Loading...
 

3e zondag B - eerste lezing

2 Storm


...page... Wiki page pagination has not been enabled.

Jona 3, 1-5.10: Jona gaat naar Nineve

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1472-1473)

Voor de tweede keer kreeg Jona een opdracht van de Heer. De Heer zei: ‘Ga op reis naar Nineve. Waarschuw de mensen in die grote stad. Vertel hun wat ik tegen je zeg.’
Nu deed Jona wel wat de Heer gezegd had. Hij ging op reis naar Nineve.
Nineve was een enorm grote stad: het duurde drie dagen om er helemaal doorheen te lopen. Jona liep door een deel van de stad, en riep: ‘Nog veertig dagen, dan wordt Nineve helemaal verwoest!’

De inwoners van Nineve geloofden wat God gezegd had. Ze besloten te vasten. En alle mensen trokken rouwkleren aan. Zo lieten ze zien dat ze spijt hadden van hun slechte gedrag.

God zag wat de inwoners van Nineve deden. Hij zag dat ze een eind maakten aan hun slechte gedrag. En hij kreeg medelijden en veranderde zijn plan. Hij had gedreigd de stad te verwoesten, maar hij deed het niet.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Nu zei God voor de tweede keer tot Jona:
‘Sta op, ga naar Nineve, de grote stad,
en zeg aan haar wat Ik u te zeggen heb gegeven.’

Jona stond op en ging naar Nineve, zoals God gevraagd had.
Nineve was een geweldig grote stad!
Men had drie dagen nodig om er doorheen te trekken.
Jona ging de stad in, één dagreis ver.
Hij riep: ‘Veertig dagen nog,
en Nineve wordt met de grond gelijk gemaakt!’
Maar de Ninevieten zochten steun bij God.
Ze begonnen te vasten en boetekleren aan te trekken.
God zag wat zij deden
en dat zij hun slechte wegen begonnen te verlaten.
En God kreeg spijt dat Hij hen met die ramp bedreigd had.
Hij bracht die niet ten uitvoer.



Stilstaan bij ...

Jona
(= huisduif)
Profeet die optrad in het Noordrijk, tijdens de regering van Jerobeam II (8e E. v. Chr. - 783-743)
Jona verpersoonlijkt het volk Israël uit de tijd na de ballingschap toen het erg op zichzelf teruggeplooid leefde, maar de wil van God ontliep en niet kon begrijpen dat God andere volkeren net zozeer bemint als Israël.

Nineve
Hoofdstad van Assyrië, gelegen aan de oostelijke oever van de Tigris.
De Assyriërs waren jarenlang de verdrukkers van Israël geweest
Toen het verhaal werd neergeschreven was Nineve al geruime tijd een ruïne: in 612 verwoestten koning Cyaxares van Medië en Nabopalassar van Babylonië de stad die nooit meer uit het puin verrees.
In deze novelle is Nineve het symbool van heel de heidense wereld, waar men God niet kent en niet in Hem gelooft.
Lees meer over Nineve.

Nineve, een zondige stad
Achter deze omschrijving schuilt een houding waarbij mensenrechten met de voeten worden getreden, want de bewoners van Nineve waren berucht om hun wreedheid, hun oorlogszucht en hun foltermethodes.
Bekering werd voor hen: ‘menselijk’ met elkaar omgaan.

Veertig
'Veertig' verwijst naar de tijd waarin mensen kunnen veranderen. Het houdt een kans in om zich te bekeren en biedt de tijd om de kernwaarden in het leven terug te vinden.

Met de grond gelijk gemaakt
Profeten dreigde gewoonlijk met straf in de hoop dat hun toehoorders tijdig tot inkeer komen en hun leven veranderen.





Bij de tekst

Het boek Jona

Normaal vindt men in de boeken van de profeten woorden en teksten die die profeet uitgesproken of zelfs geschreven heeft. Dit is niet het geval bij het boek Jona, dat de lotgevallen vertelt van die profeet.

Dit boekje dat tussen 400 en 200 voor Christus geschreven werd, nodigt Israël uit om zijn geloof te delen met andere volkeren. Israël was zich van die zending bewust, maar niet altijd in dezelfde mate. Het boek Jona herinnert de gelovige jood aan deze universele opdracht.




"God zei tot Jona: ‘Sta op, ga naar de grote stad Nineve,
en zeg dat Ik gezien heb hoe slecht zij leven.’
Jona stond op, maar wilde naar Tarsis vluchten, ver weg van God.
Hij ging naar Jafo. Daar vond hij een schip dat naar Tarsis ging.
Hij betaalde voor de overtocht en ging aan boord
Maar op zee was er zo’n hevige storm, dat het schip dreigde te breken.
De zeelieden werden bang.
Om het schip lichter te maken gooiden ze de lading in zee.
Jona was in het ruim gaan liggen en in een diepe slaap gevallen.
De kapitein kwam naar hem toe en zei:
‘Hoe kun je zo diep slapen? Sta op en bid tot jouw god.
dan denkt die misschien aan ons, en zullen we niet vergaan!’
De mannen zeiden tegen elkaar: ‘Kom, laten we het lot werpen
om te zien aan wie het ligt, dat deze ramp ons treft.’
Zij wierpen het lot en het viel op Jona.
Zij vroegen hem: ‘Vertel eens: wie ben je? Waarom bent je op reis?
Jona zei: ‘Ik ben een Hebreeër. God vroeg me om naar Nineve te gaan,
maar ik vluchtte naar de andere kant van de wereld.’
De mannen werden zeer angstig en vroegen: ‘Hoe kon je zoiets doen?
Wat moeten we met jou doen om door de zee met rust gelaten te worden?’
Jona zei: ‘Gooi mij maar in zee, dan zal de zee jullie met rust laten.
Het ligt aan mij dat deze hevige storm jullie heeft getroffen.’
De mannen probeerden nog terug te roeien naar het land,
maar dan lukte niet, omdat de zee wilder werd.
Daarom riepen zij tot God: ‘God, laat ons niet vergaan,
wanneer we deze man om het leven brengen.’
Toen namen zij Jona op en gooiden hem in zee. De zee werd stil.
De mannen hadden grote vrees voor God en brachten Hem een offer.
God zond een grote vis om Jona op te eten.
Zo kwam Jona in de buik van een vis, drie dagen en drie nachten.
Daar bad hij tot God:
In mijn nood roep ik God aan, en Hij heeft mij geantwoord.
Uit de schoot van de onderwereld schreeuw ik: luister naar me!
Je hebt me in de afgrond geworpen, in het hart van de zee.
Stromen water omgeven mij, al je golven slaan over me heen.
Hoe zal ik ooit nog je heilige tempel aanschouwen?
Het water staat tot mijn lippen, mijn hoofd zit vol wier.
Trek me levend omhoog uit de grafkuil, mijn God!
Nu mijn levensadem het begeeft, gaan mijn gedachten naar Jou.
Laat mijn gebed tot Je komen, Ik wil Je offers brengen,
ik wil mij houden aan mijn gelofte. Bij God is redding.’
Toen sprak God tot de vis en die spuwde Jona uit op het droge.
Nu zei God voor de tweede keer tot Jona:
‘Sta op, ga naar de grote stad Nineve en zeg haar wat Ik je te zeggen gaf.’
Jona stond op en ging naar Nineve, een geweldig grote stad.
Men had drie dagen nodig om er door te trekken.
Jona ging de stad in en riep: ‘Veertig dagen nog,
en Nineve wordt met de grond gelijk gemaakt!’
De bewoners van Nineve begonnen te vasten. Ook hun koning.
En God zag wat zij deden. Hij zag dat zij terugkwamen van hun slechte wegen. En God kreeg spijt dat Hij hen met onheil bedreigd had.
Hij bracht het niet ten uitvoer.
Maar Jona vond dat niet goed. Hij werd nijdig. Hij bad tot God:
‘Ach God, ik had dat wel gedacht, toen ik nog in mijn land was!
Daarom wilde ik naar Tarsis vluchten!
Ik wist immers, dat Je een genadige en barmhartige God bent,
Je hebt altijd berouw over onheil.
Laat me maar doodgaan God: ik ben liever dood dan levend.’
God vroeg: ‘Is er wel een reden om kwaad te zijn?’
Jona ging de stad uit. Daar maakte hij een dak met takken en bladeren
en ging daaronder in de schaduw zitten kijken,
naar wat er met de stad zou gebeuren.
Toen liet God een boom opschieten, om Jona schaduw te geven.
Jona was er enthousiast over.
Maar de volgende dag vrat een worm de boom aan waardoor hij verdorde.
Bovendien was er een verzengende oostenwind.
Hierdoor stak de zon stak zo hevig op Jona’s hoofd,
dat hij uitgeput neerzonk.
Hij verlangde te sterven en zei: ‘Ik ben liever dood dan levend.’
Maar God vroeg aan Jona: ‘Moet je wel zo nijdig zijn over de boom?’
Jona antwoordde: ‘Ja, ik heb reden om door en door nijdig te zijn!’
Toen zei God: ‘Je bent bezorgd om een boom,
waarvoor je niets hebt gedaan en die je niet hebt gekweekt,
die boom die tussen de ene nacht en de andere
is opgeschoten en vergaan.
Waarom mag Ik dan niet begaan zijn met de grote stad Nineve,
waar zoveel mensen wonen?"



Het boek Jona in het jodendom

Het boek Jona wordt in de synagoge gelezen op de Grote Verzoendag (Jom Kipoer). De bekering van zowel Jona als Nineve, waarbij 'dood' omkeert in 'nieuw leven' is er de aanleiding voor.
Aan de Grote Verzoendag gaan veertig dagen van inkeer en boetedoening vooraf, te vergelijken met de veertigdagentijd bij de christenen.



Echt gebeurd?

- Kan iemand drie dagen in de buik van een vis verblijven en daarna fris en gezond op het strand uitgebraakt worden?
- Hoe kan het dat Jona naar Nineve moet, terwijl de stad allang verwoest is?

Hoewel er veel verwijzingen zijn in dit boek naar historische plaatsen en figuren (Nineve, Tarsis, Jaffa, Jona), is het boek Jona geen historisch verslag.



Historische context

In het jodendom van na de ballingschap (post-exilisch jodendom) zien de joden hun uitverkiezing door God als een dienst aan de mensheid: ze moeten een licht zijn voor de heidenen en het geluk aan alle volkeren brengen.
Dit wordt duidelijk gemaakt in het verhaal over de lotgevallen van Jona.



Merk op

.
Jona is geen eersteklas profeet!
Toen hij van God de opdracht kreeg: 'Ga de Ninevieten vertellen dat hun verdorvenheid is doorgedrongen tot God' zei Jona: ’Nog veertig dagen en Nineve zal één puinhoop worden' (Jona verdraaide de woorden van God).


.
Jona dacht te weten hoe God is, maar moest zijn zekerheden achterlaten, afstand doen van zijn eigen theorieën om te ontdekken wie God ècht is. God is anders dan de mensen.



Relatie met het Nieuwe Testament

De schrijvers van het Nieuwe Testament zagen in de redding van Jona een teken van lijden en verrijzenis van J. Christus: Matteüs 12, 38-42; Lucas 11, 29-32)
Jezus Christus, het licht van de wereld werd door de macht van de duisternis verslonden. Maar Hij overwint de dood ’na drie dagen’ om licht te brengen waar alle hoop op leven verloren is.





Bijbel en kunst

Ilana GOOR

Jona

Dit beeld in het huidige Jaffa herinnert aan de profeet Jona die in Jaffa wou ontschepen naar het uiteinde van de toen bekende wereld, om te ontsnappen aan de opdracht die God hem gaf om naar Ninive te gaan.





Suggesties

Grote kinderen

EVEN TESTEN

Het verhaal van Jona

Opdracht voor de kinderen:
Vertel het verhaal van Jona in vier regels.
Maak hierbij gebruik van de letters van Jona’s naam.
Die letter wordt telkens de beginletter van je zin.

J ......................................................................................................

O ......................................................................................................

N ......................................................................................................

A ......................................................................................................




De geschiedenis van Jona

Schrijf het verhaal van Jona opnieuw met de volgende drie prenten:

Jona 1 Jona 2 Jona 3



Correctiesleutel

Jona 1 Jona wordt opgeroepen om naar Ninive te gaan, maar hij vlucht weg naar de andere kant van de wereld.
Jona 2 Het schip komt in een storm terecht. Jona wordt overboord gegooid, omdat hij zijn opdracht ontvlucht. Hij wordt opgeslokt door een grote vis.
Jona 3 Jona gaat uiteindelijk toch naar Ninive. De bewoners van die stad bekeren zich.




Kruisende woorden

Materiaal
Blad met 'kruisende woorden', waarvan de vragen niet zijn ingevuld.

Gewoonlijk vullen kinderen zelf de 'kruisende woorden' in. Deze keer mogen zij de vragen stellen.
Als ze hun vragen noteren op het blad waarbij de kruisende woorden nog niet zijn ingevuld, dan kan een andere groep proberen die woorden te vinden met behulp van de vragen die zij opgemaakt hebben.



Een onvolledig lied

De volgende woorden ontbreken in dit lied:
vis, as, blij, schip, reis, sparen, God, liefde


JONA
Tekst: H. Lam / Muziek: W. ter Burg

Jona heeft ............ wel verstaan
maar hij stoort er zich niet aan
Jona gaat heel eigenwijs
met een grote boot op ......

Maar de Heer zegt:
nee, neen nee
Jona moet naar Ninivé (2X)


Midden op de oceaan
komt zijn ......... in een orkaan.
Jona wordt van boord gezet,
maar een ........ heeft hem gered.

Want de Heer zegt:
nee, neen nee
Jona moet naar Ninivé (2X)


Na drie dagen duisternis
komt hij heelhuids uit de vis
Jona gaat nu wél op pad,
naar die goddeloze stad.

Want de Heer zegt:
nee, neen nee
Jona moet naar Ninivé (2X)


Ninive hoort Jona aan
en de mensen zijn ontdaan:
zitten neer in zak en .....,
dagenlang wordt er gevast.

En de Heer zegt:
nee, neen nee
........ zal ik Ninivé (2X)


Jona uit de grote vis
ziet dat God vol ....... is.
O, wat is die Jona kwaad,
dat de stad haar straf ontgaat.

Maar de Heer zegt:
nee, neen nee
wees toch ..... om Ninivé (2X)




Correctiesleutel
Jona heeft God wel verstaan
maar hij stoort er zich niet aan
Jona gaat heel eigenwijs
met een grote boot op reis

Maar de Heer zegt:
nee, neen nee
Jona moet naar Ninivé (2X)


Midden op de oceaan
komt zijn schip in een orkaan.
Jona wordt van boord gezet,
maar een vis heeft hem gered.

Want de Heer zegt:
nee, neen nee
Jona moet naar Ninivé (2X)


Na drie dagen duisternis
komt hij heelhuids uit de vis
Jona gaat nu wél op pad,
naar die goddeloze stad.

Want de Heer zegt:
nee, neen nee
Jona moet naar Ninivé (2X)


Ninive hoort Jona aan
en de mensen zijn ontdaan:
zitten neer in zak en as,
dagenlang wordt er gevast.

En de Heer zegt:
nee, neen nee
sparen zal ik Ninivé (2X)


Jona uit de grote vis
ziet dat God vol liefde is.
O, wat is die Jona kwaad,
dat de stad haar straf ontgaat.

Maar de Heer zegt:
nee, neen nee
wees toch blij om Ninivé (2X)





VERDIEPEN

Personen in het verhaal van Jona

Vooraf
Zorg voor vier blanco kaartjes en een stift.


Verloop
Vertel eerst het verhaal van Jona in zijn geheel (zie hoger)
Vraag daarna aan de kinderen:
- Wie komt aan bod in dit verhaal?
(Jona, zeelui, Ninevieten, God)

Bij elk antwoord noteert één van de kinderen de naam van die persoon op een kaartje.
(Belangrijk:
. het kan zijn dat kinderen niet zomaar direct God aanduiden als een handelende figuur in dit verhaal.
. het kan ook dat de kinderen de vis vermelden - de vraag is immers heel algemeen gesteld. Gebruik daar dan een extra kaartje voor.)

Als alle kaartjes beschreven zijn, leg je het kaartje met ‘God’ op in het midden van de kring. Leg de drie andere kaartjes er om heen. (Hou het eventuele kaartje met de vis nog even achter)


- Hoe is de relatie van die verschillende personen tot God?
Jona
Gaat niet akkoord met God. Hij vlucht voor Hem weg naar het andere eind van de wereld.
Gaat met tegenzin naar Nineve om er Gods woord te brengen (dat hij bovendien verdraait)

Zeelui
Kennen God niet, toch hebben ze eerbied voor Hem

Ninevieten
Als ze horen wat de wens van God is, doen ze er alles aan om anders te gaan leven en meer rekening te houden met wat God belangrijk vindt.

(Indien de kinderen de vis vermeld hebben, vraag je ze nu bij welk van de vier kaartjes in het midden van de kring die vis wordt gelegd. De kinderen verwoorden ook waarom ze dat doen.)


Vraag daarna aan de kinderen:
- Op wie gelijken jullie zelf het meest: op Jona, de zeelui of de bewoners van Nineve?

Laat de kinderen in drie verschillende hoeken van de ruimte staan. (De kaartjes uit het begin van deze activiteit kunnen helpen bij het aanduiden van de hoek)
De vierde hoek van de ruimte is voor die kinderen die zich in niemand uit het verhaal kunnen terugvinden.

Geef de kinderen in de vier hoeken de kans om wat uitleg bij te geven bij hun keuze.


Ga terug in de kring zitten.
Richt nu de aandacht van de kinderen op wat God doet in het verhaal.
Hij wil dat mensen respectvol met elkaar leven (Ninevieten)
Hij geeft mensen een tweede kans (Jona; Ninevieten)
Hij handelt doorheen handelingen van mensen (zeelui) - eventueel: dieren (vis)


Trek deze antwoorden door naar de actualiteit.
- Worden nieuwe kansen gegeven aan mensen?
- Worden mensen opgeroepen om respectvol met elkaar om te gaan?
- In welke handelingen van mensen kun je God aan het werk zien?


Bezorg de kinderen een aantal ‘tekstballonnen’ (papier dat uitgeknipt is als een tekstballon – je kunt er vier maken uit een gewoon blad) Op die tekstballonnen schrijven ze in eigen woorden wat ze zouden zeggen als ze iemand een tweede kans geven, als ze iemand zouden vragen om respectvol met anderen om te gaan.
Deze tekstballonnen worden op een groot blad bijeen gekleefd.





INLEVEN

Boodschap aan de Ninevieten

Decor Ninive

Inspireer je aan bovenstaande silhouettekening om met de kinderen op de grond of tegen een muur een plattegrond te maken van de stad Nineve.
Nadien schrijven de kinderen op tekstballonnen in hun eigen woorden hoe ze de Ninevieten zouden aansporen anders te gaan leven, in hun leven meer met God rekening te houden.

Tekstballonnen Ml



De persconferentie

Opdracht voor twee kinderen:
Jullie zijn twee journalisten die uitgenodigd zijn op een persconferentie in Nineve.
Je krijgt er de kans om een aantal personen uit het boek Jona te interviewen. Dit zijn de personen die je kunt ondervragen: Jona, een matroos, een bewoner van Nineve, God, de kapitein.

Bespreek met elkaar welke vragen je aan hen zult stellen.

Vragen als:
- Op welke manier ken je Jona? Vertel.
- Wat vond je van de situatie waarin je Jona leerde kennen?
- Wat voelde je? (Was je bang? ongerust? blij? ... ?)
- Wat vond je van hem? Waarom is dat zo?

Vragen die jullie zullen stellen:

...........................................................................................................
...........................................................................................................
...........................................................................................................
...........................................................................................................


Het kind dat Jona zal vertegenwoordigen krijgt de volgende informatie:

Je hebt de gebeurtenissen uit het boek Jona op je eigen manier meegemaakt.
Twee journalisten zullen je interviewen.
Bereid in gedachte de antwoorden op de vragen voor.

Vragen als:
- Wat heb je allemaal meegemaakt? Vertel.
- Wat vond je van jezelf? Waarom is dat zo?
- Wat voelde je? (Was je bang? ongerust? blij? ... ?)
- Wat vond je van jezelf?


Wie in de huid van de matroos, de kapitein, een inwoner van Nineve, God zal kruipen krijgt voordien het volgende:

Je hebt de gebeurtenissen van Jona op je eigen manier meegemaakt.
Twee journalisten zullen je interviewen.
Bereid in gedachte de antwoorden op de vragen voor.

Vragen als:
- Op welke manier ken je Jona? Vertel.
- Wat vond je van de situatie waarin je Jona leerde kennen?
- Wat voelde je? (Was je bang? ongerust? blij? ... ?)
- Wat vond je van hem? Waarom is dat zo?




ACTEREN

Toneel: Jona

Verteller
Lang geleden leefde er in het land Israël een man. Zijn naam was Jona.
Op een dag hoort hij de stem van God, die zegt:
'Luister goed Jona. Ga naar Nineve.
Zeg aan de mensen dat ze veel slechte dingen doen en dat ze hun leven moeten veranderen.'

Jona
Nee, ik wil niet naar die nare stad.
De mensen gaan toch niet naar me luisteren.

Verteller
Jona wil niet doen wat God van hem vraagt.
Daarom zoekt hij een schip en hij gaat op reis.
Niet naar Nineve, maar naar Tarsis, naar de andere kant van de wereld.

Schipper
Aan boord! Aan boord! Instappen voor Tarsis!

Jona
Kan ik mee?

Schipper
Kun je wel betalen?

Jona
Natuurlijk, hier.
(Geld rinkelen en afgeven)

Verteller
Jona scheept in en vaart naar Tarsus.
Maar onderweg steekt een zware storm op. Het waait erg. De golven komen al in de boot.

Matrozen
Help, we vergaan!

Verteller
Dan verneemt de kapitein van het schip dat Jona nog ligt te slapen. Hij maakt hem wakker.

Schipper
Sta op en bid tot jouw God.
Dan kan Hij ons helpen.

Jona
Ik heb iets dom gedaan. Ik wou niet luisteren naar wat God van me vroeg.
Gooi me maar overboord!
Misschien laat God het dan wel ophouden met stormen.

Verteller
De matrozen van het schip nemen Jona op en gooien hem in de zee. Daar ligt Jona nu te spartelen in de diepe donkere zee.
De boot waar hij op was is weggevaren.
Niemand kan hem nog redden.
Maar er zwemt een grote vis in die zee. Die slokt Jona op.
Daar zit Jona dan. Drie dagen in de buik van de vis. Jona bidt:

Jona
God, ik zal doen wat ik heb beloofd.

Verteller
En de vis zwom naar het strand en spuwde hem uit op het land.

Jona
En nu ga ik echt naar Nineve.

Verteller
Jona ging naar Nineve.

Jona
Beste mensen van Nineve, God vindt het niet goed wat jullie doen.
Hij zal jullie stad kapotmaken.

Verteller
De inwoners van die stad luisteren goed naar wat Jona te zeggen heeft en houden op slechte dingen te doen. Maar Jona is boos. Hij bidt tot God:

Jona
God, moest ik daarom naar Nineve komen? Ik had gezegd dat Jij de stad zou kapotmaken en nu doe Je dat niet! Wat moeten die mensen wel van me denken?

Verteller
Toen God hoorde wat Jona zei, antwoordde Hij: 'Ben je boos omdat ik goed ben?'





DOEN

Beeldverhaal

Het verhaal wordt in zoveel delen verdeeld als er kinderen zijn.
Elk van hen tekent een onderdeel van het verhaal. Deze tekeningen worden bijeen gekleefd in een groot 'behangpapierboek'.
Bij elke tekening wordt onderaan een strook gekleefd waarop dit deel van het verhaal in telegramstijl staat.


TIP
Spreek vooraf af welke de kleur is van de kleding van Jona, zijn haar... zodat hij in de verschillende tekeningen herkenbaar blijft.






Wijsheid!?!?

Een pastoor ging op bezoek bij een sceptisch man. Die vroeg:
- Geloof je echt dat Jona in de walvis heeft gezeten?
- Als ik in de hemel kom, zal ik het hem vragen, zei de pastoor.
- En als hij niet in de hemel is?
- Geen probleem, zei de pastoor, dan kun jij het hem vragen.