Inhoudstabel
...page... Wiki page pagination has not been enabled.
Matteüs 10, 37-42: Jezus volgen
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Wie meer houdt van zijn vader of moeder
dan van Mij,
verdient niet mijn leerling te zijn.
Wie meer houdt van zijn zoon of dochter
dan van Mij,
verdient niet mijn leerling te zijn.
Wie zijn kruis niet opneemt
en Mij niet volgt,
verdient niet mijn leerling te zijn.
Wie aan zijn leven vasthoudt,
zal het verliezen.
Maar wie zijn leven verliest omwille van Mij,
zal het vinden.
Wie jullie verwelkomt, verwelkomt Mij,
en wie Mij verwelkomt,
verwelkomt Hem die Mij gezonden heeft.
Wie een profeet verwelkomt
omdat het een profeet is,
krijgt het loon van een profeet,
en wie een rechtvaardig man verwelkomt
omdat het een rechtvaardig man is,
krijgt het loon van een rechtvaardige.
Wie één van mijn geringste volgelingen
een beker koud water geeft
omdat het een leerling van Mij is,
Ik verzeker jullie,
zo iemand wordt zeker beloond.’
Stilstaan bij ...
Kruis
Kruis is in deze tekst niet letterlijk te verstaan. Het gaat om de lasten die het leven te dragen geeft en het tot een kruisweg kunnen maken.
Profeet
Een profeet is iemand die spreekt in naam van God: iemand die een concrete situatie aanklaagt en oproept om ze te veranderen, om ze om te keren vanuit Gods droom over de wereld. Want hij roept de mensen op om te leven zoals God het droomt.
Rechtvaardige
Wordt gezegd van iemand die leeft volgens Gods wil, zoals die werd uitgedrukt in de wet.
Suggesties
Kleine kinderen
DOEN
Een kruis maken
De kinderen scheuren elk vijf vierkantjes uit die ze nadien op een contrasterende ondergrond kleven waarbij ze een kruis vormen.
ONDERZOEKEN
Een kruis
Teken een kruis op een blad
- Waar heb je dit nog gezien?
- Wat weet je daarover?
De kinderen kleuren nadien een kruis in met levendige kleuren.
EXTRA
Klik hier voor meer informatie en suggesties over 'kruis'.
Grote kinderen
SPREKEN MET BEELDEN
'Een kruis dragen'
Een kruis, wat is dat?
(Het doet denken aan de kruisdood van Jezus, aan iets wat moeilijk is.)
Als mensen zeggen: ‘Ik moet mijn kruis dragen, wat bedoelen ze daarmee?
(Kruis dragen = het leed dragen dat bij het leven hoort)
- Dragen wij ook een kruis?
- Welk kruis is dat?
- Als mensen Jezus willen volgen, dragen die dan een kruis?
- Welk kruis kan dat zijn?
VERTELLEN
Een kamer vol kruisen
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode 2007)
Een jonge man was ten einde raad.
Hij zag geen uitweg meer in zijn leven,
en begon te bidden:
‘God, ik kan niet meer!
Mijn kruis is veel te zwaar om te dragen.’
God antwoordde:
‘Lieve zoon, kom even met me mee.
In deze kamer staan verschillende kruisen.
Kies maar het kruis waarvan jij vindt
dat je dat het beste kunt dragen.’
De man was opgelucht.
Hij keek rond in de kamer
en zag allerlei soorten kruisen.
Sommige waren zo groot
dat hij er de top niet van kon zien.
Andere zagen er heel zwaar uit.
Toen zag hij een klein kruisje.
Het stond tegen de muur.
‘Ik zou dat kruis willen, God,’ zei hij.
Toen zei God: ‘Lieve zoon,
dat is het kruis
dat je zelf naar hier hebt gebracht.’
EXTRA
Klik hier voor meer informatie en suggesties over 'kruis'.
Overwegingen
Frans Mistiaen, s.j.
Ontvangen
Het evangelie van vandaag lijkt ons te zeggen dat onze vakantie een goede tijd wordt, als wij een mogelijkheid zien om er drie mensen te ontvangen, en, doorheen hen, God Zelf: een profeet, een rechtvaardige en een kleine.
Met écht ontvangen, wordt niet zozeer bedoeld “in ons huis een receptie houden”, maar veeleer: “in het huis van ons hart een plaats geven”. Als wij iemand onthalen, dan willen wij op de eerste plaats rekening houden met zijn noden en verlangens, met zijn boodschap, en onze eigen prioriteiten wat opzij zetten.
Hoe ontvangen wij een profeet? Een profeet is iemand die ons iets weet te zeggen over wat God met ons en met onze wereld in deze tijd eigenlijk voorheeft. Dan gaat het natuurlijk niet over een waarzegster of een glazenbollenkijker, maar over een doodgewone man of vrouw die wij schijnbaar toevallig ontmoeten op onze weg, maar die ons een woord spreekt dat ons heel diep treft omdat het juist voor ons op dat ogenblik gepast is. Bekende profeten, die wij ergens zouden kunnen gaan opzoeken om onze toekomst juist te voorspellen, bestaan niet. Geloof hen niet. ’t Is bedrog. Er bestaan wel doodgewone mensen die diep Godsverbonden leven. Als wij aandachtig genoeg zijn, kunnen wij op het meest onverwachte moment van hen een woord horen waarin God ons toespreekt.
Vakantietijd kan aandachtstijd worden om de goddelijke diepte in mensenwoorden te horen. Tijd om een geestelijk boek te lezen, een conferentie te volgen, een psalm te bidden, enkele dagen op retraite te gaan, een oude kennis te ontmoeten, een zieke te gaan bezoeken. Doorheen hun woorden spreekt God soms uit wat Hij van ons verlangt. Dat is een profeet onthalen in ons hart.
Hoe kunnen wij een rechtvaardige ontvangen? Wij moeten het niet ontkennen: onze maatschappij en onze wereld zuchten nog onder heel wat onrechtvaardigheden en discriminaties. De behoeftigen, die verschijnen op ons TV-scherm of die ons voorbijlopen op onze stoep, zijn achteruitgesteld door structuren of paperassen, door verkeerde subsidiëring of geldgesjoemel van rijken en machtigen. En soms kan een pamflet, een petitie, een protest op een heel duidelijke manier een zo broodnodige rechtvaardigheid als eerste prioriteit opeisen. Vakantietijd kan tijd worden om wat afstand te nemen van de eigen belangen die wij gans het jaar absoluut menen te moeten verdedigen, om een wat meer globale kijk te krijgen op heel onze mensengemeenschap waar ook de zwakkeren een plaats krijgen. Vakantietijd kan tijd worden om een duidelijk gebaar te stellen waarmee onze wereld, naar Gods droom, tot meer eerlijke verdeling wordt opgebouwd. Dat is een rechtvaardige onthalen in ons hart.
Hoe kunnen wij een kleine ontvangen? In deze maanden worden op vele plaatsen allerlei kampen georganiseerd om ook aan zieke, gehandicapte of financieel-zwakkere kinderen een ontspanningstijd te bezorgen. Honderden jongeren stellen zich vrijwillig ten dienste om hen te begeleiden. Kunnen wij niet op een of andere manier hun initiatieven steunen? Of nog beter. Zouden wij geen kind uit een oorlogsgebied een tijdlang kunnen opnemen in ons huis of meenemen op onze vakantie. Het zou kunnen dat die dan wel wat anders wordt georganiseerd, eenvoudiger misschien, daarom niet met minder vreugde. Onze God spreekt ons aan in de behoeften van armeren en zwakkeren. Dat is een kleinere ontvangen in ons hart.
Wanneer wij een profeet, een rechtvaardige of een kleine echt binnenhalen in ons leven dan komt er, niet onmiddellijk maar meestal iets later, een moment van herkenning: “Toen kwam er echt een volheid in ons hart binnen. Zou dat niet Gods aanwezigheid zelf zijn?”
Marc Gallant, trappist (Orval)
Een radicale Jezus (2017)
Jezus verwondert ons vandaag met verklaringen waarvan het radicalisme ons op het eerste gezicht kan stoten.
Hij had nochtans zijn leerlingen uitgestuurd met de boodschap van vrede van het koninkrijk (Matteüs 10, 13). Maar hier horen we: "Wie vader of moeder liefheeft meer dan mij, is mij niet waardig, en wie zoon of dochter liefheeft meer dan mij, is mij niet waardig" (v. 37). En Matteüs heeft dan nog het woord van Jezus afgezwakt, dat we in zijn meer originele Aramese trant bij Lucas vinden: “Als iemand naar Mij toekomt, die zijn vader en moeder, zijn vrouw en kinderen, zijn broers en zusters, ja zelfs zijn eigen leven niet haat, kan hij mijn leerling niet zijn. “ (Lucas 14, 26).
Jezus vormt dus een bijna onmenselijke eis door de jaloezie van de God van het Oude Testament op zich te nemen (vgl. Deuteronomium 29,20, 32,16, Joël 2, 18, enz.), de jaloerse God, die geen liefde duldt buiten de liefde die men voor Hem moet hebben.
Merken we echter op, dat het woord 'liefde' dat hier gebruikt wordt niet het werkwoord ‘agapan' is, die in de evangeliën de liefde tot God en de naaste aanduidt, maar het werkwoord ‘filein', veel zeldzamer in Matteüs, waar het gewoonlijk in een pejoratieve zin gebruikt wordt als 'gehecht zijn aan, aankleven, in iets zijn plezier vinden (Matteüs 6, 5; 23, 6 en 26, 48 waar ‘filein’ betekent: de vriendschapskus van geven). Men kan dus aannemen dat Jezus de natuurlijke en familiale gehechtheid bedoelt, die zeker legitiem is, maar die de dienst van Christus zouden kunnen belemmeren. Jezus vereist hier geen exclusieve gehechtheid aan zijn persoon om Hem te volgen. Hij vraagt dat het Hem volgen niet gehinderd wordt door de familiale banden. Jezus volgen is belangrijker dan de familiebanden, en als we moeten kiezen, dan zou het zijn om Hem te volgen.
We begrijpen beter de inhoud van de tekst in de historische context waar de christelijke bekeerlingen uit hun Joodse familie werden gezet, zoals nu de bekeerlingen van de islam, die tot schande zijn van hun families, en uit gezet worden. In deze gevallen wordt het een pijnlijke keuze Christus te volgen. Als we kiezen voor een gemeenschappelijk lot met Jezus dan moeten we er ook rekening mee houden dat het kruis ons te wachten staat (v. 38). Dit kruis werpt nog steeds zijn schaduw op degene die streeft naar een authentiek leven (v. 39). 'Zijn leven verliezen' betekent zeer concreet: omwille van Christus te volgen een gewelddadige dood ondergaan. 'Zijn leven vinden' betekent in deze context: het zich toe-eigenen, er zich aan vastklampen, het voor zichzelf houden. Christus kan het leven in zijn koninkrijk beloven aan degenen die Hem trouw blijven tot de dood. In dezelfde lijn beschikt Christus over het leven zoals God zelf.
Dit idee wordt nog versterkt door de identiteit tussen de meester en de leerling die vervolgens bevestigd wordt (v. 40a), evenals de identiteit tussen Christus en Hem, die hem gezonden heeft (v. 40b). Wie Christus ontvangt in de persoon van zijn apostelen, ontvangt Hem, die Jezus gezonden heeft: God zelf. Het principe dat de gezant gelijk staat met wie hem gezonden heeft, was gebruikelijk in het jodendom, en wij vinden het terug in het evangelie van Johannes (Johannes 12, 44; 13, 20).
Zo herkent Jezus zichzelf in de kleinste van zijn leerlingen, aan wie een eenvoudig glas fris water wordt geschonken (v. 42). Op dit accent eindigt de rede over de zending. Het is vermeldenswaard dat deze toespraak precies eindigt op de kleinste van Jezus’ volgelingen, de christen die wordt gezonden en verbonden blijft met het lot van zijn Meester (vgl. 10, 24 v.).
Matteüs vermeldt voor zijn gemeenschap de woorden van Jezus die de fundamentele eisen van de naastenliefde en de zending, en hij actualiseert ze voor de nieuwe leefomstandigheden. In tijden van vervolging, was het noodzakelijk om sterk de basis van Jezus’ boodschap te onderlijnen, die door de eeuwen heen altijd nieuw blijft.
Elk tijdperk moet dezelfde inspanning doen, en zich laten inspireren door de evangelisten die, als eersten, de leer van Jezus hebben verklaard. Onze context is echter heel anders, want we hebben de boodschap van Jezus te verspreiden in een gedesoriënteerde samenleving, waar het absolute van de unieke God plaats heeft gemaakt voor een veelheid aan waarden die als absoluut willen overkomen: geld, macht, luxe, geslacht, vakantie ... Maar uiteindelijk wordt niet daar de diepe geluk gevonden dat een hart kan voldoen.
Jezus verwijst ons voortdurend naar de liefde die zich geeft, de liefde naar het beeld van God. We zullen, zoals in het begin van het christendom, kleine levende christelijke gemeenschappen nodig hebben om deze liefde te activeren.