Loading...
 

2 Samuel 11, 1-17

2 Foto

(Morguefile free stock photo license)


...page... Wiki page pagination has not been enabled.

2 Samuël 11, 1-17: David en Batseba

De tekst

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

In het begin van de lente,
wanneer koningen gewoonlijk ten strijde trekken,
stuurde David Joab met een leger uit om de Ammonieten te verslaan.
Hijzelf bleef in Jeruzalem achter.

Op een dag stond hij aan het eind van de middag op van zijn bed
en wandelde op het dakterras van het paleis.
Beneden zag hij een heel mooie vrouw die aan het baden was.
Hij liet uitzoeken wie ze was. Men zei:
‘Dat is Batseba, de dochter van Eliam, de vrouw van de Hethiet Uria.’
David liet haar bij zich komen en sliep met haar.
Daarna ging zij weer naar huis.


Toen Batseba een tijd later merkte dat ze zwanger was,
stuurde ze een bericht naar David.
Toen David dat las, gaf hij aan Joab de opdracht
om Uria naar hem toe te sturen.
Toen Uria bij David was, vroeg David:
‘Hoe gaat het met Joab? En met het leger en met de oorlog?
Na een tijd zei hij: ‘Ga naar huis en neem een bad.’
Toen Uria het paleis verliet, gaf de koning hem een geschenk.
Maar Uria ging niet naar huis.
Hij bleef slapen in het poortgebouw van het paleis, bij de soldaten.

Toen men aan David zei dat Uria niet naar huis was gegaan,
vroeg hij aan Uria: ‘Waarom ging je niet naar huis?
Je had toch een lange reis achter de rug.’
Uria zei: ‘De ark, Israël en Juda wonen in hutten,
en Joab en de soldaten van mijn heer slapen in de open lucht.
Dan kan ik toch niet naar mijn huis gaan
om daar te eten en te drinken en bij mijn vrouw te slapen?
Zowaar u leeft, dat doe ik niet.
Toen zei David tot Uria:
`Blijf ook vandaag nog hier, morgen laat ik u vertrekken.'
Zo bleef Uria een paar dagen in Jeruzalem.
De dag daarna nodigde David hem bij zich aan tafel.
David gaf hem zoveel wijn dat hij dronken werd.
Toch ging Uria ‘s avonds niet naar huis,
maar legde zich opnieuw te slapen bij de soldaten.

De volgende morgen schreef David Joab een brief aan Joab.
Hij gaf die mee met Uria. In de brief stond:
‘Zet Uria waar het meest wordt gevochten
en geef hem geen rugdekking, zodat hij getroffen wordt en sneuvelt.’
Joab onderzocht waar de verdediging van de stad het sterkst was,
en stelde Uria juist daar op.
De verdedigers van de stad deden een uitval naar Joab.
Er vielen slachtoffers in het leger van David, ook Uria was daarbij.



Stilstaan bij …

Lente
De lente was een goed seizoen om ten strijde te trekken omdat dan de zware winterregens voorbij waren.

David
(= de geliefde of liefhebber)
Koning David had veel vrouwen. Voor een oosters koning was dat een teken van rijkdom. De Bijbel keurt dit noch goed noch af. Wat David verweten wordt is niet dat hij nog een vrouw wil, maar dat hij daardoor haar man benadeelt en hem zelfs het leven ontneemt.
Bijbelse rechtvaardigheid vraagt dat ieder aan zijn rechten kan komen.
(Lees meer)

Joab
(= ‘God is vader’)
Bekwaam en succesvol bevelhebber in het leger van koning David.

Ammonieten
De Ammonieten waren verwant met de Israëlieten, toch waren hun contacten zelden vriendschappelijk. Ze bewoonden het koninkrijk Ammon dat lag ten oosten van de Jordaan en ten noordoosten van de Dode Zee. De hoofdstad was Rabbat-Ammon, het huidige Amman.

Uria
(= JHWH is mijn licht)
Hij is een Hethiet en dus geen echte Israëliet. Toch blijkt hij een man uit één stuk te zijn.
In groot contrast met David, de koning van het volk Israël. Hiermee toont de schrijver aan dat een uitverkiezing door God geen garantie is voor een rechtvaardig leven.





Bij de tekst

Zonde

Zelfs koning David, die een buitengewone koning was, bleek tot zonde in staat. Hij maakte misbruik van zijn vrijheid en zijn macht ten koste van anderen.
Daarin ligt de kern van elke zonde.