Inhoudstabel
...page... Wiki page pagination has not been enabled.
1 Koningen 3, 4-13: De vraag van koning Salomo
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
In die dagen ging koning Salomo naar Gibeon,
de belangrijkste plaats van het land om te offeren.
Hij droeg daar wel duizend dieren op het altaar als brandoffer op.
Daar verscheen God hem die nacht in een droom.
‘Vraag wat je wilt’, zei God, ‘Ik zal het je geven.’
Salomo antwoordde:
‘U was altijd goed voor uw dienaar, mijn vader David,
omdat hij U trouw toegewijd was
en steeds eerlijk en oprecht was tegenover U.
U hebt bewees hem een grote gunst
door hem een zoon te geven die nu op zijn troon zit.
U, God, hebt mij als opvolger van mijn vader David aangesteld.
Maar ik ben nog zo jong en heb geen ervaring.
Ik sta voor de taak uw uitverkoren volk te leiden,
Dat volk is zo talrijk dat het niet te tellen is.
Schenk uw dienaar een opmerkzame geest,
zodat ik uw volk kan besturen
en onderscheid kan maken tussen goed en kwaad.
Want hoe kan ik anders recht spreken over dit grote volk van U?’
Het beviel God dat Salomo juist hierom vroeg, en Hij zei:
‘Omdat je niet om een lang leven vraagt
of grote rijkdom of de dood van je vijanden,
maar het vermogen wilt om te luisteren
en tussen recht en onrecht te onderscheiden,
zal Ik je wens vervullen.
Ik zal je zo veel wijsheid en onderscheidingsvermogen schenken
dat je iedereen vóór jou en na jou overtreft.
Ik zal je ook geven waar je niet om gevraagd hebt:
zo veel rijkdom en roem
dat geen enkele andere koning tijdens jouw leven
je gelijke zal zijn.’
Stilstaan bij ...
Droom
In de oudheid zag men een droom als de toegangsweg tot het bovennatuurlijke.
In de Bijbel is wat in een droom gezegd wordt vaak een manier om een boodschap van God te brengen.
Salomo
(Hebreeuws = de vreedzame. Hierin kan men het Hebreeuwse woord voor vrede, ‘sjalom’ herkennen)
Koning Salomo was de zoon van koning David en Batseba. Toen hij koning was (971-931 voor Christus) werd de eerste tempel in Jeruzalem gebouwd.
Salomo was bekend om zijn grote wijsheid en zijn grote rijkdom.
(Lees meer.)
Zo groot dat het niet te tellen is
Deze zin herinnert aan de belofte die God deed aan Abraham, de stamvader van het joodse volk:
‘Ik zal uw nakomelingen zo talrijk maken als de zandkorrels op de aarde.
Alleen iemand die de zandkorrels van de aarde kan tellen,
zal uw nakomelingen kunnen tellen.’ (Genesis 13, 16)
Opmerkzame geest
Hiermee wordt ware wijsheid bedoeld: het inzicht om ‘recht’ te kunnen spreken.
Recht spreken
Het spreken van recht behoorde tot de bevoegdheid van de koning. Dit gebeurde in het openbaar: iedereen kon bij de koning komen om een probleem voor te leggen.
Wijsheid
Gewoonlijk wordt onder wijsheid verstaan: verstand, kennis. Maar in de bijbel betekent wijsheid: het kunnen onderscheiden van goed en kwaad, recht en onrecht, trouw en ontrouw. Men wordt pas wijs, als men het woord van God in zijn leven binnenlaat.
Suggesties
Kleine kinderen
VERDIEPEN
Een wijze koning
Materiaal
Blad om te tekenen en te kleuren.
Verloop
Vraag aan de kinderen wat ze graag zouden willen. Elk kind noemt op wat het wenst.
Vertel dan van koning Salomo die aan God alles mocht vragen wat hij wilde.
Hij vroeg aan God niet: ... vermeld alle verlangens van de kinderen.
Hij vroeg wel: 'Ik wil een goede koning zijn voor de mensen.'
- Wat vind je van dit antwoord van de koning?
- Wat zou God van dit antwoord gevonden hebben?
Vertel verder dat God dit een goede vraag vond en dat hij koning Salomo heeft geholpen om een goede koning te zijn.
Zoek met de kinderen hoe zij goed kunnen zijn voor elkander, voor hun papa en mama thuis, voor hun broer(s), zus(sen), voor ...
Geef de kinderen een kopie met de tekening. Naast de tekening van koning Salomo die aan God vraagt om een goede koning te mogen zijn, tekenen de kinderen op welke manier zij goed voor elkaar kunnen zijn.
Vergeet niet bij elk van de kinderen te vragen naar wat die precies wil tekenen. Noteer dit kort op het blad, zodat ouders dit nadien ook kunnen lezen.
Wie klaar is, mag de koning zelf kleuren. Eventueel kan dit ook thuis.
Toelichting
In de Bijbel vraagt koning Salomo aan God dat hij een wijze koning mag zijn.
'Wijsheid' is een te moeilijk woord voor kleine kinderen. Dit kun je vervangen door het woord 'goed'
Leg vooral de nadruk op: Salomo vraagt niets voor zichzelf, hij vraagt dat hij een goede koning mag zijn voor anderen.
Grote kinderen
VERDIEPEN
Een wijze koning
Laat de kinderen voor hun groep een verlanglijstje maken.
Elk kind noemt op wat het wenst. Noteer de wensen op een flap en zet kruisjes als iets vaker vermeld wordt. Geef geen commentaar op de wensen.
Zet naast de verlanglijst van de groep nu de wensen van koning Salomo:
hij wil een opmerkzame geest om recht te kunnen spreken bij zijn volk en om onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad.
(De wensen van Salomo worden in heel wat kinderbijbels toegankelijker omschreven. Je kunt het daarom hebben over: wijsheid, een luisterend hart...)
Vraag aan de kinderen of ze een verschil zien tussen hun verlanglijstje en dat van Salomo.
Meestal vragen we iets waar we zelf blij mee kunnen zijn; Salomo wil geluk voor andere mensen.
TIP
Naargelang de periode van het jaar kun je ook nog andere verlanglijstjes invullen. Bijvoorbeeld:
- Wat zou sinterklaas vragen?
- Wat zou een kind van de 4e wereld vragen? (advent)
- Wat zou een kind van de 3e wereld vragen? (vasten)
(Zoek bij de laatste twee vragen een geschikte foto en personaliseer door het kind een naam te geven.)
INLEVEN
Vraag wat je maar wil
(H. BERGHMANS in Simon 2011, nr 1, p. 6)
Toen Salomo koning werd zei God: 'Je mag vragen wat je wil!'
Wat zou koning Salomo gevraagd hebben?
O Dat hij goed kon luisteren naar de mensen.
O Dat al zijn vijanden dood zouden gaan.
O Dat hij lang zou leven.
O Dat hij heel rijk zou zijn.
O Dat hij het verschil zou zien tussen het goede en het kwade.
O Dat hij een wijs man zou worden.
VERTELLEN
Drie vragen
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007)
Natchiketa was de zoon van de koning van de Gangesvlakte.
Op een dag had hij ruzie met zijn vader, de koning.
Die zei: ‘Loop naar de hel.’
Natchiketa vertrok en ging wachten bij de poort van de hel.
Na drie dagen kwam de duivel aan.
‘Wat doe jij hier, zoon van de koning van de Gangesvlakte?’
Natchiketa vertelde over de ruzie met zijn vader.
Toen zei de duivel:
‘Je mag drie dingen vragen.
Wat je ook vraagt, ik zal het je geven.’
Toen zei de prins:
‘Ik zie dat alle mensen sterven.
Waarom gaan alle mensen dood?’
‘Wat is dat nu voor een vraag?’ zei de duivel,
‘Vraag toch een kasteel of landerijen!’
Maar Natchiteka had al een tweede vraag klaar:
‘Ik hoor de mensen spreken over liefde, geluk en vreugde.
Wat bedoelen ze daarmee?’
De duivel krabde in zijn haar en zuchtte:
‘Jongen toch, wat zijn dat voor vragen?
Vraag liever juwelen of goud.
Daarmee kun je meisjes voor je winnen.’
Prins Natchiketa probeerde een derde keer:
‘Beste duivel, men zegt mij dat er een God is.
Wie is Hij? Kun je iets over Hem zeggen?’
De duivel werd zo boos op de ondankbare prins
die zijn geschenken weigerde,
dat hij hem wegjoeg,
net zoals de vader van Natchiketa eerder had gedaan.
Na de dood van zijn vader, werd Natchiketa
de meest rechtvaardige en meest geliefde koning van de Gangesvlakte.
(Naar een Indisch verhaal)