verhaal dat volgt in het boek Handelingen 5: Anannias en Safira, zijn vrouw, verkochten een landgoed, maar … hielden een deel van de opbrengst voor zichzelf.
Suggesties
Grote kinderen
ONDERZOEKEN
Eén grote familie
(C. LETERME in Samuel plus, uitgeverij Averbode, 2011 nr 1)
Materiaal
. Kopie van de Bijbelteksten (zie verder)
. Groot vel papier
. Een aantal exemplaren van het parochieblad ('Kerk en leven')
. Stift of markeerstift
. Eventueel: rode draad + plakband
Verloop
Vertel over de situatie waarin Handelingen geschreven werd: toen Jezus gestorven was, waren zijn leerlingen eerst totaal ontredderd. Maar toen zijn Geest over hen neerkwam, gingen ze zonder vrees naar buiten en vertelden ze iedereen over het leven en de boodschap van Jezus.
Een groot aantal mensen hoorden en zagen hen bezig en wilden ook behoren tot die groep volgelingen. Want zo te leven vonden ze de moeite waard. Toen Lucas schreef over die eerste christenen, schreef hij dan ook neer wat hem in hen trof.
Laat de volgende teksten voorlezen:
De eerste christenen bleven trouw het onderwijs van de apostelen volgen. Ze leefden als broers, braken het brood* en maakten tijd om te bidden. De apostelen deden vele wonderen. Alle mensen die christen werden, leefden samen. Ze bezaten alles gemeenschappelijk. Ze verkochten hun bezit en verdeelden de opbrengst ervan onder elkaar, volgens wat ieder nodig had. Elke dag gingen ze trouw en eensgezind naar de tempel. Daarna braken ze het brood bij iemand thuis. Ze aten samen in eenvoud en vol vreugde. Ze loofden God en werden graag gezien door de mensen. Hun aantal werd elke dag groter. Steeds meer mensen werden christen.
Naar Handelingen 2, 42-47
(* Het brood breken: dit is de manier waarop de eerste christenen zegden dat ze de eucharistie vierden.)
De groep gelovigen was één van hart en ziel. Niemand zei dat zijn bezit zijn eigendom was, want ze bezaten alles gemeenschappelijk. De apostelen spraken met grote kracht over de verrijzenis van de Heer Jezus en God gaf hen veel gunsten. Onder hen was er niemand die arm was. Want al wie grond of een huis bezat, verkocht het en bracht de opbrengst van de verkoop naar de apostelen. Dat geld werd uitgedeeld onder de gelovigen, volgens wat men nodig had.
Naar Handelingen 4, 32-35
De apostelen deden vele wonderen. De gelovigen kwamen eensgezind bijeen in de tempel, in de Zuilengang van Salomo. Niemand durfde bij hen te gaan. Toch spraken de mensen vol waardering over hen. Steeds meer mannen en vrouwen begonnen in Jezus te geloven. Men legde zelfs de zieken op straat neer op een bed of op een matras, in de hoop dat wanneer Petrus voorbijkwam tenminste zijn schaduw op een van hen zou vallen. Ook de mensen uit de steden rond Jeruzalem kwamen talrijk. Ze brachten zieken mee. Die werden allemaal genezen.
Naar Handelingen 5, 12-16
Plak een kopie van deze teksten in het midden van een groot vel papier.
Vertel: die teksten werden bijna 2000 jaar geleden geschreven. Zo lang al zijn er christenen.
Onderstreep / markeer in de tekst wat typisch voor hen was.
. ze volgden het onderwijs van de apostelen
. ze leefden als broers
. ze braken het brood
. ze maakten tijd om te bidden
. ze verdeelden hun bezittingen
. ze zijn eensgezind
(Bespreek bij: Er gebeurden vele wonderen...
- Welke wonderen / wonderverhalen ken je?
Zet ze op een rij. Stel vast dat dit verhalen zijn, waarbij Jezus mensen geneest, of nieuwe perspectieven geeft. Zoek met de kinderen op welke manier zij 'wonderen' kunnen doen.
Bv. Tijd maken voor een ander; behulpzaam zijn; aandacht hebben voor wie 'langs de kant staat')
- Zoek in het parochieblad: Hoe lijken christenen van nu nog op de eerste christenen. Knip deze passages uit. Kleef ze rond de Bijbeltekst. En verbind ze met de zin uit de Handelingen die erbij past. (Hiervoor kun je een lijn tekenen, of een draad kleven, die beide met elkaar verbindt.)
- Hoe maak je daar zelf in je leven tijd voor.
Noteer dat rond de tekst, en verbind met een lijn of een draad.
Bespreek:
- Welke zin uit de Handelingen is nog steeds heel kenmerkend voor christenen?
- Waarom is dat?
- Welke zin uit Handelingen heeft het minste voorbeelden uit de krant?
- Waarom is dat?
Nodig de kinderen uit om volgende week te proberen iets te doen van wat nu niet zo vaak meer aan bod komt.
Vergeet niet na een week de kinderen de kans te geven om hun ervaringen daarover te verwoorden.
VERDIEPEN
Gesprek: Delen geeft overvloed
(C. LETERME en K. VAN CLEYNENBREUGHEL in Zonneland, nr 24, 2005 p. 17-18)
In het boek Handelingen schrijft Lucas dat niemand in de groep gelovigen iets tekort had
- Hoe komt dat?
- Wat vinden jullie daarvan?
- Welke van de volgende getuigenissen lijken volgens jou het meest op die van Lucas?
Ik deel een huis met andere mensen. Alle vijf hebben we onze eigen slaapkamer.
Maar de badkamer, de living, de keuken en de tuin is voor ons samen.
Het leuke vind ik dat we niet alleen de poetstaken delen, de telefoon en de wasmachine
maar ook geluk en verdriet. We delen eigenlijk een stukje leven!
Hans 34 Jaar
Ik maak tijd om mee te doen aan acties als 11.11.11. en Broederlijk delen.
Soms heb ik er wel geen zin in maar achteraf ben ik toch altijd blij dat ik het gedaan heb.
Ook al omdat er zoveel anderen zijn die hun tijd ook met mij delen.
Marie 40 jaar
Als je verdrietjes en problemen met iemand deelt worden ze gemakkelijker om te dragen.
Alsof ieder dan een deeltje op zich neemt en er dus voor jou minder verdriet overblijft.
Christa 50 jaar
Ik heb eens mijn vis met mijn zus gedeeld omdat zij geen huisdier heeft.
Katrien 8 jaar
Ik vind het gemakkelijker om iets met iemand te delen die ik graag heb dan met iemand die ik niet kan uitstaan.
Jonas 10 jaar
Ik deel elke dag vriendschap en ook wel eens koekjes en snoepjes maar dat is anders.
Een koekje kun je eerlijk in twee delen maar vriendschap niet, daarom hebben we soms ruzie met vriendinnen.
Nelleke 13 jaar
We hadden thuis nog maar één ijsje over en ik wou het hebben maar we moesten het delen van mama.
Dat vond ik niet leuk.
Martijn 11jaar
Test in hoeverre jij bereid bent om te delen.
Kruis jouw antwoorden in de vakjes aan.
. | Nooit | Af en toe | Vaak |
Ik deel mijn snoep met mijn vrienden. | |||
Ik zorg mee voor de schriften van wie ziek is in de klas. | |||
Mama en papa mogen gerust naar hun lievelingsprogramma op TV kijken. | |||
Ik leer mijn lessen samen met mijn vriend. | |||
Ik geef een deel van mijn spaargeld aan een goed doel. | |||
Ik ga regelmatig op bezoek bij mijn grootouders. | |||
Ik help mijn papa of mama in huis. |
Kun je vaak een kruisje zetten in het laatste vakje?
dan ben je een krak in het delen!
Lees de bovenstaande getuigenissen nog eens.
- Wie is daar volgens jou ook een krak in het delen?
VERTELLEN
De kip en het varken
C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007, p. 80
Een kip en een varken
luisterden naar de radio.
In het nieuws sprak de omroeper
over de honger in de wereld.
De kip en het varken vonden
dat zij er iets moesten aan doen.
En de kip zei: 'Lieve varken,
als we die hongerige mensen
nu eens met spek en eieren te eten zouden geven,
dan is dat probleem al heel wat minder groot.'
'Goed idee!' zei het varken,
'dat doen we.'
Maar na tien minuten zei het varken:
'Jouw idee, lieve kip, is heel goed,
want zo helpen wij die arme mensen.
Maar hoe meer ik over de gevolgen nadenk,
hoe meer ik er me verveeld bij voel.
Jouw geschenk kom je gemakkelijk te boven.
Maar met mijn bijdrage
zet ik mijn leven op het spel.'
Overweging
H. JA. Van Ogtrop
Eigen betrokkenheid
Je kunt niet horen vertellen hoe de eerste christengemeenschap eensgezind was in het breken van het brood en één was van hart en ziel zonder je af te vragen hoe het met jouw eigen betrokkenheid gaat.