Loading...
 

26e zondag door het jaar C - evangelie

2 Foto


...page... Wiki page pagination has not been enabled.

Lucas 16, 19-31: Lazarus en de rijke

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1653-1654)

Daarna gaf Jezus dit voorbeeld: ‘Er was eens een rijke man. Hij droeg de mooiste en duurste kleren, en hij vierde elke dag feest. Er was ook een arme man, met allemaal vieze wonden op zijn lichaam. Die man heette Lazarus.
Lazarus lag voor de deur van de rijke man. Zo hoopte hij wat restjes eten te krijgen. Maar hij kreeg niets. Er kwamen alleen honden, die aan zijn wonden likten. Op een dag ging Lazarus dood. Engelen namen hem mee en brachten hem bij Abraham. Lazarus mocht naast Abraham zitten.
Ook de rijke man ging dood en werd begraven. Hij kwam in de hel en had heel veel pijn. In de verte zag hij Abraham zitten, en daarnaast zat Lazarus. De rijke man riep: ‘Vader Abraham, heb medelijden met mij! Ik heb zo veel pijn in dit vuur! Stuur Lazarus naar me toe. Laat hem met zijn vinger een druppeltje water op mijn tong leggen.’
Maar Abraham zei: ‘Mijn zoon, jij hebt het toch goed gehad tijdens je leven, terwijl Lazarus het slecht had? Nu wordt hij getroost, maar jij moet pijn lijden. Bovendien is er een diepe afgrond tussen ons. Daardoor kunnen wij niet bij jullie komen, en jullie kunnen niet bij ons komen.’
Toen riep de rijke man naar Abraham: ‘Wilt u Lazarus dan alstublieft naar mijn familie sturen? Laat hem mijn vijf broers waarschuwen. Anders komen zij ook in de hel, net als ik.’
Maar Abraham zei: ‘Je broers hebben de wet van Mozes en de boeken van de profeten. Laten ze daar maar naar luisteren.’ Toen zei de rijke man: ‘Maar daar luisteren ze niet naar! Ze zullen hun leven pas veranderen als er een dode naar hen toe komt.’
Maar Abraham zei: ‘Je zegt dat je broers niet luisteren naar Mozes en de profeten. Dan zullen ze ook niet luisteren naar iemand die opstaat uit de dood.’’



Dichter bij de tijd

(C. LETERME, Map Bijbel in 1000 seconden, fiche die hoort bij Lucas 16, 19-31)

Op een dag vertelt Jezus aan de farizeeën:
‘Er was eens een rijk man.
Hij ging gekleed in de kostbaarste stoffen en het fijnste linnen.
En elke dag vierde hij uitbundig feest.
Voor de deur van zijn huis lag Lazarus.
Hij was arm en had zweren over zijn hele lichaam.
Hij wilde graag zijn honger stillen
met de kruimels die van de tafel van de rijke
op de grond vielen.
Maar in plaats daarvan kwamen er honden
die aan zijn zweren likten.

Op een dag stierf Lazarus.
De engelen droegen hem naar de hemel.
Daar mocht hij zitten bij de aartsvader Abraham.
Ook de rijke stierf.
Hij kwam terecht in de hel, waar hij veel pijn leed.
Toen hij omhoog keek, zag hij Abraham van ver
en Lazarus die bij hem was.
Hij riep naar Abraham:
‘Vader Abraham, heb medelijden met me.
Stuur Lazarus en vraag aan hem
dat hij de toppen van zijn vingers nat maakt met water
en er mijn tong mee verkoelt,
want ik lijd hier hevig in dit vuur’.
Maar Abraham zei:
‘Kind, vergeet niet dat jij het je hele leven goed hebt gehad
en Lazarus altijd slecht.
Nu wordt hij hier getroost, en lijd jij pijn.
Bovendien is er tussen ons en jullie een diepe kloof.
Zelfs al zou iemand van hier naar jullie willen gaan...
het zou niet kunnen,
net zo min dat iemand van bij jullie naar ons kan komen’.
Maar de rijke zei: ‘Vader, mag ik u dan vragen
om hem naar het huis van mijn vader te sturen,
want ik heb nog vijf broers.
Laat Lazarus hen waarschuwen,
zodat zij niet ook terechtkomen in deze plaats van pijn’.
Maar Abraham zei:
‘Ze hebben Mozes en de profeten.
Ze moeten maar naar hen luisteren’.
Maar de rijke zei: ‘Nee, vader Abraham,
als iemand van de doden naar hen toe komt,
dan zullen ze zich bekeren’.
Maar Abraham antwoordde:
‘Als ze al niet naar Mozes en de profeten luisteren,
dan zullen ze ook niet luisteren
naar iemand die uit de doden opstaat'.



Stilstaan bij ...

Purper
Kleur van wie machtig en rijk was. Die kleur werd bekomen uit de afscheiding van de Murex-schelpen uit de Middellandse Zee. De kleur varieerde van zwart/rood tot violet. Omdat er veel schelpen nodig waren voor slechts weinig kleurstof, droegen alleen heel rijke mensen purperen stoffen.
Dat de kleur purper lange tijd erg duur was, is de reden waarom die kleur in nationale vlaggen niet voorkomt, behalve in die van Dominica, een eiland in de Caribische Zee (let op de veren van de papegaai). Die vlag bestaat sinds 1978.

Vlag Dominica


Lazarus
(vergrieksing van El-zar = ‘God helpt’)
De naam van de arme man werd wellicht gekozen vanuit de bovengenoemde betekenis.
Bovendien was dit ook de naam van de trouwe dienaar van Abraham. Ten tijde van Jezus vertelde men dat Abraham zijn dienaar Eliezer regelmatig terug naar de aarde stuurde om te zien hoe het met zijn volk ging, of het nog trouw was aan God.

Honger stillen
Het helpen van de armen was een plicht, die op zijn minst formeel vervuld werd tegenover armen uit het eigen volk. De rijke overtreedt dus een elementaire regel in de omgang met de medemens. Tegelijk zondigt hij tegen God omdat hij het gebod van God om armen tegemoet te komen, niet opvolgt.

Rijkaard
Uit het feit dat de rijke man geen naam heeft, kan men aflezen hoe onbelangrijk de evangelist / Jezus die rijke man wel vindt. Het gebrek van deze man is niet dat hij niet rijk is, maar dat hij van zijn rijkdom niet deelt met armen.

Schoot van Abraham
Met deze uitdrukking wil Jezus zeggen dat Lazarus met Abraham verenigd wordt.
In Het Oude Testament wordt de dood van iemand vaak omschreven als ‘verenigd worden met zijn voorvaderen’.

Onderwereld
Jezus spreekt met beelden die in zijn tijd gebruikelijk waren. In afwachting van de verrijzenis, werden de overledenen verdeeld in twee groepen. De rechtvaardigen groepeerden zich rond Abraham in een soort oase. De zondaars werden verbannen naar het heetst van de woestijn.

Ontfermen
‘Zich over iemand ontfermen’ is een verouderde manier van spreken. Men zegt nu eerder: ‘Voor iemand zorgen’.

Mozes en de profeten
Dat de rijken zich het lot van de armen moeten aantrekken, staat al in de Bijbel: nl. Tora (wetten van God) en de teksten van de profeten. Die opdracht blijft geldig, of Jezus nu verrezen is of niet.

Bekeren
'Bekeren' wil zeggen dat men zich omkeert, zich omdraait. Het leven waarin men alleen aan zichzelf denkt, keert men de rug toe. Men wil anders gaan leven: men wil rekening houden met de medemens en met God.



Merk op
Lazarus (= God helpt) en Jezus (= God redt) zijn twee namen die de bevrijdende activiteit van God uitdrukken.





Bij de tekst

Een parabel

Een parabel ...
... informeert over God en zijn Rijk
. God laat zich niet leiden door materieel bezit.
. Het Rijk van God ligt in de lijn van wat de bijbel (Mozes en de profeten) zegt over hoe mens moet handelen.

... roept op tot een aangepaste levenshouding
. Verleen reële hulp aan de arme, laat hem niet liggen.
. Overbrug de kloof tussen arm en rijk door broederlijk te delen.



Merk op

. De rijke is iemand die voor zijn toekomst vertrouwt op geld en goederen. Door zich in te kapselen in zijn bezittingen, komt hij tot een houding waarin nauwelijks plaats is voor de arme, voor God. De rijke wordt niet veroordeeld omdat hij rijk is, maar omdat hij zijn hart gesloten houdt voor de anderen.

. 'Lazarus', de naam van de arme, werd wellicht gekozen omwille van zijn betekenis: 'God helpt', 'God is barmhartig'. Zijn naam houdt voor de rijke de opdracht in om 'barmhartig' als God te handelen.



Wortels in het Oude Testament

. De gulle gastvrijheid van Abraham (Genesis 18) staat in scherp contrast met de houding van de rijke in de parabel.

. 'Is in een of andere stad van het land dat de Heer uw God u schenkt, een van uw broeders tot armoede vervallen, dan moet u niet hard zijn voor uw arme broeder en uw beurs niet voor hem dichthouden. U moet die integendeel wijd openen en hem alles lenen wat hij tekort komt. Armen zullen er altijd blijven in het land; juist daarom gebied ik u: open uw beurs wijd voor uw behoeftige en arme landgenoot.'
Deuteronomium 15, 7-8.11





Bijbel en kunst

Beeldhouwwerk

ANONIEM

Lazarus en de rijke man (1110 - 1230)

C26

Abdij Saint Pierre de Moissac (Frankrijk)


Dit beeldhouwwerk is van rechts naar links te lezen :
. De rijke man en zijn vrienden doen zich te goed aan een rijk gedekte tafel.
. De zweren van de arme Lazarus, die tevergeefs bij de rijke bedelt, worden door honden gelikt.
. Lazarus is gestorven. Op hem wordt een lijkwade gelegd. De engel des doods neemt zijn ziel mee.
. De ziel van Lazarus wordt door Abraham op de schoot genomen.





Schilderkunst

H. TER BRUGGHEN

De rijke man en de arme Lazarus (1625)

5 Hendrick Ter Brugghen De Rijke Man En De Arme Lazarus

(Olieverf op doek - Centraal Museum, Utrecht, Nederland)


Werk van de Nederlandse kunstschilder Hendrick ter Brugghen (1588-1629), die een sterk beïnvloed werd door de Italiaanse schilder Caravaggio.





F. BRONNIKOV

De parabel van Lazarus

Bronnikov Groot

Werk van de Russische kunstschilder Fyodor Bronnikov (geboren te Shadrinsk in 1827 - overleden te Rome in 1902).




Suggestie
- Wat zie je op dit schilderij?
- Wat gebeurt er onderaan de trap?
- Wat gebeurt er bovenaan de trap?
- Wat zou de schilder met al die trappen bedoeld hebben?


Lees daarna Lucas 16, 19-31
- Welke twee delen vind je in deze parabel terug?


- Welk deel uit de parabel heeft Bronnikov geschilderd?
- Welke tips zou jij aan de schilder geven bij het uitbeelden van het andere deel van de parabel?





W. FRIES

De rijke man en de arme Lazarus


Willy Fries

Dit kunstwerk van Willy Fries (1907-1980), een Zwitsers kunstschilder, stelt de parabel voor die Jezus vertelde over een rijke en een arme (Lazarus).
Op de onderste strook van het schilderij is Lazarus te zien.
De bovenste brede strook stelt het leven van de rijke man voor, in de tijd waarin de schilder leefde en werkte, en dus niet zoals in de tijd van Jezus.
Zo confronteert de kunstenaar ons met zijn manier van omgaan met deze parabel: het gaat niet om een verhaal van lang geleden, het gaat om iets wat nog steeds actueel is.




Suggestie
De kinderen inspireren zich aan dit schilderij om een collage te maken met beelden uit kranten en tijdschriften, om zo de actualiteit van deze parabel te benadrukken.
Naargelang de leeftijd kunnen hierin ook krantenkoppen verwerkt worden.





E. STIH

Hoeveel broden hebben jullie?

Hongerdoek 2013

De Boliviaanse kunstenares Etji Stih, oorspronkelijk afkomstig uit Slovenië, schilderde dit hongerdoek voor het jaar 2013.
De doek bestaat uit vier taferelen, met elkaar verbonden door een kruis
Ze verwerkte erin de volgende Bijbelverhalen:
Bovenaan:
. links: de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging (Marcus 6, 30-44),
. rechts: het Laatste Avondmaal (Lucas 22, 15-23).
Onderaan:
. De rijke man en Lazarus (Lucas 16, 16-31)
. Voorstelling van het Rijk van God


Even stilstaan bij de afbeelding die verwijst naar de parabel van de rijke en Lazarus.
(tekst: deels geïnspireerd door Dries van den Akker s.j. in beeldmeditaties.nl)

Hongerdoek 2013 Detail

(bron: beeldmeditaties.nl)


Op de bovenste helft van dit tafereel zijn vijf mensen te zien die zich te goed doen aan een wel voorziene tafel.
Op de onderste helft vragen lege handen hongerig om kruimels van die tafel.

Vijf paar ogen die niet zien!
. In het midden achter de tafel (bovenste helft): de gastheer met de handen voor zijn ogen. Hij wenst die handen vóór hem niet te zien.
. Naast hem een militair met helm, geweer en zonnebril - ook hij ziet de werkelijkheid niet in al zijn scherpte.
. Naast de militair een man met de hand aan de kin. Hij dénkt - met de ogen dicht!
. Aan de andere kant van de gastheer: een man met een kaal hoofd en holle oogkassen. Waar zijn zijn ogen om te zien wat er op de voorgrond gebeurd?
. Naast hem een dame met parelketting. Zij heeft een vuiltje in haar rechteroog. Veel zien kan ze niet, en kan / wil ze ook niet (zie het gebaar dat ze maakt met haar linker hand).




Suggestie
De kunstenares maakt op vijf verschillende manieren duidelijk dat de vijf mensen aan tafel de mensen met honger op de voorgrond niet kunnen zien.
Heel wat mensen gebruiken allerlei uitdrukkingen om niet te moeten ingaan op de vele vormen van armoede waarmee ze geconfronteerd worden.

- Formuleer vijf zo'n redenen.
(bv.: rijkdom maakt niet gelukkig ...)

- Zoek vijf argumenten om daartegen in te gaan.





Chris HIGHAM

De grote kloof

C 26





Suggesties

Kleine kinderen

DOEN

Om te kleuren

Materiaal
Maak een keuze tussen de volgende tekeningen:
Lazarus Klpl 26c
Klik hier voor de kant en klare versie.

Of:
Lazarus 26C

Of:
nog een anderetekening in een kant klare versie.


Verloop
Vertel vanuit de tekening over een rijk man die elke dag feest kon vieren, terwijl een arme man, Lazarus, niet eens de kruimels van de tafels van de rijke kreeg om zijn honger te stillen.
Beide mannen stierven.
De arme man kwam bij God in de hemel.
De rijke man niet, want tijdens zijn leven had hij niet één keer iets voor Lazarus gedaan.

De kinderen kleuren nadien de tekening.





Grote kinderen

EVEN TESTEN

Werken met een schuifraadsel

Materiaal
Blad met de invultekst en het schuifraadsel.


Verloop
Vertel de parabel.
Nadien vullen de kinderen de tekst in. (Deze opdracht wordt gemakkelijker als je de kinderen laat kiezen uit de volgende woorden: ABRAHAM, BEKEREN, BROERS, HONDEN, HONGER, LAZARUS, PROFETEN, RIJK, STIERF, VIJF. Als je dit al te gemakkelijk vindt kun je er dan weer een paar extra woorden aan toevoegen. Bijvoorbeeld: ENGELEN, PURPER of VADER)

Op de plaats in de tekst waar de woorden ingevuld worden, staat een cijfer dat overeen komt met een rij vakjes in het schuifraadsel. Wanneer alle woorden in het schuifraadsel geschreven zijn, vinden de kinderen de woorden 'Rijk van God'. Dit noteren ze onder het schuifraadsel.

Zeg aan de kinderen dat de meeste parabels van Jezus vertellen over het Rijk van God. Zoek samen met de kinderen wat Jezus met deze parabel over dit Rijk van God heeft willen zeggen. Laat dit gesprek het karakter hebben van een filosofisch gesprek: laat de kinderen goed nadenken, vergelijken, argumenteren. Sta zelf niet te vlug klaar met een antwoord, zodat de kinderen het plezier hebben om zelf een antwoord te ontdekken.
Er is kans dat de kinderen erop uit komen dat in het rijk van God geen rekening gehouden wordt met de bezittingen van iemand, of dat het rijk van God er is wanneer men hulp verleent aan wie arm is.



Delen

(C. LETERME en K. VANCLEYNENBREUGHEL in Zonneland 2005, nr 24)

nooit af en toe vaak
Ik deel mijn snoep met mijn vrienden
Ik zorg mee voor de schriften van wie ziek is in de klas
Ik bezoek mijn grootouders
Ik laat mijn broer/zus naar zijn/haar lievelingsprogramma kijken
Ik geef een deel van mijn spaargeld aan een goed doel
Ik help mijn papa of mama in huis

Kun je vaak een kruisje zetten in het laatste vakje, dan ben je een 'krak' in het delen.



Test je egoïsme

(Bron onbekend)
1. Je krijgt van je oma en opa een grote zak snoep.
a. Je deelt met andere huisgenoten
b. Je deelt alleen met je broer /zus
c. 't Is van jou, daar mag niemand anders van mee-eten


2. Je hebt een grote verzameling stripverhalen.
a. Je huisgenoten mogen die wel eens lezen
b. Die zitten veilig achter slot op je kamer
c. Vrienden en/of vriendinnen mogen die ook lezen


3. Net als je favoriete tv-programma start, vraagt je broer of zus een ander programma te volgen
a. Je gaat ermee akkoord
b. Je doet alsof je doof bent
c. Je gaat in discussie en beslist samen welk programma te volgen


4. Tijd om wat te spelen
a. Je verdeelt de rollen voor het spel en, dirigeert het verder
b. Je vraagt je vrienden waar ze zin in hebben
c. Je vraagt je vrienden of ze zin hebben jouw spel mee te spelen.


5. Je hebt een stapel dubbele stickers.
a. Je kijkt uit met wie je kunt ruilen
b. Je kijkt uit wie je er een plezier mee kunt doen
c. Je houdt ze bij, je weet maar nooit.


6. Broer of zus vraagt je met jouw bal te spelen.
a. Dat is ok
b. Dat is ok als je met iets van hem of haar mag spelen
c. Sorry, maar broer of zus moet maar met zijn of haar eigen bal spelen.


Een klasgenoot vraagt je om jouw nieuwe stiften te gebruiken.
a. Natuurlijk
b. Tja, ze zijn natuurlijk net nieuw. Maar goed voor een keertje
c. Ha neen, je nieuwe stiften zeker


Broer of zus wil jouw fiets lenen.
a. OK, maar niet te lang
b. Neen, ik heb hem misschien zelf wel nodig.
c. Doe maar


9. Van de buur krijg je een reeks postzegels.
a. Je probeert de dubbele te ruilen
b. De dubbele geef je zomaar weg
c. Je broer / zus krijgt de dubbele


10 Een vriend of vriendin vraagt je uitleg van de lessen.
a. Hij/zij had maar moeten opletten tijdens de les
b. Je neemt er rustig de tijd voor
c. Tussen twee lessen geef je vlug wat uitleg


11. Je speelt een sportwedstrijd. Je ziet een vrijstaande speler die kan scoren.
a. Je zoekt nog even een gat om zelf door te breken, maar geeft de bal toch door
b. Je houdt de bal en probeert zelf te scoren
c. Je speelt hem/haar dadelijk de bal door


12. Je hebt een DVD over wilde dieren. Iemand uit de kennissenkring is op zoek naar zo'n DVD.
a. Je geeft de persoon het adres waar jij de DVD kocht
b. Je leent je DVD uit
c. De persoon mag bij jou de DVD komen bekijken


13. Een buurjongen of -meisje is van plan op reis te gaan. Je hebt heel wat informatie.
a. Je doet alsof je nooit hoorde over de bestemming
b. Je geeft alle documentatie
c. Je vertelt erover


14. Een wedstrijd waarmee leuke prijzen te winnen zijn. Je kent het antwoord al.
a. Je geeft het antwoord aan je beste vriend / vriendin
b. Je zwijgt in alle talen
c. Je geeft het antwoord door aan al wie het horen wil.


15. Heel toevallig heb je twee dezelfde cd's
a. Je verkoopt hem aan broer/zus, vrienden...
b. Je ruilt hem om
c. Je geeft er een aan je broer / zus, vrienden...


1. a=1 b=3 c=5
2. a=3 b=5 c=1
3. a=1 b=7 c=4
4. a=5 b=1 c=3
5. a=2 b=1 c=3
6. a=1 b=2 c=3
7. a=1 b=3 c=5
8. a=3 b=5 c=0
9. a=3 b=1 c=2
10. a=7 b=0 c=4
11. a=2 b=4 c=0
12. a=3 b=0 c=1
13. a=5 b=1 c=2
14. a=3 b=2 c=1
15. a=7 b=4 c=1


Score
Tussen 11 en 27 punten: je bent helemaal niet egoïstisch.
Tussen 27 en 48 punten: af en toe heb je een egoïstisch trekje.
Tussen 48 en 72 punten; je bent nogal egoïstisch. Doe er iets aan!





BELEVEN

Beter delen

Neem een groot spelletjes boek mee. Kijk erin en zeg: 'Dat is leuk. Allemaal spelletjes.'
Klap dan het boek dicht en zeg: 'Neen, jullie mogen er niet in kijken. Dit spelletjesboek is voor mij alleen.'
Doe het dan weer open en roep: 'Maar dat vind ik leuk en dat vind ik tof...'

Zeg dan aan de kinderen dat je ook had kunnen vragen:
'Wat vinden jullie nu heel leuk om te doen?'
Laat de kinderen hierop reageren.
De kinderen ontdekken zo dat delen beter is.





INLEVEN

Wie ben ik?

Materiaal
Schrijf de naam LAZARUS op een papier, de naam RIJKE op een ander.
Veiligheidsspelden


Verloop
Vertel eerst de parabel.
Laat dan één van de kinderen naar voren komen.
Neem één van de twee bladen waarop RIJKE of LAZARUS staat.
Spelt die op de rug van dat kind met de naam van de persoon duidelijk leesbaar, zodat de groep weet wie hij is.
Dat kind mag vragen stellen aan de groep, die alleen mag antwoorden met 'ja', 'neen' of 'misschien'.
Het kind met de naam op de rug moet raden van wie de naam is die op zijn/haar rug staat.


TIP
Laat eventueel nog andere 'personen' op die manier aan bod komen.
Bv. Jezus, Petrus, barmhartige Samaritaan, verloren zoon, Maria (afhankelijk van welke teksten reeds aan bod kwamen.





VERTELLEN

Een glas melk

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007, p. 169)

Faisel Ahmed was een arme jongen.
Elke dag verkocht hij spulletjes langs de deuren
om zijn schoolgeld te kunnen betalen.
Op een dag had hij maar 10 cent in zijn zak.
Hij had zo’n grote honger
dat hij besloot om bij de volgende deur eten te vragen.

Maar toen hij aanbelde, vroeg hij gewoon een glas water.
De vrouw die opendeed vond dat hij er zo hongerig uitzag,
dat ze hem een groot glas melk gaf.
Toen hij het uitgedronken had vroeg hij: ‘Hoeveel ben ik u schuldig?’
De vrouw zei: ‘Helemaal niks,
ik heb dat graag voor jou gedaan.’
De jongen bedankte haar.
Toen hij het huis verliet, voelde hij zich veel sterker ...

Jaren later werd de vrouw ziek.
De dokters stuurden haar naar een gespecialiseerd ziekenhuis.
Dokter Faisel Ahmed werd opgeroepen.
Toen hij hoorde uit welk dorp de vrouw kwam,
ging hij naar haar kamer
en herkende haar meteen.

Hij gaf haar een speciale behandeling
en deed alles om haar leven te redden.
Na een lange zware strijd werd de vrouw beter.
Dokter Ahmed vroeg aan het ziekenhuis
of hij onder de rekening iets mocht opschrijven.
Toen de vrouw de rekening kreeg,
- ze was er zeker van dat ze heel veel zou moeten betalen –
las ze onder de rekening de woorden:
‘Rekening volledig betaald met een glas melk.
Ondertekend, Dr. Faisel Ahmed.’




Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 26 september 2019, p. 1)

Jezus vertelde over een arme man.
Toen die bij een rijke man ging aankloppen voor een aalmoes
had de rijke daar geen ogen en oren voor.

De arme man ging uiteindelijk dood van de honger.
Na zijn dood werd hij in de hemel met open armen ontvangen.
Toen de rijke stierf werd hij naar de hel gestuurd.

Heel anders gaat het met Faisal in het verhaal hierbij.
De vrouw die hem zag bedelen, liep haar keuken in om een glas melk.
Het maakte hem sterker zodat hij zijn leven in beide handen kon nemen.

Beiden leven hun leven verder.
Jaren later – de vrouw was dit voorval al lang vergeten –
werd ze voor dat glas melk beloond.

Dat ene glas melk had wonderen gedaan.
Faisal had om water gevraagd,
maar de vrouw had ogen gehad voor zijn grote nood.

In de parabel wordt de rijke naar de hel gestuurd.
In het verhaal van Faisal wordt de vrouw nog in dit leven
voor haar daad beloond.

Er zijn veel mensen
die de noden zien van hun medemens
en er belangloos iets aan doen.

Wie zo handelt, werkt zonder het te beseffen
aan het rijk van God, aan wat God voor de mensen droomt:
een wereld waar het voor iedereen goed is te leven.





Jongeren

KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

Lazarus en een rijke man


26C

Lázaro e o rico Epulão, "Viaje Dela Terra Sancta"(1498)


Deze houtsnede uit 1498 geeft de parabel weer van een rijke man en Lazarus.
Merk op dat de kunstenaar Abraham heeft afgebeeld alsof hij Jezus was.


Dit is de parabel:
Er was een rijk man, die gekleed ging in purper en het fijnste linnen, en elke dag uitbundig feestvierde.
Aan zijn poort lag een zekere Lazarus; hij was arm en zat onder de zweren.
Hij had graag zijn honger gestild met wat er van de tafel van de rijke op de grond viel,
maar nee, de honden kwamen en likten aan zijn zweren.
Toen kwam de arme te sterven; de engelen droegen hem in de schoot van Abraham.
Ook de rijke stierf, en werd begraven.

In het dodenrijk sloeg hij gekweld door pijn zijn ogen op
en zag van verre Abraham met Lazarus in zijn schoot.
“Vader Abraham,” riep hij, “heb medelijden met me;
stuur Lazarus om de toppen van zijn vingers nat te maken met water,
en er mijn tong mee te verkoelen, want ik lijd hevig in dit vuur.”
Maar Abraham zei: “Kind, vergeet niet dat jij het heel je leven goed hebt gehad en Lazarus altijd slecht;
nu wordt hij hier getroost, en jij lijdt pijn.
Bovendien, er gaapt tussen ons en jullie een diepe kloof;
al zou iemand van hier naar jullie willen oversteken, hij zou het niet kunnen;
evenmin kan iemand van daar naar ons komen.”
Maar de rijke zei: “Dan, vader, vraag ik u hem naar mijn ouderlijk huis te sturen, want ik heb nog vijf broers.
Laat hij hen gaan waarschuwen, zodat zij niet eveneens terechtkomen in dit oord van pijn.”
Maar Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de Profeten; daar moeten ze naar luisteren.”
Maar hij zei: “Nee, vader Abraham, als iemand van de doden naar hen toe komt, dan zullen zij zich bekeren.”
Maar Abraham antwoordde: “Als ze niet naar Mozes en de Profeten luisteren,
dan zullen ze zich ook niet laten overtuigen als iemand uit de doden opstaat.” ’

- Onderlijn de zinnen / woorden die je op de houtsnede uitgebeeld ziet.





INLEVEN

Brief

Vertel de parabel van Jezus.

Jij bent Lazarus.
Je krijgt van Abraham de kans om een brief te schrijven naar de vijf broers van de rijke man.
Wat zou je hen schrijven?


TIP
Verdeel de groep deelnemers in vijf kleinere groepen.
Geef elk groepje de opdracht om een brief te schrijven naar één van de broers van de rijke man.


Belangrijk
Leg bij deze opdracht het accent op de gemiste kans van de rijke man om voor altijd geluk te kennen en dus niet op de folteringen in de onderwereld.





Overwegingen

@preekvdw

Wat de parabel bedoelt

Deze parabel is niet bedoeld om de rijken te veroordelen en de armen op te hemelen. De rijke werd niet veroordeeld om zijn rijkdom, maar omdat hij zijn hart gesloten hield voor de arme. Deze parabel zegt ons dat we bereid moeten zijn om te delen, en bovendien dat we dat nù moeten doen en niet moeten uitstellen tot morgen wat vandaag al kan gebeuren. Het is geen les over het leven na de dood, over hoe het in de hemel en in de hel zal zijn. Het is een boodschap voor het leven hier en nu: hier en nu moet het gebeuren. We moeten het Rijk van God niet uitstellen, maar nu doen wat we kunnen voor mensen die we op onze weg tegenkomen. Er zijn meer dan genoeg harten, die wat warmte kunnen gebruiken. Wacht niet tot het te laat is!



Frans Mistiaen s.j.

God staat aan de kant van wie zijn hart opent voor de liefde, arm of rijk

Het verhaal van de rijke die na zijn dood wordt gestraft
en van de arme die wordt beloond,
was een bekend Joods volksverhaal.
Wij mogen dus niet denken
dat Jezus ons met deze beschrijving van hemel en hel
Zijn persoonlijke opvatting geeft over het hiernamaals.
Blijkbaar achtte Hij het niet nodig
de details van deze volkse voorstelling te verbeteren,
want Hij wilde aan het hele verhaal een andere wending
en een diepere betekenis geven.
Wat origineel van Jezus is, is het bijgevoegde slot.
Hij heeft het verhaal namelijk uitgebreid
met een vraag om de vijf achtergebleven broers te waarschuwen.
En daarbij keek Hij uitdrukkelijk naar de omstaande Farizeeën,
die wel zullen begrepen hebben dat dit voor hen was bedoeld.
 
Eerst vertelt Jezus het oude volksverhaal opnieuw
en dat gaat in tegen de Farizese opvatting over rijkdom en armoede.
Deze leerden namelijk dat de materiële rijkdom van een mens
een beloning was van God
en dus een bewijs van de deugdzaamheid bij een rijke,
terwijl de armoede een straf was van God,
zodat een arme automatisch een zondaar moest zijn.
Jezus weerlegt deze opvatting met het volksverhaal en zegt:
“Neen, niet elke rijke is een deugdzame,
niet elke arme is een slechterik.
De rijke uit het verhaal was alleen rijk voor zichzelf, zelfvoldaan,
zelfgenoegzaam, maar bleek arm te zijn voor God.
De arme uit het verhaal was de eigenlijke deugdzame.”
Jezus geeft hem daarom ook
een eigennaam met een religieuze betekenis: "Lazarus",
en dat betekent "God is mijn hulp".
 
Jezus' bedoeling is duidelijk te zeggen
dat God langs de kant staat van de arme.
Dus dat diegenen die arm zijn op geestelijk vlak,
nl. het kleine volk, de eenvoudigen, de armen van geest,
eigenlijk door God meer worden geacht,
dan diegenen die denken dat zij rijk zijn op spiritueel gebied,
nl. allen die zich opwerpen als zelfzekere specialisten,
als Schriftgeleerden, als kenners van Gods wet.

Jezus verwerpt dus vooral de zelfgenoegzaamheid
van de religieuze verantwoordelijken.
 
En Hij voegt bij het oude verhaal een antwoord van Abraham,
die benadrukt dat de pogingen van de rijke
om zijn broers te waarschuwen vanuit het hiernamaals
tevergeefs en onmogelijk zijn.
De Farizeeën gebruikten het hiernamaals namelijk vooral
om de mensen schrik aan te jagen.
Door zijn toevoeging wil Jezus als het ware zeggen:
“Reken niet op sensationele tekens uit de hemel.
Maar, luister naar Mozes en de Profeten.
Lees dus veeleer aandachtig de Schrift die gij hebt
en leer er vooral uit dat gij open moet staan,
zowel voor de nood van de arme vóór uw deur
als voor de aanwezigheid van de Liefdegod in deze wereld.”
 
Lucas is de evangelist die ons voortdurend uitnodigt
om beiden samen te zien:
de zuchtende noodlijdende vóór onze deur vandaag
is de lichamelijke gestalte
van God Zelf die nu om onze liefde vraagt.
 
Door het Schriftwoord dat wij vandaag horen
en door de Lazarussen vóór onze deur - dichtbij of veraf -
worden wij dringend gevraagd
niet de rijkdom en de armoede te zien
als een straf of een beloning van God.
Wij worden eraan herinnerd
dat God nooit aan de kant staat van de hardvochtige zelfgenoegzame,
maar steeds aan de kant van diegene die - zij het rijk, zij het arm -
zijn hart opent voor de liefde tot zijn concrete medemens.



Marc Gallant, trappist (Orval)

Rijk aan geld, arm aan liefde (2013)

Als Jezus leert dat je niet God kan dienen en het geld (Lucas 16,13), dan noteert Lucas tevens de reactie die Jezus daarmee teweeg brengt: “De farizeeën, die op geld belust zijn, hoorden dit alles en lachten Hem uit” (Lucas 16,14). Voor de farizeeën was rijkdom immers een duidelijk teken van de gunst van God die hun gerechtigheid beloonde. Om hen te antwoorden, plaatst Jezus nu fijntjes de rijkdom in het perspectief van het voortbestaan na de dood. Het geloof in het leven na de dood lag immers zeer gevoelig bij de farizeeën.

Let wel, zegt Jezus, het leven na de dood is niet de simpele voortzetting van het aardse leven. Wel komt er de ware toedracht der zaken aan het licht. Met een parabel, overigens geïnspireerd door verhalen die in het Oosten gangbaar waren, roept hij het beeld op van een rijke die dag na dag feest viert, en een arme die vruchteloos hoopt de kruimels van die tafel te krijgen - daar men at zonder vork, gebruikte men broodkruim om de handen af te vegen, en de kruimels vielen onder de tafel. De arme echter verdraagt zijn ellende want hij hoopt op God. Zijn naam is Lazarus. “El Azar” betekent: “God helpt”. Dat godsvertrouwen maakt de rijkdom uit van de arme Lazarus. Het bezorgt hem door de engelen weggedragen te worden om aan Abrahams hart te rusten. 

De rijke heeft de arme niet van voor zijn deur weggejaagd: hij heeft hem zelfs niet gezien. Na zijn dood ziet hij hem wel, en met hem de ware toedracht der zaken. Hij beseft nu wat het inhoudt rijk te zijn aan geld en arm aan liefde. Hij heeft ingelegd op het geld. De arme heeft ingelegd op God. Het is de arme die Gods gunst heeft en van hem zelfs de boezemvriend maakt van Abraham. De rijke hoort nu Jezus’ waarschuwing: “Wee jullie die rijk zijn, jullie hebben je deel al gehad” (Lucas 6,24). Het is dus niet de rijkdom die het bewijs is van rechtschapen leven, maar het gebruik dat men ervan maakt. Meer dan het teken van Gods gunst, is rijkdom opdracht om met de armen Gods barmhartigheid te delen. Dit alles dan aan het adres van de farizeeën.

Het verhaal laat Jezus toe nog verder te preciseren. Indien het leven de ruimte is voor de bekering, dan legt de dood de bestemming vast van ieder mens. Lazarus kan niet meer terug naar de vroegere rijke, en die kan Lazarus niet meer vervoegen. Hun lot is onomwendbaar door de keuze voor het geld of voor God. Dat is de betekenis van de wijde kloof nu tussen beiden.

Er is ook een wijde kloof tussen het dodenrijk en de aarde, er is geen  overbrugging, geen netverbinding tussen beiden. Daarenboven wijst Abraham ook de aanvraag van de rijke voor een teken uit de hemel om zijn naastbestaanden te helpen, als nutteloos af. Het was een soortgelijk teken uit de hemel dat de joden van Jezus eisten (Lucas 11, 16, 29). Abraham waarschuwt tegen verschijningen zoals de rijke het vroeg. Alleen het Woord Gods overbrugt de afgrond tussen het Rijk Gods en de mens. Indien de mens zelfs niet luistert naar het Woord Gods dat hem tot het bestaan roept, hoe zou een verschijning iets op hem vermogen!
Iets raakt ons hier van dichtbij. Een mirakel, zelfs de verrijzenis van een dode, kan de bekering niet teweeg brengen van wie de boodschap van Gods Woord gelovig weigert te ontvangen. Wij moeten niet dromen van verschijningen terwijl het Evangelie voorhanden is, dag en nacht in ons bereik. Wat Jezus gezegd heeft over het gebruik van het geld, stond reeds in de Wet en de Profeten. De voornaamste les die hij ons meegeeft in het verhaal van Lazarus en de rijke, is deze: het is het luisteren naar het Woord van God dat ons leidt tot bekering. En die bekering zal erin bestaan rijk te willen zijn bij God.

We zouden zo graag meer weten over het hiernamaals, er tastbare bewijzen van hebben. Onze toestand in tijd en ruimte is echter zo, dat wij zelfs geen gepaste woorden hebben om de werkelijkheid van de sfeer van God weer te geven. We moeten genoegen nemen met symbolen en beelden die iets van dit onzegbare trachten te suggereren.
Hoewel we zelfs geen woorden hebben om behoorlijk uit te drukken wat van God is, toch heeft Jezus ons het wachtwoord gegeven om bij Hem te geraken: “Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is” (Lucas 6,36). God is liefde zonder maat, Hem bereiken is mogelijk door te beminnen zonder tellen.
De rijke, die telt zelfs zijn geld …



Onzichtbaar voor de ogen (2016)

Bij de zaligsprekingen van Jezus had Lucas in zijn evangelie een scherpe tegenstelling geformuleerd: "Zalig, gij die arm zijt, want aan u behoort het Rijk God” … "Maar wee u, rijken, want wat u vertroost hebt gij reeds ontvangen" (6, 20.24). Die harde bewoording van Jezus' goede boodschap had wel een woordje uitleg nodig. Die verklaring krijgen wij in de parabel die wij komen te horen.

De rijke uit de parabel is niet alleen maar rijk. Hij is hardvochtig en onrechtvaardig. In de Bijbelse opvatting bestaat de onrechtvaardigheid van de rijke in zijn onverschilligheid ten overstaan van de arme. Van zijn kant heeft Jezus de rechtvaardigheid herbepaald: de ‘rechtvaardigen’ zijn zij die de hongerigen te eten gegeven hebben (Mt 25, 37.46). Wat de rijke bezit is niet zomaar het zijne. Wat hij bezit, wat hij heeft en zelfs wat hij is, is een gave van God. De eigendommen die een mens bezit, zijn hem gegeven in bruikleen.

Wat God je geeft aan rijkdom of aan persoonlijke talenten, dat geeft Hij niet voor jou, maar opdat jij die met jouw naaste zou mededelen. Hoe dat zou moeten functioneren schetst ons het ideaalbeeld van de christen gemeenschap in de Handelingen van de Apostelen: "Men gaf eenieder wat hij nodig had” (Handelingen 4, 35). De parabel over de talenten stellen dat wie meer gekregen heeft, ook meer moet geven. Jij krijgt om te delen. En juist dat doet die rijke niet. Iedere dag viert hij uitbundig feest, terwijl de arme voor zijn poort alleen kan rekenen op het medelijden van de honden die zijn zweren komen likken. De misdaad van die rijkaard is niet zijn rijkdom, maar zijn gemis aan solidariteitszin.

Van zijn kant is de arme uit de parabel niet alleen maar arm. Hij is Lazarus. Zijn naam zegt het. "El azar" betekent: "God helpt". Jij staat niet langs de goede kant omdat jij arm bent, maar wel omdat je rekent op Gods hulp. Ook een rijke kan rekenen op God in plaats van op zijn bankrekening, en ook een arme kan zich in zichzelf opsluiten. De arme waarover het gaat is Lazarus, iemand die zich niet in zichzelf opsluit maar verwachtend openstaat voor God, iemand die weet dat alles van God komt.

Als we nu verder luisteren naar de parabel, dan vernemen we dat er een bodemloze afgrond is tussen die rijke enerzijds, die zich toe-eigent wat van God komt, en die arme anderzijds, die alles van God verwacht, afgrond die zich bij hun dood als onoverbrugbaar openbaart. Het delict van die rijke krijgt bij zijn dood een eeuwige nasleep. Door zijn gemis aan zorg voor de anderen heeft de onbarmhartige rijke zich afgezet van de gemeenschap der rechtvaardigen, die hier voorgesteld wordt door Abraham en zijn vrienden. Zijn liefdeloosheid is een kloof die hem definitief van de anderen kan afscheiden en een eeuwige toestand tot gevolg hebben. Denken wij nog even aan de figuratieve voorstelling van het Laatste Oordeel bij Matteüs. De Heer spreekt er het oordeel uit in deze woorden: “Ik had honger, en gij hebt mij niet te eten gegeven” (Matteüs 25, 35). God zelf wordt veronachtzaamd door het gemis aan liefde tegenover de minste van zijn broeders zodat die houding niet strookt met God die liefde is, en dus een beslissende en eeuwige betekenis heeft.

Er is nog iets anders in het verhaal. Dikwijls hoort men zeggen: “Is er iets na de dood? Er is nooit iemand teruggekeerd uit het hiernamaals !”. Inderdaad, Jezus zegt het zelf: uit het rijk der overledenen komt niemand terug, zelfs niet om de levenden te vermanen. Het essentiële is onzichtbaar voor de ogen. De eeuwige en definitieve draagwijdte van ons leven zien wij niet met de ogen van ons lichaam, juist omdat wij niet over de dood heen kunnen kijken. Moesten wij over de dood kunnen heenkijken, dan zou de eeuwigheid als een beloning kunnen worden aanzien, en dat is zij nu juist niet. Wij beslissen zelf over onze eeuwigheid door hetgeen wij doen, nu. De parabel stelt dat de eeuwigheid ons voor altijd in de richting zet die we zelf hebben ingeslagen.

En zo toont ons die parabel de ernst van het leven. Wij leven in de tijd. Maar in de tijd gaat niet alles voorbij. Wij boetseren er ons eigen eeuwig beeld. Nu reeds kunnen wij beginnen ons in onszelf op te sluiten door geen rekening te houden met de anderen, en zo ons beperken tot het geluk dat wij zelf nemen voor onszelf. Maar wij kunnen ook zoeken naar een blijvende verbondenheid met God die ons openstelt voor zijn kinderen, voor allen die in hun leven de dorst naar recht en liefde niet hebben onderdrukt. Het verschil van eeuwigheidswaarde tussen die twee verschillende levenshoudingen vertoont een onoverbrugbare kloof. Door ons leven nu, kiezen wij de kant waar wij willen staan voor God in de eeuwigheid.

Het is immers zo, dat de arme Lazarus op de drempel van onze deur het gezicht heeft van Jezus zelf.