...page... Wiki page pagination has not been enabled.
Handelingen 1, 12-14: Na de hemelvaart van Jezus
De tekst
Dichter bij de tijd
(C. LETERME, Map Bijbel in 1000 seconden, fiche die hoort bij Handelingen 1, 12-14)
Wanneer Jezus naar de hemel is gegaan,
keren zijn leerlingen van de Olijfberg
terug naar Jeruzalem.
(De Olijfberg lag daar niet ver vandaan)
Wanneer ze de stad binnenkomen,
gaan ze naar de bovenzaal
waar ze gewoonlijk bijeen komen:
Petrus, Johannes, Jakobus en Andreas,
Filippus en Tomas, Bartolomeüs en Matteüs,
Jakobus van Alfeüs, Simon de Zeloot en Judas.
Zij blijven allen trouw en één in gebed,
samen met de vrouwen,
met Maria, de moeder van Jezus,
en zijn broers.
Stilstaan bij ...
Apostelen
(Grieks = afgezant, gezondene)
‘Apostel’ wordt nu vooral gebruikt voor de twaalf leerlingen, die Jezus van nabij volgden en gekend hebben. Maar in het Nieuwe testament werd het woord ‘apostel’ ruimer gebruikt: het was iemand die Jezus uitzond om het evangelie te prediken en in zijn naam mensen te genezen. Zo wordt Paulus apostel genoemd, al heeft hij Jezus nooit in levende lijve gezien.
Er waren twaalf apostelen. Met dit symbolisch aantal wordt duidelijk gemaakt dat zij de nieuwe twaalf stammen van Israël vormen.
Olijfberg
De Olijfberg, ten Oosten van Jeruzalem, ligt hoger dan de stad. Wellicht was de Olijfberg begroeid met olijfbomen. Van daaruit had men een zicht op de tempelberg. De joden verwachtten dat de Messias zich vanuit de hemel op de Olijfberg zal openbaren.
Jeruzalem
Religieus en politiek centrum van Palestina. Plaats waar de tempelautoriteiten en Schriftgeleerden woonden. Jeruzalem is in de evangelies het beeld van het afwijzen van Jezus.
Bij Lucas speelt Jeruzalem een centrale rol: het is de plaats waar Jezus lijdt, sterft, verrijst, verschijnt en ten hemel wordt opgenomen en van waaruit de Geest opereert.
Sabbatsafstand
± 2000 el of 1,5 km, de afstand die wetgetrouwe joden op sabbat mogen afleggen.
Bovenzaal
Plaats waar vermoedelijk ook het laatste avondmaal werd gevierd.
Judas
Om hem te onderscheiden van Judas Iskariot, die Jezus verraden heeft, wordt hij doorgaans Judas Tadeüs genoemd. Over hem is er niets betrouwbaars bekend.
De brief van Judas, die in het Nieuwe Testament opgenomen is, kan hij onmogelijk geschreven hebben, omdat die gedateerd wordt op het einde van de 1e eeuw of het begin van de 2e eeuw. Waarschijnlijk wilde de echte schrijver een groter belang geven aan zijn brief, door die op naam van Judas te zetten.
Gebed
Bidden is te vergelijken met spreken: men zegt tot God wat men hoopt, gelooft, verwacht...
Maar bidden is ook te vergelijken met luisteren: men probeert stil te worden om God beter te leren kennen. Zo voelt men beter aan wat God verwacht. Door te bidden, komen gelovigen de bedoelingen van God op het spoor. Als ze die in hun leven toelaten, maakt dit andere mensen van hen.
Vrouwen
De vrouwen worden hier zomaar terloops vermeld. Elders in het Nieuwe Testament staat dat zij in het onderhoud van Jezus voorzagen. Sommige vrouwen stelden zelfs hun huis ter beschikking van de leerlingen.
Broeders
Of dit echte broers of neven van Jezus waren is niet duidelijk en ook niet meer te achterhalen. Wel heeft de traditie Jezus zozeer in het centrum geplaatst dat, mocht Hij broers gehad hebben, ze niet ter sprake kwamen.
Bij de tekst
Bovenzaal (cenakel)
De zaal waar Jezus volgens de evangelisten, de dag voor zijn dood het joodse paasfeest vierde met zijn leerlingen, wordt ook cenakel of bovenzaal genoemd. In het woord ‘cenakel’, dat komt van het latijnse cenaculum (=eetkamer), herkent men het woord ‘cena’ (= middagmaaltijd, hoofdmaaltijd). Waar die zaal precies lag, wordt niet gezegd door de evangelisten. Maar al heel lang zeggen christenen dat deze plaats lag op Zion (in de Bijbel: Sion), een heuvel in Jeruzalem, op de plek waar het huis stond van de ouders van Marcus.
De ruimte, die gidsen nu in Jeruzalem de ‘zaal van het Laatste Avondmaal’ noemen, werd in de 14e eeuw door kruisvaarders gebouwd op die plek.
In de 16e eeuw werd het gebouw gebruikt als moskee. Uit die tijd zijn een aantal Arabische inscripties ter ere van koning David, en een gebeeldhouwde niche die naar Mekka gericht is.
De Zaal van het Laatste Avondmaal is nu in handen van de staat Israël, die toestaat dat er een aantal keer per jaar christelijke vieringen mogen plaatsvinden.
Op de benedenverdieping van het gebouw is de graftombe van David te zien, die gehuld is in een versierd deken. Maar zowat iedereen is het erover eens dat deze koning er nooit begraven is in geweest.
Merk op dat er nu een scheiding aangebracht in de ruimte van het graf zodat men nu het graf niet meer in zijn geheel kan zien. Wel kunnen mannen en vrouwen nu op hetzelfde moment het graf vereren.
Bijbel en kunst
Leerlingen van BERNINI
Jezus en de apostelen
Foto © Chantal Leterme (2018)
Boven de ingang van de Sint-Pietersbasiliek te Rome staan 13 beelden van Jezus en de apostelen. Ze zijn elk 5,7 m hoog en niet afgewerkt aan de achterzijde.
Bij nader toezien is die rij apostelen merkwaardig:
. Petrus ontbreekt. Men heeft wellicht gedacht: ‘Zijn beeld hoeft hier niet te staan, want het hele kerkgebouw is al aan hem gewijd.’
De plaats die Petrus normaal had gekregen (aan de rechterhand van Jezus) wordt nu ingenomen door Johannes de Doper.
. Ook Judas ontbreekt, want hij was verantwoordelijk voor de kruisdood van Jezus.
Zijn plaats, helemaal rechts, wordt ingenomen door de redelijk onbekende apostel Mattias, die aangesteld werd na de dood van Judas. (Handelingen 1, 26)
Suggesties
Kleine kinderen
DOEN
Na de Hemelvaart
Materiaal
Kopie van bovenstaande tekening voor elk van de kinderen
Tekst 'Dichter bij de tijd' (zie hoger).
Kleurpotloden of stiften.
Verloop
Lees de tekst van de eerste lezing vertellend voor. Tel hierbij het aantal namen van de apostelen.
- Hoeveel zijn er?
(11 - Judas die Jezus verraden heeft, is dan al gestorven)
Bezorg elk van de kinderen een tekening.
- Wat doen die leerlingen van Jezus?
(Sta stil bij hun lichaamshouding die 'bidden' wil uitdrukken.)
- Bidden jullie ook zo?
(Wat is hetzelfde? Wat is anders?)
Daarna tekenen de kinderen zichzelf tussen de leerlingen.
Grote kinderen
INLEVEN
Elf apostelen zonder Jezus
Materiaal
Tekst 'Dichter bij de tijd' (zie hoger).
Schets van deze tekening op een groot blad of op een bord.
Bladen papier, schrijfgerei, scharen, lijm.
Verloop
Lees de tekst van de eerste lezing van deze zondag voor, of maak gebruik van de tekst 'Dichter bij de tijd' (zie hoger).
Toon de schets. Elf apostelen moeten verwerken dat Jezus gestorven is.
- Wat zou door hun hoofd kunnen gaan?
- Wat zouden ze tegen elkaar kunnen zeggen?
De kinderen tekenen op een blanco blad enkele tekstballonnen. Ze schrijven er in wat de apostelen zouden kunnen zeggen.
Spreek met de kinderen over wat ze neergeschreven hebben.
- Waarom denk je dat?
- Denken anderen er ook zo over?
- Wie denkt iets helemaal anders? Waarom?
De kinderen knippen de tekstballonnen of gedachtenballonnen uit en kleven ze op de schets .
VERDIEPEN
'Ze bleven samen bidden'
(Samuel 2006, nr 2, p. 11)
Materiaal
Werkblad met vijf psalmfragmenten.
De tekst: Dichter bij de tijd (zie hoger).
Verloop
Lees de tekst van de eerste lezing voor. Sta nadien stil bij het feit dat 'de leerlingen in gebed bijeen zijn'.
Koning David schreef veel psalmen, gebeden die gezongen werden met muziekbegeleiding. Tot op vandaag bidden gelovigen psalmen.
De kinderen zoeken bij elke psalm het gevoel dat er het best mee overeenstemt.
Verdeel nadien de groep in vijf groepjes. Elk van die groepjes krijgt één van de vijf uitgekozen psalmen die op het werkblad staan. Die psalm wordt het vertrekpunt voor het schrijven van een eigen gebed rond hetzelfde gevoel.
Correctiesleutel
1B, 2C, 3A, 4E, 5D
Bidden tijdens de eucharistieviering
Materiaal
Tekst 'Dichter bij de tijd' (zie hoger).
Werkblad: kopieer een bladzijde per groep. Knip de kaders uit en steek ze per groep in een omslag.
Verloop
Lees de tekst van de eerste lezing voor.
Sta stil bij het feit dat 'de leerlingen in gebed bijeen zijn'.
Christenen komen geregeld bijeen tijdens een eucharistieviering. In zo'n eucharistieviering is er ruimte voor veel soorten gebed. Bezorg elke groep een omslag.
Vraag aan de kinderen: Leg bij elk gebed het knipsel met de omschrijving die er het best bij past.
Correctiesleutel
Gloria (Lofgebed - loven)
Grote dankgebed (Dankgebed - danken)
Gebed na de communie (Persoonlijk gebed - eigen woorden)
Voorbeden (Vraaggebed - vragen)
Onzevader (Gebed van Jezus - woorden van Jezus)
Jongeren
VERTELLEN
Samen sterk
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Averbode, 2007, p. 33)
Er was eens een man die drie zonen had.
Op een dag zei hun vader:
‘Breng me zoveel takken
als jullie kunnen dragen!’
De jongens renden het bos in
en keerden na een tijd terug
met een bos takken.
‘Neem elk één tak,’ zei de vader,
‘en probeer hem te breken.’
‘Da’s gemakkelijk’ zeiden de jongens,
en ze braken hun stokken in twee.
‘Bind nu alle stokken samen met een touw,’
zei de vader,
‘en probeer dan die bussel te breken.’
Ze probeerden het om beurt,
maar de takken
die afzonderlijk zo gemakkelijk te breken waren,
waren samengebundeld zo sterk als staal.
‘Wel,’ zei hun vader,
‘wat jullie met deze stokken deden,
kan ook met jullie gebeuren.
Als je alleen voor jezelf opkomt,
kan men je gemakkelijk aanvallen en breken.
Maar samen
zijn jullie zo sterk als deze bussel takken.’
(Naar een verhaal van Aesopus)
Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 20 mei 2020, p. 1)
Machthebbers weten het wel: ‘Verdeel en heers’.
Zorg ervoor dat er angst en terreur is
en dat de manier om daarop te reageren verschillend is.
Het verhaal hierbij is de tegenpool hiervan:
‘Kom bijeen, zoek wat jullie bindt,
dat maakt je sterkt’
De dood van Jezus op een kruis
had een vreselijke uitwerking op zijn vrienden:
hun verdriet was mateloos!
Ze durfden ook niet meer buiten te komen
uit schrik voor verdere represailles
van Joodse en Romeinse overheden.
In alle stilte kwamen ze bijeen
in de zaal waar ze korte tijd daarvoor
nog samen met Jezus hadden gegeten.
Toen waren ze nog een groep!
Ze waren verbonden met Jezus zelf,
die ze konden zien en aanraken.
Die eenheid, die verbondenheid waren ze nu kwijt.
Ze kwamen wel bijeen,
maar elk was opgesloten in zijn eigen verdriet.
Toch bleven ze samen bidden.
Stilaan voelden ze de Geest van Jezus,
de Geest die hen verbond en sterk maakte.
Pinksteren was toen heel dichtbij.
Suggestie
Lees eerst de tekst van de eerste lezing van deze zondag.
Lees daarna het verhaal van Aesopus.
Wat is het verband tussen beide teksten?
Herschrijf het verhaal van Aesopus:
Jezus heeft veel leerlingen.
Op een dag zegt Hij:
....
Overweging
Marc Gallant, trappist (Orval)
Iets nieuws (2017)
Jezus heeft gebeden voor zijn leerlingen opdat zij één zouden blijven en zijn geest van liefde bewaren (Johannes 17, 11). De Handelingen van de Apostelen stippen de verwezenlijking aan van dit gebed: 'De apostelen bleven eensgezind volharden in het gebed, samen met de vrouwen, met Maria, de Moeder van Jezus, en met zijn broeders.' (Handelingen 1, 14).
Verschillende elementen springen hier in het oog. Er is eerst het nieuwe perspectief dat Lucas opent in de Handelingen. Hij had zijn evangelie omzeggens gecentreerd op de tempel van Jeruzalem: het begint in de tempel, met de aankondiging van de geboorte van Johannes de Doper (Lucas 1, 5-24), het stelt het leven van Jezus voor als een langzaam opgaan naar Jeruzalem, en het eindigt met de melding dat de leerlingen na de hemelvaart voortdurend in de tempel waren (Lucas 24, 53). Kortom, in het Lucasevangelie is de tempel het hart van het gebeuren.
In de Handelingen, daarentegen, is er om zo te zeggen een centrifugale beweging vanuit de tempel. De apostelen gaan weg uit Jeruzalem en de liturgie van de tempel wordt vervangen door de samenkomst in particuliere huizen waar in de eucharistie de aanwezigheid van de verrezen Heer gevierd wordt. Nu plaatst Lucas het huis aan het begin van de Handelingen (Handelingen 1, 13-14), om te eindigen met het huis dat Paulus huurt te Rome (Handelingen 28, 30). De apostelen ebben er weg van Jeruzalem (Handelingen 1, 7) naar Judea en Samaria (Handelingen 8, 9), Athene en Rome (Handelingen 14, 28).
Hier begint iets nieuws. In plaats van op te trekken naar de tempel om er te bidden, trekken de leerlingen op naar de bovenzaal van het huis (Handelingen 1, 13). Lucas vermeldt als een opmerkelijk feit dat de apostelen er bidden, 'samen met de vrouwen'. Inderdaad, bij de Joden kwamen, als leden van de gemeenschap, enkel de mannen samen om te bidden in de synagoge. Het is iets helemaal nieuw, eigen aan de christengemeente na de verrijzenis van de Heer: de vrouwen maken nu deel uit van de gemeenschap. Op de paasmorgen zijn zijn het die de opdracht krijgen om het evangelie, de goede boodschap van de Verrijzenis, te verkondigen aan de apostelen. Waarom? Omdat zij de Kerk zijn. De levende Kerk bestaat maar in de mate dat er mensen leven van Christus’ liefde, en op paasmorgen zijn dat de vrouwen met hun onverwoestbare liefde voor Jezus. De Kerk leeft niet van haar structuren, maar van de liefde voor Jezus.
Die liefde vindt haar sterke uitdrukking in het samen bidden van de gemeenschap. Een gemeenschap van mannen en vrouwen. Een gemeenschap ook van apostelen en broeders van Jezus. Lucas heeft de spanningen opgetekend in de eerste gemeenschap tussen de ‘Hebreeën’, de Aramees-sprekende Joden, die de Wet van Mozes strikt onderhielden, en de ‘Hellenisten’, die de Wet op een meer humane en universalistische manier verstonden. Zo neemt Jacobus ‘de broeder van de Heer’ partij tegen Petrus (Galaten 2, 12) of Paulus. Lucas, altijd verzoenend, vermeldt graag dat in het Cenakel apostelen en ‘broeders van de Heer’ broederlijk in gebed verenigd zijn.
Lucas vermeldt ook dat men samen bidt 'met Maria, moeder van de Heer'. In de eerste eeuwen werd het gebed van de gemeenschap niet gericht tot Jezus of Maria. Men bad met Jezus tot de Vader. Jezus bidt te midden de gemeenschap. Met Hem kunnen we bidden: 'Onze Vader'. De monniken hebben die oude manier van bidden behouden: naar elkaar toegekeerd, één met Jezus die bidt in hun midden. Tot in de twaalfde eeuw werden alle liturgische gebeden gericht tot de Vader 'door Jezus Christus onze Heer'. Het persoonlijke gebed kon natuurlijk tot Jezus worden gericht: 'Ik dank Christus Jezus, onze Heer, dat Hij mij kracht gegeven heeft en het mij heeft toevertrouwd hem te dienen', zegt Paulus aan Timoteüs (1 Timoteüs 1, 12).
Het gebed tot Maria is enkele eeuwen later gekomen met de eerste formuleringen van het ‘Wees Gegroet’ in Griekse liturgie, einde vijfde eeuw. Het gebed tot Maria doet soms vergeten dat Maria altijd met ons bidt gedurende het gemeenschappelijk gebed van de Kerk. Het tweede Vaticaans Concilie heeft ons eraan herinnerd door Maria haar titel 'Moeder van de Kerk' terug te geven: Maria, Moeder van de Kerk, bidt altijd met ons mee.