Loading...
 

Exodus 28, 1-40

2 Foto


…page…

Exodus 28, 1-40: De kleding van een priester

De tekst

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

God zei tegen Mozes: ‘Mozes, laat uw broer Aäron en zijn zonen bij u komen. Zij moeten Mij als priester dienen. Laat voor uw broer Aäron heilige gewaden maken die hem waardigheid en luister geven: dan kan hij gewijd worden en Mij als priester dienen.
De volgende gewaden moeten zij maken: een orakeltas, een efod, een mantel, een bewerkte tuniek, een hoofddeksel en een gordel.
De efod moet gemaakt worden van goud, paarse en rode wol, en van getwijnd linnen. Aan de beide uiteinden moeten schouderbanden zitten om hem vast te maken. Van dezelfde stof moet een gordel gemaakt worden die er één geheel mee vormt.
Daarna moet ge op twee kornalijnstenen de namen van de zonen van Israël graveren: zes namen op de ene steen en zes op de andere, in de volgorde van hun geboorte.
Maak die twee stenen vast aan de schouderbanden van de efod, zodat zij God herinneren aan de Israëlieten.
Laat ook een orakeltas maken. Die moet gemaakt worden uit hetzelfde materiaal als de efod en ze moet vierkant zijn en uit twee stukken bestaan. Die moet ge laten bezetten met vier rijen van drie edelstenen. Zo zijn er twaalf stenen, net zoals er twaalf zonen zijn van Israël. Op iedere steen moet de naam van een van de twaalf stammen gegraveerd worden.
Wanneer Aäron het heiligdom binnengaat moet hij op de orakeltas de namen van de zonen van Israël dragen om God voortdurend aan hen te herinneren. Doe in de tas de oerim en de toemmim, zodat Aäron ze op zijn hart draagt in de aanwezigheid van God.
De efodmantel moet helemaal gemaakt zijn van paarse wol. In het midden moet een opening zijn om het hoofd door te steken, met een geweven rand, om inscheuren te voorkomen. Aan de hele zoom moet ge granaatappels bevestigen van paarse en rode wol, en tussen die granaatappels gouden klokjes.
Aäron moet deze mantel dragen als hij dienst doet, zodat men hem hoort wanneer hij het heiligdom binnengaat om voor Jahwe te verschijnen en Hem ook weer naar buiten hoort komen. Dan zal hij niet sterven.
Weef een tuniek en een hoofddeksel, beide van linnen, en maak een rijk geborduurde gordel.’



Stilstaan bij …

Orakeltas
Borstschild met twaalf stenen, die de twaalf stammen van Israël vertegenwoordigen. In de tas bewaarde de hogepriester de stenen 'oerim en toemmim', een soort orakelvoorwerpen.
Als de hogepriester in Gods naam een vraag moest beantwoorden, dan haalde hij één van beide stenen uit de tas. Nam hij oerim, dan was het antwoord 'nee', nam hij Toemmim, dan was het antwoord 'ja'.

Efod
Een soort lendenschort dat de priesters droegen bij het verrichten van de eredienst. Bij de priesters was de efod een brede veelkleurige band van met goud doorweven stof.

Efodmantel
Een soort kazuifel met belletjes aan, zodat men hoorde wanneer de priester het heiligdom binnen of buiten ging.

Tulband
Hoofddeksel.
Mannelijke joden hebben de gewoonte bij het gebed een hoofddeksel te dragen.

Belletjes
waren wellicht bedoeld om te voorkomen dat de priester onaangekondigd voor God zou verschijnen.





Bij de tekst

Betekenis

Joods Priester

De priester moet er - als vertegenwoordiger van God, waardig en luisterrijk uitzien. Zijn kleding moet hem de waardigheid verschaffen die bij zijn functie hoort.
Als vertegenwoordiger van het volk Israël, draagt hij een schild op zijn borst waarop twaalf stenen voorkomen waarin de namen van de twaalf stammen gegraveerd zijn.